Sunday, January 7, 2018

Ferry Erdmann: Boeddhisme Termenlijst

Boeddhisme Termenlijst
In de onderstaande termenlijst komen termen voor in het Sanskriet (afgekort als Skt.), Pali, Tibetaans (Tib.), Chinees (Chin.), Japans (Jap.), Nederlands (Nl.) en Engels (Eng.). Zonder aanduiding mag men aannemen dat het om Sankriet gaat (of herkenbaar Nederlandse termen).
A
abhidharma       Skt. (Pali: abhidhamma), lett. ‘hogere dharma’, dwz. erkende, oorspronkelijke boeddhistische filosofie. De abhidharma is in feite een verzameling shastra’s (teksten van ’anderen’ dan de Boeddha), analyses en commentaren op (basis van) de sutra’s (teksten op basis van Boeddha’s woord) . De canonieke abhidharma dateert vermoedelijk uit de 3e eeuw v Chr. en vormt de abhidharma pitaka een van de tripitaka., naast de sutra en vinaya pitaka. Latere niet-canonieke abhidharma teksten zijn o.a. de Abhidharma-dipa en Abhidharma-kosha.
abhisheka           initiatie, ‘empowerment’, die toegang toestaat tot tantrische yoga en visualisatie.
achtvoudig pad Het edele achtvoudige pad (arya-ashtanga-marga) is de 4e der edele waarheden uit de eerste lering (dharma-cakra pravartana sutra). Het is de remedie die van samsara naar verlichting en vervolgens nirvana moet leiden. Het gaat om 1. het juiste inzicht, 2. het juiste (morele) besluit (afzien van wellust, haat, wreedheid), 3. het juiste spreken (niet liegen, schelden, kwaadspreken), 4. het juiste handelen (volgens de panca shila), 5. de juiste manier om je (qua beroep) in leven te houden, 6. de juiste inspanning (gericht op de dharma), 7. de juiste “mindfulness” (bewust zijn, concentratie), en 8. de juiste meditatie (mentale rust training).
adhi boeddha   ‘Oer-boeddha’, stelt het meest absolute voor, waaruit samsara en nirvana voortkomen; m.n. in het Tibetaans boeddhisme: Samathabhadra*, Vajrasattva* en Vajradhara*. In de tantrische meester-leerling traditie is de adhi-boeddha waar alles begint. Daarna volgen boeddha’s, dan bodhisattva’s, vervolgens historische leermeesters enz.
afhankelijke ontstaan   (pratitya samutpada). Basisstelling van het boeddhisme over oorzaak en gevolg en de ontologische stand van zaken, het bestaan van mens dier, plant en ding. Alle fenomenen en zaken ontstaan en bestaan in afhankelijkheid van veranderlijke oorzaken en condities, niets bestaat daarom op zichzelf (anatman) of permanent (anitya). Deze visie is echter in tegenspraak met het idee van wedergeboorte. Wat wordt er immers dan wedergeboren? De tegenspraak is wellicht te verklaren uit het feit dat de reïncarnatiegedachte eigenlijk zijn oorsprong vindt in vóór-boeddhistische Indiase volksreligie en brahmanisme en Vedisch hindoeïsme dan in het boeddhisme. In het levensrad of wiel van wedergeboorte (bhavacakra) wordt het afhankelijke ontstaan en de oorzakelijke ontwikkeling in twaalf verbindingen (nidana) getoond: 1. onwetenheid (avidya); 2. perceptie (samskara); 3. bewustzijn (vijnana); 4. naam en vorm (nama-rupa); 5. zes zintuigen (shad ayatana; 6. contact (sparsha); 7. gevoelens (vedana); 8. verlangens (trsna); 9. hechting (upadana); 10. wording (bhava); 11. geboorte (jati); 12. ouderdom en dood (jaramarana). Een oplossing voor de tegenspraak met het wedergeboren worden heeft de theravada filosoof Buddhaghosha geformuleerd. Z.i. moeten we deze 12-voudige keten eigenlijk over drie levens uitspreiden: een vorig, het huidig en een volgend leven.
ahimsa                                 Geweldloosheid, algemeen Indiaas begrip  mogelijk al teruggaand op de Upanishads, maar vooral verbonden met shramana ideologieën als jainisme en boeddhisme. In het boeddhisme is ahimsa ingebed in het eerste gebod of voorschrift: levende wezens niet doden en ze geen kwaad doen. Het is vooral in het mahayana boeddhisme geïnterpreteerd als eis tot vegetarisme.
Akshobya           Een van de vijf dyhani boeddha’s. Zie: Amitabha, Vairocana, Ratnasambhava en Amogasiddhi.
akushala              Negatief denken en handelen, ten gevolge van klesha’s ondeugden, wat slecht karma bezorgt. (Vgl. kushala).
Amida                   Jap. zie: Amitabha boeddha
Amitabha            Boeddha van het ‘oneindige licht’ (vuur), een van de vijf jina’s of  dhyani (hemelse, meditatie-) boeddha’s, ook thatahagata’s genoemd. Tib. Őpagme, Jap. Amida. (Zie ook: Amogasiddhi, Ratnasambhava, Vairocana en Akshobya.)           Van deze meest rood en in dhyani mudra met bedelnap afgebeelde boeddha is bodhisattva Avalokiteshvara de manifestatie op sambhogakaya niveau. Verder  vergezeld van lotus en pauw. Zetelend in zijn eigen hemel, het westelijke paradijs Sukhavati, speelt Amitabha een hoofdrol in het ‘Pure Land’ boeddhisme. Zie: Akshobya, Vairocana, Ratnasambhava en Amogasiddhi. De boeddha Amtayus, van het lange leven, is een andere verschijningsvorm van Amitabha.
Amitayus            Boeddha van het lange leven, is een verschijningsvorm van Amitabha, afgebeeld in dhyani mudra en een vaasje met levenswater in zijn handen. Amitayus is de ‘geestelijke vader’ van Bhaisyaguru, de Medicijnboeddha en beschermer van de geneeskunde.
Amogasiddhi     Boeddha van foutloze voltooiing, een van de vijf jina’s of dhyani boeddha’s. Zie Akshobya, Vairocana, Ratnasambhava en Amitabha. Amogasiddhi is groen en zit in het noorden en houdt zijn hand in de abhaya mudra.
Ananda                Neef en geliefde leerling van de Boeddha, door hemzelf geordineerd. Hij werd in het laatste deel van diens leven de Boeddha’s vaste metgezel. Hij zou stelling hebben genomen voor het recht van vrouwen op toetreding tot de sangha en mede verantwoordelijk zijn voor het stichten van een nonnenorde in die tijd. Ananda was bekend om zijn goede geheugen. Op het 1e concilie te Rajagriha zou de voorzitter (Mahakasyapa) Ananda hebben gekozen om de hele Sutra pitaka uit zijn hoofd te reciteren
anatman             Pali: anatta. Het niet-behept zijn met een onafhankelijke ‘ziel’, niet op zichzelf, ongeconditioneerd bestaand, een van de drie kenmerken van al het bestaande. (zie ook: duhkha en anitya). Het anatman principe hangt samen met het anitya (impermanentie) principe. Alles is het gevolg van veranderende oorzaken en condities en niets bestaat onafhankelijk. Wat wij waarnemen alsof het bestaat en blijft bestaan, is illusie.  Niets is blijvend, dus uiteindelijk blijft er niets over. Ook niet zoiets als wat in het hindoëïsme atman (ziel) genoemd.  wordt.
Angkor Wat       In Cambodja is het grootste religieuze monument ter wereld, met een oppervlakte van 1,6 km2. Het werd oorspronkelijk gebouwd als een hindoe tempel door de Khmer koning Suryavarman II in de vroege 12 e eeuw bij het tegenwoordige Angkor dat toen de hoofdstad van het Khmer rijk was. De tempel is in feite een complex dat de berg Meru voorsteld en gewijd aan Vishnu, die er dikwijls is afgebeeld. De koning brak hiermee met de Shivaïetische traditie van zijn voorgangers. Nog in dezelfde eeuw heeft Jayavarman VII, de enige boeddhist onder de Khmer koningen er de Bayon tempel bijgebouwd en zijn eigen hoofdstad Angkor Thom als deel van het Angkor Wat complex ingericht. Jayavarman VII zag zichzelf als incarnatie van Avalokiteshvara, zodat we vooral van deze bodhisattva afbeeldingen vinden in Angkor Thom. Het complex is door de eeuwen heen nooit geheel verlaten, maar in later jaren meer en meer door de boeddhistische bevolking gebruikt.
animisme            Van Lat. anima (ziel). Het als bezield beschouwen van objecten, dieren en (natuur)verschijnselen. Zo is de Gangesrivier een godin, komt het onweer van een dondergod of een vuurspuwende draak, de zon is in feite de zonnegod, de berg een berggod. De leeuw is de koning der dieren en voorvader van de leeuwenstam. Het schrijversgilde wordt beschermd door een vermenselijkte vos. In de zee huist de zeegod, in meren, rivieren, beken en waterstromen wonen watergeesten. De aarde is een godin en het vuur wordt ook met een god verbonden. Het haardvuur is een speciale godheid. Er is een oorlogsgod en een god of godin van de vrede, een van de dood en van de onderwereld, een ander van de liefde. Er is goddelijke herder, een heilige koe, een heldhaftige aap enz.
anitya                                   Pali: anicca. Het niet behept zijn met permanentie, aan verandering onderhevig, een van de drie kenmerken van al het bestaande. (zie ook: dukkha en anatman). Anitya en anatman en eigenlijk ook duhkha worden in verband gebracht in de leer van het afhankelijk ontstaan (Zie: pratitya samudpada).
Anuradhapura  Oude hoofdstad in Noord-Sri Lanka, teruggaande tot de  3e eeuw v. Chr en gehandhaafd tot de 9e eeuw A.D., gelegen aan een zeer oud irrigatiemeer Tissa wewa. Ten noorden van het huidige provinciestadje, bevonden zich in de oude ‘heilige’ stad ooit drie beroemde kloosters: Mahavihara, Abhayagiri en Jetavana. Wat daar nu nog van over is, is een zeer uitgestrekte verzameling archeologische sites met vooral veel grote dagoba’s, en vatadage’s, een paar tanks en paleisresten en een fraai samadhi-boeddhabeeld. Talrijke van deze sites, waaronder als belangrijkste de beroemde oude Sri Maha Bodhi-boom, worden nog steeds actief vereerd. Deze legendarische “bo-boom” zou zijn voortgekomen uit een takje van de oorspronkelijke ‘ficus religiosa’ uit Bodh Gaya, naar Sri Lanka gebracht in de 3e eeuw v. Chr.door Ashoka’s dochter, de non Sanghamitta. In de 10e eeuw werd vanwege aanvallen van Tamils uit India, Polonnaruwa de hoofdstad. Anuradhapura  bleef een Theravada pelgrimscentrum voor heel Zuidoost-Azië tot de vernietigende acties van de  Portugezen in de 15e en 16e eeuw. Anuradhapura raakte daarna in verval en is pas in de 19e eeuw herontdekt als archeologische vindplaats en opnieuw pelgrimsoord geworden.
apotheose         Vergoddelijking, het tot god verklaren van een bestaande of historische persoon. Zo kun je van de Tibetaanse koning Songtsen Gampo zeggen dat hij is vergoddelijkt, of van de keizer van Japan of recent gecremeerde Thaise koning Bhumibol. Wanneer hindoes de Boeddha als incarnatie van de god Vishnu zien, betekent dat zijn apotheose. Het is een van de manieren waarop macht religieus gelegitimeerd wordt.
arhat                                    (ook: arahat, of arhant, arahant)             ‘Waardige’, ideaal van het oude (theravada) boeddhisme, de Boeddha-volgeling of toehoorder die (voor zich) zelf het nirvana bereikt. Vgl. pratyeka boeddha. De oorspronkelijke leerlingen van de Boeddha maken deel uit van een groep van 16 (Tib. neten chudruk) - in China 18 - in het iconografisch pantheon vaak afgebeelde arhats. Arhat en pratyeka boeddha gelden in het Mahayana boeddhisme als secundair ten opzichte van het bodhisattva ideaal.
asana                                   Lichaamshouding in de yoga of oosterse kunst. Karakteristieke lichaamshoudingen zijn bijvoorbeeld de lotus-zit , padma asana, of de tribanga drievoudig gebogen stand.
Asanga                                 Mahayana filosoof, 4e eeuw. Samen met Maitreyanatha grondlegger van de Yogacarya school en het Cittamatra (alleen geest) denksysteem. Tib. Togme. Half-broer van Vashubandhu, geboren in Noordwest-India, was oorspronkelijk aanhanger van de Mahasangika school, maar later bekeerd tot het Mahayana. Tot zijn geschriften rekent men o.a.: de Yogacarabhumi shastra, Mahayana samgraha en Abhidharma-samuccaya.
Ashoka                                Beroemdste vorst van de Maurya dynastie. In de 3e eeuw B.C., verbreider van het boeddhisme over heel Noord-India. Liet talrijke edicten op pilaren en rotsen beitelen en zou vele stupa’s hebben laten bouwen. Men zegt dat hij zijn zoon, Mahinda naar Sri Lanka stuurde om er het boeddhisme te introduceren, terwijl zijn dochter Sanghamitta er een twijgje van de Bo-boom van Bodh Gaya heeft gebracht.
Avalokiteshvara               Bodhisattva van het mededogen, verschijningsvorm van de boeddha Amitabha. Hij is een van de meest centrale en populaire figuren in het mahayana boeddhisme. Omdat hij zelf de grootste mahayana deugd karuna (mededogen) symboliseert, is hij als het ware de ‘bodhisattva der bodhisattva’s’. In het  Tibetaans boeddhisme is  zijn mantra, ‘om mani padma hum’, alom aanwezig. Iconografisch kent Avalokiteshvara diverse vormen: zittend of staand, 2, 4,en 1000-armig, 1 of 11-hoofdig, met lotus en gebedsnoer of alleen een lotus, als Padmapani. In het Chinees en Japans boeddhisme verschijnt hij soms in een zeer vrouwelijke vorm. Chin. Guan-Yin, Jap. Kannon, Tib. Chenrezig.
                                               In Tibet is ook Tara, de vrouwelijke verschijningsvorm en tegelijk partner van Avalokiteshvara, erg populair. Er zijn eigenlijk acht varianten van Tara, maar twee springen eruit. De groene en de witte Tara, met wie de Chinese en Nepalese echtgenoten van koning Songtsen Gampo worden ge-associeerd.  
Avatamsaka sutra           Een Mahayana sutra, waarvan men zegt dat de Boeddha hem meteen na zijn verlichting heeft uitgesproken. In het Sanskrit bestaan alleen onderdelen van deze sutra. In het Chinees en Tibetaans zijn vollediger versies. Met de diverse versies van deze sutra zijn namen als Buddhabhadra, Taisho, Shikshananda en Prajna Jinamitra verbonden. De sutra laat zien hoe de wereld aan een verlichte boeddha voorkomt als in volledige samenhang emanerend uit Vairocana. De Dashabhumika, een onderdeel, gaat in op de niveaus die een bodhisattva doorkruist en de Gandavyuha volgt de carriere van de jonge leerling Sudhana in de richting van het dharma-dhatu. De sutra is vooral populair in de Chinees-Japanse Hua-yen school.
avatar                   Verschijningsvorm, manifestatie, incarnatie. De term avatar wordt in het bijzonder in verband met de hindoe god Vishnu gebruikt, die in talrijke vormen op de wereld verschijnt om de mensheid van de ondergang te redden. Tot een van deze verschijningsvormen rekenen hindoes overigens ook de Boeddha. (vgl. trikaya) 
avidya                  Onwetendheid, een van de klesha’s, kwaden, oorzaken van het lijden. Zie ook: trishna en ...
axis mundi          Wereldas, centrale spil waarom de wereld draait in kosmologische voorstellingen. In de Indiase kosmologie geldt de berg Meru als centrum, of as van de kosmos, voor te stellen als oeroceaan, waarin een aantal continenten liggen. Ten zuiden van de berg is onze mensenwereld (Jambudvipa, het  rijk van de Jambu?-boom) een van deze continenten. In mandala’s en de stupa’s (als drie-dimensionale mandala) vinden we ook deze kosmologische voorstelling van symmetrisch rond berg of as geschaarde werelden.
Ayutthaya          Oude Thaise hoofdstad van 14e tot de 18e eeuw, genoemd naar het Indiase Ayodhya. Nu vnl. een historisch park van ruines van tempels, kloosters en stupa’s. 

B
Bagan                                   Oude hoofdstad van Myanmar, 9e-13e eeuw, waar verspreid over vele 100-en km² een paar 1000 tempels en stupa’s bewaard zijn met talrijke decoraties in oud-Indiase stijl.
Bangkok              De huidige hoofdstad (8.5 miljoen inwoners) van Thailand met talrijke boeddhistische kloosters en stupa’s. Na een Birmese invasie van Ayutthaya in de 18e eeuw heroverde generaal Takshin het rijk  vanuit Thonburi vlakbij Bangkok en daarna werd de  Chakri dynastie geïnstalleerd en Bankok de hoofdstad. De met het koningschap verbonden ‘emerald’ of groene jade boeddha wordt er in de Wat Phra Kaeo tempel vlakbij het koninklijk paleis bewaard. Verder zijn de Wat Arun en Wat Saket stoepa’s, het Wat Mahatat klooster, de gouden Boeddha van Wat Traimit er de grote boeddhistische bezienswaardigheden. 
Basho                   (1644-94) Japanse haiku-dichter, reisverslagschrijver en zen-student. 
Beijing                                 Hoofdstad  (15.5 miljoen inwoners) van China sinds 1275 (Mongoolse invasie), met enkele belangrijke boeddhistische tempels en kloosters, zoals de Wu Ta Si en de Yong he Gong (Lama tempel), en de Witte Pagode.
bevrijdingsreligie            Religie waar het ideaal of hoogste goed de verlichting of bevrijding is van de menselijke geest uit een toestand van onwetendheid is. (Zie ook: verlichtingsreligie.) Boeddhisme en in mindere mate hindoeïsme worden in dit opzicht tegenover de overige (mono)theïstische religies als Christendom, Islam en Jodendom geplaatst door bijvoorbeel een van de grondleggers van de sociale wetenschappen, Emile Dȕrkheim.
bezetenheid     Het door een godheid, geest, demon of denkbeeld of idee geheel in bezit genomen zijn van de menselijke geest (spirit possession). De bezetene kan hierdoor in een speciale geestestoestand of trance geraken. Het kan zijn dat de bezetene wordt beschouwd als ter plaatse in bezit genomen, maar soms heeft men het idee dat zijn of haar geest als het ware tijdelijk naar een andere wereld vliegt (spirit flight) en bezeten of als het ware geïnspireerd terugkeerd. Aan de handelingen en uitspraken van zo’n bezeten persoon kan bijzondere (bijvoorbeeld voorspellende, onthullende of heilzame) waarde worden gehecht. De bezetenheid of trance-toestand kan volkomen of betrekkelijk onbedoeld of toevallig zijn als een soort epileptische attack, maar soms ook bewust worden opgewekt. De bezetene kan zo een orakel of sjamaan worden, een religieuze specialist en aan zijn/haar bijzondere vermogens en rol macht ontlenen. Zodra het als bezetenheid wordt opgevat en er bijzondere waarde aan wordt gehecht, kunnen we het als vorm van sjamanisme opvatten. Bezetenheid kan aanleiding zijn tot excorcistisch (uitdrijvings) ritueel.
Bhaishajya-guru              Heelmeester- of Medicijnboeddha. Een afzonderlijke boeddha manifestatie in de Mahayana iconografie in met name Tibet, China en Japan. Van begin afaan wordt de Boeddha zelf overigens als heelmeester beschouwd (zie ook “vier edele waarheden”). Ook nemen boeddhistische monniken vaak medische verzorgingstaken op zich (waarvan al in de Vinaya regels melding wordt gemaakt).
bhavachakra      Rad van het (lijdend) leven (samsara), van leven en dood, met de vijf of zes regio’s,  (gati) waarin levende wezens worden wedergeboren, afhankelijk van het karma. Met name in het Tibetaanse cultuurgebied vinden we dit rad als vast thema afgebeeld bij kloosteringangen. Centraal bijten een varken (onwetendheid, een haan (verlangen) en een slang (haat) elkaar in de staart. Daaromheen geven 12 secties de oorzaak en gevolg keten weer, en dan volgen de 5 of  6 bestaansregio’s: goden (soms samen met), halfgoden, dan mensen, dieren, preta’s en helwezens. Het geheel wordt door de dodengod Yama in de klauwen en kaken gehouden.  
bhikshu                               Boeddhistische monnik (Pali: bhikku).
bhishuni              Boeddhistische non (Pali: bhikkuni).
Bhu(mi) devi     De aarde als godin. (zie ook: bhumisparsa mudra)
bhumisparsa mudra       De handhouding van de Boeddha, waarin hij met zijn rechterhand de aarde aanraakt om de godin aarde als getuige aan te roepen van zijn standvastigheid om ondanks de aanvallen van de duivelse god Mara, die zijn verleidelijke dochters op hem afstuurt, de verlichting te bereiken.
Bhutan                                 Tibeto-boeddhistisch Himalayakoninkrijk ten oosten van Nepal, tussen India en China (Tibet). Opp. 38.5km² (ca. Zwitserland) en 800.000 inwoners (ca. Amsterdam). Hoofdstad: Thimphu. Vanaf de 17e eeuw was Bhutan een theocratie onder leiding van de Drugpa Kargyudpa kloosterorde, tot in 1907 de Wangchuk-dynastie de macht overnam. Sinsdien is het een monarchie met nog altijd een vertegenwoordiging van de sangha in de regering. Het mahayana boeddhisme is staatsreligie, ook al is het Nepalese deel (ca. 20%) van de bevolking vnl. hindoe. Behalve de hierarchische Drukpa-Kagyudpa orde die de karakteristieke grote kasteelachtige kloosters (dzong) beheert, volgt ook een aanzienlijke deel van de bevolking de oudere Ningmapa orde. Vanaf 2006 heeft Bhutan een constitutie die een democratisch gekozen parlement waarborgt. Het land is lid van de VN en de SAARC en in principe een onafhankelijke staat, maar in praktijk het al sinds de Brits koloniale tijd onder protectie van India waar het leger en buitenlandse politiek betreft. India is ook de belangrijkste handelspartner en donor van ontwikkelingshulp op het gebied van infrastructuur en waterkracht. Het betrekt veel hydropower van Bhutan. Tenslotte is de waarde van de Bhutanese ngultrim gelijk aan die van de Indiase rupie.
Bingling si            Afgelegen grottenkloostercomplex in de Chinese provincie Gansu aan de Gele rivier. Het Bingling si complex is een van een reeks van zulke grottenkloosters langs de voormalige Zijderoute, waartoe ook de beroemdere sites bij Dunhung (in de Hexi corridor) en Datong (in Shanxi) behoren.
Birma                    Zie: Myanmar
bladgoud            Goud van 0.0001 mm dikte gebruikt voor het vergulden van voorwerpen, door boeddhisten in zuidoost-Azië als een vorm van offerande om boeddhabeelden mee te vergulden.
bodhi                                   Verlichting. Lett. “ontwaken”. Het absolute, hoogste doel van het boeddhisme, gesymboliseerd door de figuur van de Boeddha en in feite door iedere boeddha-figuur.
Bodhidharma    (Jap. Daruma; Chin. P’u-t’i-ta-mo) (5e-6e eeuw) Grondlegger van het Chin. ch’an of Jap. zen boeddhisme. Bodhidharma zou een Zuid-Indiase monnik zijn geweest die het ch’an boeddhisme naar China heeft gebracht. Hij geldt als de 28e patriarch sinds de historische boeddha en tevens als de 1e Chinese ch’an patriarch. Men kent de legendarische Bodhidharma vnl. uit enkele biografische verhalen van monniken uit de 6e eeuw. Beroemd is zijn enigmatische conversatie met de Chinese keizer Wu van de Liang dynastie en zijn verbondenheid met het klooster Shao-lin, waar hij gevechtskunst zou hebben geïntroduceerd. Hij zou 9 jaar voor een muur hebben zitten mediteren, en zijn leer pas aan zijn leerling Hui-k’o hebben doorgegeven nadat deze zijn arm had afgehakt als teken van zijn toewijding. Hij zou zelf hebben beweerd 150 jaar oud te zijn geworden. De oorzaak en omstandigheden van zijn dood zijn in ieder geval onbekend. Er zijn ook bronnen waarin bodhidharma als veel minder non-conventioneel wordt beschreven,maar als begripvolle meester in de Lankavatara sutra.
bodhisattva       Verlichtingswezen. Iemand volledig gericht op verlichting, een “bijna-boeddha”. In het theravada boeddhisme geldt de boeddha voor het bereiken van de verlichting in Bodh Gaya als bodhisattva. In het mahayana boeddhisme wordt de bodhisattva echter het grote ideaal, de uiterste verwezenlijking en symbool van compassie. Het is iemand die de bodhisattva gelofte aflegt, dwz. na het bereiken van de verlichting, niet het nirvana in te gaan, maar door te gaan met wedergeboren worden en dharma onderricht te geven, totdat alle levende wezens verlicht zijn.
Boeddha/boeddha        Nl. Verlichte, lett. “ontwaakt”  (Skt. buddha). (5e v. Chr) Historische grondlegger van het boeddhisme, Siddhartha Gautama Shakyamuni (wijze van de Shakya-clan). Iedere boeddha is tevens symbool van het absolute, de opperste waarheid die al het relatieve waarover gesproken kan worden transcendeert en zich verheft boven dualisme, zoals bestaan of niet-bestaan, leven en dood.
boeddha-natuur             (Skt. buddhadata of buddhadatu) Oorspronkelijk werd hiermee bedoeld het vermogen of de mogelijkheid om boeddha (verlicht) te worden en het nirvana in te gaan. In het mahayana boeddhisme is men het onderscheid tussen middel of praktijk en doel, tussen samsara en nirvana, vorm en leegte, het relatieve en het absolute gaan betwijfelen en zelfs ontkennen. Uiteindelijk heeft iedereen, alle levende en voelende wezens en zelfs alles de boeddha-natuur. Het nirvana is er al. Het gaat om het zich bewust worden, zich realiseren en zo het realiseren, waar maken.
boeddha-veld                                  Buddha-kshetra. Invloedsfeer van een boeddha. In zekere zin is onze wereld een boeddha-veld. In het mahayana boeddhisme localiseert men diverse boeddha’s en bodhisattva’s in pure boeddha-velden of “pure landen” en soort hemelse paradijsen. En tenslotte wordt in het Pure land boeddhisme de mensen voorgehouden dat de juiste mantra recitatie na de dood toegang geeft tot het pure land van de betreffende boeddha of bodhisattva.
bovennatuurlijk                               Wat buiten de feitelijk waarneembare of waarneembaar te maken werkelijkheid staat. Vgl. metafysisch, transcendent, niet empirisch verifieerbaar. Kenmerk van de “religieuze werkelijkheid”.
brahmanisme   Benaming voor het vroege hindoeïsme, gebaseerd op de Veda’s en Upanishads, waarin brahmanen de enige tekstgeleerden en priesters of uitvoerders van de rituelen zijn.
buddha                               Zie: Boeddha en boeddha.
buddhadata       (ook: Skt. buddhadatu) Zie: boeddha-natuur
Buddhaghosha Theravada filosoof (5e eeuw), belangrijkste commentator van de Pali canon. Leefde in India en reisde naar Sri Lankha waar hij heeft gewerkt in de Mahavihara te Anuradhapura en vermoedelijk een school van filosofen en commentatoren heeft geleid en achtergelaten. Werken van zijn hand: o.a. Nanodaya, Atthasalini, Visuddhimagga.

C
Cambodja           Zuidoost-aziatisch koninkrijk tussen Thailand, Laos en Vietnam. Opp. 181.000 km², inwonertal: 16.5 miljoen. Hoofdstad: Pnom Penh.  Cambodja is sinds 2003 een partijendemocratie. Het theravada boeddhisme is sinds 1989 staatsreligie. Tussen de 9e en de 15e eeuw was het centrum van het Khmer rijk en heeft het hindoe zowel als boeddhistische invloeden gekend. Daarna werd onder invloed van het Thaise Ayutthaya rijk het theravada boeddhisme het belangrijkst. Tussen 1862 en 1953 was Cambodja Frans protectoraat en deel van de  Unie van Indochina. Daarna werd de monarchie onderbroken door een militaire coup en het schrikbewind van de communistische Rode Khmer. Ook is het hevig gebombardeerd door de Amerikanen gedurende de Vietnamoorlog. Van 1991 tot 1993 is het onder protectie van de Verenigde Naties geweest. Na de eerste democratiesche verkiezingen in 1993 is het nog instabiel geweest tot in 2003 een nieuw partijendemocratie is gestart. Eind 2017 trekken militaire leiders echter weer zo stevig aan de touwtjes, dat de oppositie monddood of naar het buitenland gevlucht is.  
Charang               Dorp in Kinnaur, H.P. India, waar zich een Lotsawa Lhakhang bevindt, d.w.z. een van de 108 in de 11e eeuw door de West Tibetaanse Vertaler Rinchen Zangpo op zijn reizen naar India gestichte boeddhistische klooster en tempels. De West-Tibetaanse kunst is uniek omdat er veel Indiase stijlelementen in zijn te herkennen, die door de vernietiging van het Indiase boeddhisme elders verdwenen zijn. Zie ook: Alchi in Ladakh (J&K India) en Taboo en Lalung in Spiti (H.P. India) en Tholing en Tsaparang in West-Tibet.
ch’an                                    Chin. (Jap. Zen, verbastering van Skt. dhyana) Een van de belangrijke stromingen in het mahayana boeddhisme, geïntroduceerd in China door de patriarch Bodhidharma uit Zuid-India in de 3e - 7e eeuw en vervolgens overgebracht naar Japan en Korea. De richting kenmerkt zich door een grote nadruk op de praktijk van concentratie (Skt. dhyan) en mindfulness (Skt. Smrti), meer dan schriftgeleerdheid. Er bestaan nog twee belangrijke scholen binnen de ch’an traditie, Soto en Rinzai. Soto richt zich vooral op het zg. zazen (zit-meditatie), terwijl binnen Rinzai het oplossen van zg. koans (speciale raadsels) doorslaggevend is. Het met aandacht verrichten van dagelijkse handelingen en ontwikkelen van vaardigheden maakt deel uit van de ch’an praktijk. Omdat dit niet alleen tot de boeddhistische sangha beperkt blijft, heeft deze stroming grote invloed gehad op de oost-aziatische kunst in het algemeen. Bekend zijn diverse gevechtkunsten, maar ook de schilder- en dichtkunst (haiku) en calligrafie, de thee-ceremonie,  bloemschikkunst, architectuur en inrichting van tempels, huizen en tuinen vindt ch’an zijn weerslag.  In Japan is zen bijzonder populair geworden in kringen van samoerai (feodale krijgsheren en strijders)
China                                    Volksrepubliek China, incl. Hongkong en Macau en grote minderheden regio’s Zinchiang, Tibet en Binnen-Mongolië. Opp. 9.6  miljoen km² (239xNL, het op 2 na grootste land ter wereld). en bev. ca 1.5 miljard (meesten ter wereld). China kent een ruim twee millennia lange geschiedenis waarin het soms een losse  verzameling vorstendommen en zo nu en dan een keizerrijk was. Tussen 1912 en 1949 was het nationalistische republiek. En tenslotte werd het een door de communistische partij geregeerde volksrepubliek. Het boeddhisme werd er in de 1e eeuw via de Zijderoute binnengebracht en werd naast Confucianisme en Taoisme een van de belangrijke ideologische factoren in China. Dit duurde tot de communistische revolutie van 1949 en vervolgens de Culturele revolutie van 1966-69 waarin alle traditionele cultuurelementen die bij het revisionistisch establishment hoorden, gewelddadig werden onderdrukt en verboden. Na de dood van Maotsetung in 1976 is er een meer tolerante politiek ten aanzien van de traditionele religies inclusief het boeddhisme, mits zij zich geheel ondergeschikt maken aan de communistische partij en regering. De belangrijke Oost-Aziatische vormen van boeddhisme zoals Ch’an en het Pure Land boeddhisme en de T’ien-t’ai school vinden hun oorsprong in China. Afgezien van boeddhistische monumenten in Tibet. Zijn er talrijke holen- of grottentempelcomplexen in China, o.a. Dunhuang, Binglingsi, Datong, Longmen e.d.langs de oude Zijderoute waarlangs het boeddhisme vanaf de 3e eeuw naar het oosten is gebracht.
Chining                                Chin. Xining, hoofdstad van de provincie Qinghai, het voormalige Amdo of Noordoost-Tibet. Vlakbij Chining bevindt zich het grote Tibetaans-boeddhistische Gelugpa klooster Kumbum (Chin. Taer) op de geboorteplaats van de grondlegger van de Gelugpa orde, Tsongkhapa (1357-1419). Het klooster is gesticht in de 16e eeuw door de 3e Dalai Lama, Sonam Gyatso, op diens reis naar Mongolië.   
circumambulatio             Rondomgang (Skt. parikrama, Tib. kora) een van de traditionele religieuze handelingen in het boeddhisme. Deze doet men gewoonlijk linksom (Skt. pradakshina) om het heiligdom aan de reine rechter kant te houden.
citta                       Geest. (vgl. vijnana: bewustzijn; en mana: verstand, intellect). In het mahayana boeddhisme is de geest in zijn oorspronkelijke staat gelijk aan bodhicitta, de verlichtingsgeest, behept met de het begrip, de gedachte of intentie van de verlichting. Deze raakt echter door het onderscheid tussen subject en object verward en gefragmenteerd en gaat illusies creëren. Zo haalt men zich van alles voor de geest en kan men alleen maar in dualismen denken. De citta matra gedachte, dat alles geest is, het absolute zowel als het relatieve, vormt het uitgangspunt van de Yogacara school van het mahayana boeddhisme.
citta matra          “Enkel en alleen geest of louter geest”. Een principe uiteengezet in de Lankavatara sutra en in verband te brengen met de Yogacara school, die na en naast de Madyhamaka filosofie zeer invloedrijk is in het Mahayana boeddhisme. Wanneer alles louter geest is, gaat het er primair om die geest in de praktijk te leren controleren. Daarop richten zich vervolgens de meditatieve yoga technieken van deze school.
cultureel systeem           Een in een gemeenschap of groep gedeeld systeem van ideeën, symbolen en handelingen Algemene term in de sociale wetenschappen, waarmee een samenhangend cultureel geheel of complex van cultuurpatronen wordt aangeduid. Het kan zowel een hele cultuur of subcultuur als een onderdeel hiervan betreffen, bv. het verwantschaps-systeem in de Yanomami cultuur, of de kloostercultuur in het Tibetaans religieuze complex, of dat religieuze complex als geheel.
Culturele Revolutie        Officieel: “Grote Proletarische Culturele Revolutie”. Gewelddadige culturele hervormingscampagne, uitgeroepen door Mao tsedong om, na het mislukken van zijn economische Grote Sprong Voorwaarts, zijn machtspositie te herstellen en politieke tegenstand te elimineren. De Culturele Revolutie duurde - of liever woedde - van 1966 tot ver na Mao’s dood (1969) en eindigde pas met de arrestatie van de Bende van Vier in 1976. De Rode Garde(s), jongerenmilities richtten zich tegen oudere leidinggevenden om al wat met kapitalisme, revisionisme inclusief revisionistisch marxisme te maken had te vernietigen. De destructieve campagnes hebben miljoenen doden geëist en grote schade toegebracht aan Chinees cultuurgoed. In Tibet zijn talrijke monniken gevangengezet, gemarteld en gedood en is aan de traditionele cultuur in het algemeen en aan de boeddhistische kloostercultuur in het bijzonder onherstelbaar veel schade toegebracht.
cultuurelement                               Herkenbaar, karakteristiek onderdeel van een cultuur, cultureel systeem of cultuurpatroon. De afscheiding van vrouwen en de strenge sharia wetgeving bijvoorbeeld zijn karakteristieke elementen in de Islamitische culturen. Talrijke monniksregels vormen een kenmerkend onderdeel van de boeddhistische kloostercultuur.
cultuurpatroon Een voor een bepaalde samenleving of groep(ering) kenmerkende combinatie van cultuurelementen die tezamen een geheel vormen. Zo maken bijvoorbeeld enerzijds shamanisme en anderzijds de kloostercultuur beide deel uit van het Tibetaanse religieuze complex.

D
Daimoku             Jap. naam voor de Lotus sutra in het Nichiren boeddhisme. De bijbehorende mantra luidt: namo myoho renge kyo.
Dalada Maligawa             Sri Dalada Maligawa, heilige tandtempel te Kandy, Sri Lanka. Hier wordt een belangrijke boeddhistische relikwie bewaard, een tand die van de historische Boeddha zou zijn geweest. Deze tand is volgens de overlevering in het begin van de 4e eeuw naar Sri Lanka gebracht en sindsdien verbonden met het koningschap.  De tand is in de loop der eeuwen met de heersende dynastieën meegereisd van Anuradhapura naar Polunarova enz. en uiteindelijk in Kandy, de laatste koningsresidentie, gebleven. Hij wordt bewaard in een reeks van “stupa-in-stupa’s”. Driemaal daags doen monniken rituelen voor de tand in deze tempel en elke woensdag wordt de tand gepoetst, aan het resterende waswater wordt helende kracht toegedacht. Eens per jaar wordt de tand als hoogtepunt van een speciaal festival, de Kandy Esala Parahera, op de rug van een witte olifant in een optocht rond de stad gedragen.
Dalai Lama          Geestelijk en tot voor kort wereldlijk leider van Tibet. De titel Dalai Lama stamt van het Mongoolse Tale en betekent Oceaan (Tib. Gyatso). De Mongoolse Althan Khan verleende de titel in 1578 aan de Derde Dalai Lama, Sonam Gyatso. Deze abt van het grote Drepung klooster bij Lhasa, riep zichzelf tot reïncarnant uit van zijn twee voorgangers en leermeesters (Tib. Lama) van de Gelugpa (deugdzame) orde van monniken, die later door de Chinezen “Geelkappen” genoemd werden. Pas in de 17e eeuw vanaf de Vijfde Dalai Lama, Nawang Lobsang Gyatso wordt de theocratische macht van de Gelugpa orde daadwerkelijk gevestigd over Tibet. In navolging van de oude koningen voerde deze “Grote Vijfde” de Dalai Lama de incarnatielijn terug op de meest populaire bodhisattva, Avalokiteshvara. Bovendien liet hij het immense Potala paleis in Lhasa bouwen als klooster en regeringszetel. De huidige Dalai Lama, Tenzing Gyatso, is de veertiende in de lijn. Hij is geboren in 1935 en in 1959 uit Tibet gevlucht. Zijn verblijfplaats is Dharamsala, H.P. India. Zijn wereldlijke bestuurlijke functies heeft hij inmiddels neergelegd en hij heeft wijzelijk al aangekondigt in de Tibetaanse vluchtelingen-gemeenschap te zullen worden wedergeboren.
dana                                     Geven. Het geven in het algemeen, aan de religie in het bijzonder en aan de sangha nog meer in het bijzonder, is een van de boeddhistische deugden en kan als offerritueel vorm krijgen.
darchen               Tib. “grote gebedsvlag” aan een mast.
darchok               Tib. “gebedsvlag”. De beroemde Tibetaanse gebedsvlaggen kunnen worden bedrukt met velerlei teksten, maar de meest algemene is “om mani padma hum” de mantra van de meest populaire bodhisattva, Avalokiteshvara. De vlaggetjes worden aan koorden geregen, dikwijls in de vijf kleuren van de dhyani-boeddha’s: rood, geel, blauw, wit en groen. Toch is de Tibetaanse “gebeds”vlaggentraditie vermoedelijk van voor-boeddhistische oorsprong, evenals de veelal afgebeelde mythische dieren, met als meest centrale het windpaard  (lung-ta), die zo algemeen is dat de term lungta ook als aanduiding voor de gebedsvlag wordt gebruikt.
darshana             Het zien of ontmoeten (van (een afbeelding) van een respectabel of belangrijk (religieus) iets of iemand).
Daruma               Jap. voor Bodhidharma. Chin. P’u-t’i-ta-mo
Datong                                60km van deze stad bij Mt Heng in Hunyuan prefectuur in Shanxi provincie China, bevindt zich het uitgebreide Yungang rotstempelcomplex, waar door de eeuwen heen taoïstische, confucianistische en boeddhistische tempels zijn gebouwd.
Delhi                     Zie: New Delhi
deva                                     God (manlijk). (Zie ook: devi, godin) Godheden zijn in het boeddhisme ondergeschikt aan de Boeddha, m.a.w. aan het hogere ideaal van de verlichting. Ze zijn opgenomen in een eigen kategorie binnen de cirkel van het wedergeboren worden en afgebeeld in het levensrad (bhavachakra). In de mythologie, de iconografie en de visualiseringstraditie nemen ze niettemin een belangrijke plaats in.
Dharamsala        Stadje in Noord-India, in de deelstaat Himachal Pradesh, hoofdstad van het district Kangra. er wonen ca. 20.000 mensen, waarvan enkele 1000-en Tibetanen. Toen de Dalai Lama in 1959 uit Tibet naar India vluchtte is Dharamsala door de toenmalige premier Nehru als residentie aan de Tibetaanse regering in ballingschap toegewezen. De Tibetanen hebben zich in het dorp Mc Leodganj, boven Dharamsala gevestigd. Er zijn opvangscentra en enkele kloosters en een bibliotheek ingericht.
dharma                                Aloude Indiase (Sanskriet) term voor niet alleen religie, maar ook de juiste inrichting van de wereld en het heelal volgens de religie, zoals op schrift gesteld. In het boeddhisme is de dharma de tweede van de drie kostbaarheden           (trikaya), de peilers waarop de religie rust, de andere twee zijn de Boeddha (verlichte grondlegger) en de sangha (monniksorde).
dharmakaya      De meest abstracte van de kategorieën in de Mahayana trikaya (drie lichamen) indeling van boeddha’s en bodhisattva’s van concreet naar abstract. Dharmakaya is de verschijningsvorm van boeddha’s, het absolute. De ander twee zijn sambhogakaya, die van het genieten van de symbolische bodhisattva’s (bv. Manjushri of Avalojkiteshvara), en tenslotte  nirmanakaya (Tib. tulku), het stralingslichaam van  historische personages (bv. Padmasamhava, Tsonkhapa of de Dalai Lama’s en vele andere concreet reïncarnerende Tibetaans religieuze functionarissen)
dhyan                                   Aandacht, concentratie, bewustzijn, meditatie. Van deze Sanskriet term zijn het Chinese ch’an en Japanse zen afgeleid. Het wordt ook wel ‘mindfulness’ genoemd, hoewel daarvoor in het Sanskriet smrti een meer specifieke term is.
dhyani boeddha              Meditatie boeddha, jina of tathagatha. Er is in het mahayana boeddhisme een reeks van vijf van deze boeddha’s die samen in een mandala worden voorgesteld als meditatieobject, met bijbehorende locaties, kleuren, bodhisattva’s enz.
Diamant sutra   Een zeer korte versie van de Prajnaparamita sutra, daterend  van ca. 300 A.D. en vooral bekend van Tibetaanse en Chinese vertalingen. De tekst richt zich met name op het shunyatta begrip. De volledige naam is Vajracchedika Prajnaparamita (diamantsnijder wijsheidsvervolmakings) sutra. (vgl. Hart sutra)
Dipankara           Er wordt in de Pali canon al melding gemaakt van 24 boeddha’s door de tijden heen. Aan ‘onze’ historische Boeddha Shakyamuni, zouden er 21 vooraf zijn gegaan en 1 zal er volgen. De toekomstige boeddha is Maitreya, van de voorafgaanden is de allereerste Dipankara (lichtmaker). Ze worden wel eens als trio afgebeeld.
Dogen                  (1200-1253) Japanse zen leermeester, grondlegger van de Soto school.  In de De Soto school is louter zitten, (shikantaza of zazen), de voornaamste meditatievorm en -focus. Uitgangspunten zijn de mahayana principes dat de boeddha-natuur al in alles en iedereen aanwezig is en de eenheid van middel en doel.
Drigungpa           Een van de overgebleven subordes van de Tibetaanse Kargyudpa orde. (Zie ook: Karmapa en Drukpa.) De Drigungpa suborde is ontstaan vanuit het Drigung klooster, dat in 1179 ten noordoosten van Lhasa is gesticht nabij meditatieplaatsen van twee belangrijke discipelen van Phagmogrupa. Als initiële leermeester wordt Jigten Gompo (1143-1212) beschouwd.  Deze orde was sinds de oprichting in conflict met de Sakyapa, niet zozeer over religieuze zaken als wel omdat ze beide houtleveranties uit dezelfde zuidelijke grensgebieden wilden zeker stellen. Dit leidde tot de totale vernietiging van het klooster door Mongoolse troepen in 1290.  Drigungtil werd echter al snel herbouwd en ook nadat aan de Mongolendynastie een eind was gekomen, bleef de Drigungpa orde langdurig de belangrijkste politieke concurrent van de Sakya.   
Drukpa                 Een van de overgebleven subordes van de Tibetaanse Kargyudpa orde. (Zie ook Drigungpa en Karmapa.) In de tijd van de Vijfde Dalai Lama (17e eeuw) werd deze orde vervolgd, zodat de Drukpa monniken naar uithoeken van de Tibetaanse regio vluchtten, naar gebieden net buiten de politieke greep van de Dalai Lama. In Ladakh wist de geleerde asceet Tagtsang repa de Drukpa orde te verbinden met de locale Namgyal koningen. In Bhutan stond de  charismatische Drugpa leider Nawang Namgyal aan de wieg van de huidige staat, door een reeks van gebieden te verenigen en er een theocratie te stichten onder leiding van een drietal Drugpa functionarissen, waaronder hijzelf en zijn reincarnaties. Het land heet sindsdien Drukyul. In 1907 werd Bhutan een monarchie met recentelijk een democratische constitutie. Nog altijd is het boeddhisme staatsreligie en is er een vertegenwoordiging van de sangha in de regering. 
duhkha                                Lijden (Zie Pali: dukkha), eerste van de 4 edele waarheden (arya-satya). De andere drie zijn 2. de oorzaak van het lijden: verlangen (trshna), haat (dvesha), en onwetendheid, avidya),  3. de opheffing: verlichting (bodhi)  en vervolgens nirvana,  en tenslotte 4. het 8-voudige pad om dit te bereiken. Duhkha is ook een van de drie basiscondities van het leven. De ander twee zijn: anitya (impermanentie, verandering) en anatman (niets bestaat op zichzelf, onafhankelijk of alles hangt met andere dingen samen).
dukkha                Pali (Zie Skt. duhkha)
Dun-huang                         (ook: Tun-huang). Zijderoute vestiging in Noord-west China, ten noorden van het Koko-Nor meer. Beroemd om rotstempels, daterend van de 6e tot de 12e eeuw. De oudste grotten tonen vroeg Chinees mahayana kunst met veel oude Indiase kenmerken. Vanaf de 8e eeuw kwamen hier ook talrijke Tibetanen en zien we Tibetaanse invloed,en ook de vroeg Tibetaanse kunst toont nog duidelijk zijn Indiase afkomst. Van groot belang is dat er grote en unieke verzamelingen Chinese, Tibetaanse en Uighur-mongoolse geschriften zijn gevonden door Paul Pelliot en Sir Aurel Stein. 
dvesha                                Haat. Een van de oorzaken van het lijden. De andere zijn verlangen (trshna) en onwetendheid (avidya). In diverse geschriften is deze lijst telkens iets anders. (Zie: klesha)
dyani-boeddha’s             Meditatie-boeddha’s (of jina’s of tatagatha’s). In tantrisch of esoterisch boeddhisme wordt dit vijftal boeddha’s verdeeld over de vier windstreken en het centrum geplaatst. Het gaat om Vairocana, Amitabha, Ratnasambhava, Akshobya en Amogasiddhi., elk met een eigen plek, kleur, handhouding, bijbehorende bodhisattva enz. met name Vairocana en Amtabha figureren als de centrale figuren en worden in andre vormen van het Mahayana boeddhisme ook afzonderlijk vereerd.  
E
edicten van Ashoka       In totaal 33 inscripties op rotsen in grotten en op pilaren (7x), die aan keizer Ashoka (272-231 v.Chr worden toegeschreven, over het bestuur volgens boeddhistische deugden. De edicten bevinden zich in Noord-India, Pakistan en Afghanistan en zijn opgesteld in het Prakrit in vier verschillende schriften.
Eisai                       (1141-1215). Japanse zen leermeester, grondlegger van de Rinzai school. In de Rinzai school wordt de zazen zitmeditatie ondersteund door de koan-methode. Door het oplossen van koan (absurdistische raadsels) wordt de leerling gedwongen het denken te controleren, dualisme te overstijgen en spontaan en eenvoudig hier en nu te zijn. Het begrip satori staat voor verlichting, waarvan de beleving van verschillende duur en intensiteit kan zijn. Je zou kunnen zeggen dat de Rinzai school meer practisch gericht is en de upaya kaushalya, de bij elke individuele leerling passende  methode probeert te vinden.
emanatielichaam            Nirmanakaya (Tib. tulku). De meest concrete van de trikaya, de verschijningsvormen in de mahayana iconografie. Het laat zich het makkelijkst interpreteren als drie abstractieniveaus van de afbeeldingen van boedhistische personages. Het dharmakaya is het meest abstracte en duidt op het totaal absolute boeddhaschap. Het sambhogakaya of genietingslichaam is de verschijningsvorm van symbolische figuren zoals bodhisattva’s met hun mooie gewaden, sjawls en sierraden. Het nirmanakaya,  stralings of emanatielichaam is waarin historische “verlichte” personages zich aan ons vertonen, zoals Padmasambhava, Songtsen gampo, Milarepa, Tsongkhapa, de Kargyudpa Gyalwa Karmapa etc.
esoterie              Traditie van geheimhouding en geheimzinnigheid die rond sommige magische en meditatieve rituelen en gebruiken wordt gehandhaafd ter wille van psychische veiligheid en ‘empowerment’.
exorcisme          Uitbanningsritueel om boze goden, geesten en demonen of krachten te verdrijven, waarvan men meent dat deze van locaties of personen bezit kunnen nemen.

F
G
Gandhara           Boeddhistisch koninkrijk ten noordwesten van het Indiase subcontinent, in het huidige Pakistan en Afghanistan, van de Indusvallei tot de Kabulvallei. Het heeft bestaan van de 1e tot de 7e eeuw, eerst onder heerschappij van Bactrische Grieken en vervolgens onder de Scytische Kushana dynastie. Een zekere koning Malinda is bekend geworden vanwege zijn vragen over de leer, die zijn opgetekend in het Pali geschrift Malindapanha. Ten tijde van de vorsten Kanishka I en II heeft hier het 4e boeddhistische concilie plaatsgevonden. Talrijke archeologische vondsten tonen dat Gandhara een belangrijk cultureel centrum is geweest. Het strijdt met het Indiase Mathura om de eer van de eerste afbeelding van de boeddha als persoon. De Gandhara kunstuitingen tonen een Persisch-Hellenistische en Centraal-Aziatische invloed, terwijl die van Mathura meer autentiek Indiaas zijn en gemengd boeddhistisch en hindoe.
gate gate paragate parasamgate bodhi svaha   ”Gegaan, gegaan, voorbijgegaan, voorbij alles gegaan, verlichting gezegend”  (“Gone, gone, gone beyond, gone completely beyond, enlightenment, hail”) Mantra behorende bij de prajna paramita (perfect inzicht, wijsheidsvervolmaking) kernbegrip van de Prajnaparamita sutra (en de samenvattende Diamant en Hart sutra’s)  
Gautama             Clannaam van de Boeddha
gebed                                  Ritueel communiceren of in gesprek gaan met de als persoon (god, geest, demon, duivel) voorgestelde niet-empirische realiteit, waardoor er verzoening plaatsvindt, een gunstige(r) situatie ontstaat of om een gunst wordt gevraagd. Het gebruik om mantra recitatie als gebed te interpreteren of gebed te noemen, kan als een vorm van Christelijk etnocentrisme gezien worden en doet eigenlijk geen recht aan de feitelijke  vorm noch de intentie van het boeddhistisch of hindoe ritueel.
geestesvlucht   Zie: spirit flight
Gelugpa              ‘Deugdzame’ Tibetaanse kloosterorde, gesticht doorTsongkhapa (1357-1419, als ‘hervormde voortzetting van de Kadampa traditie. De door Chinezen “geelkappen” genoemde orde is vooral door toedoen van de Grote Vijfde Dalai Lama in de 17e eeuw een dominante rol gaan spelen in Tibet, waarna de Dalai Lama incarnanten althans in principe geestelijk en wereldlijk leider zijn geweest, tot de de Chinese annexatie in 1950 en de vlucht van de huidige 14e Dalai Lama naar India een einde maakten aan de theocratie. In praktijk is er na de Vijfde pas met de 13  Dalai Lama van stabiel leiderschap sprake, terwijl de 14e en huidige Dalai Lama al snel na zijn installatie naar India is moeten vluchten.
Grote Vijfde      De vijfde Dalai Lama, Nawang Lobsang Gyatso (1617-1682), in zijn machtspositie gesterkt door de Mongoolse Gusri Khan, heeft in feite de Tibetaanse theocratie op de kaart gezet door de Tibetaanse politieke invloedsfeer uit te breiden tot de gerenzen van het rijk van de oude koningen. Naar analogie van Songtsen Gampo voerde hij de Dalai Lama incarnatie lijn terug op de bodhisattva Avalokiteshvara. In Lhasa liet hij het Potala kloosterpaleis bouwen, genoemd naar de zuid-indiase mythische residentie van de bodhisattva. Tevens installeerde hij zijn leermeester, Chokyi Gyaltsen, als abt in het Tashilhunpo klooster in Shigatse als en voerde deze incarnatielijn van deze Panchen Lama terug op de boeddha Amitabha (die als dharmakaya representatie als geestelijke vader van Avalokiteshvara wordt gezien). De dood van de Grote Vijfde is door zijn regent, Sangye Gyatso, die werd aangesteld toen de Nawang Lobsang aan het eind van zijn leven in retraite ging, vijf jaar lang geheim gegouden.
Guanyin              Chin. (Jap. Kannon) voor Avalokiteshvara, bodhisattva van het mededogen (karuna).  In de loop der tijd krijgt deze bodhisattva in de Chinese en Japanse mahayana kunst dikwijls een nogal vrouwelijk uiterlijk.
Gupta dynastie                Indiase koningsdynastie die over Noord- en Centraal-India heerste tussen 350 en 650 A.D. De Gupta periode was een culturele bloeitijd van alle karakteristieke aspecten van de Indiase cultuur, inclusief het boeddhisme. Met name de Nalanda universiteit trok veel mahayana leermeesters en pelgrimsmonniken uit o.a. China.
Guru Rimpoche                                               Zie: Padmasambhava
guru yoga           Meditatie of yoga techniek waarbij men zich oefent in devotie en overgave aan de guru en de meester-leerling lijn terugvoert tot de wortel-lama en zich de kernfiguren levensecht voor de geest haalt en met hen identificeert. Het is vooral in het Tibetaans boeddhisme dat de guru yoga wordt beoefend.
guru                      Leermeester (Tib. lama)

H
Hart sutra           Een ultrakorte samenvattende mahayana sutra over de kernleer, het hart, van de prajnaparamita. Deze zou door de bodhisattva Avalokiteshvara in meditatie zijn gerealiseert en komt erop neer dat vorm leegte is en leegte vorm, met andere woorden: de aardse relatieve wereld (samsara) is de manifestatie van het absolute, en het absolute (nirvana) bestaat alleen in de vorm van zijn manifestatie in de aardse wereld (samsara). De Hart sutra is populair in Ch’an, Tiantai en diverse andere Oost-Aziatische scholen. Vermoedelijk is de sutra oorspronkelijk in het Chinees opgesteld en later in het Sanskrit terugvertaald. In het Sankrit luidt de mantra waarmee de prajnaparamita wordt verbonden: gate gate paragate parasamgate bodhi svaha (“gone, gone, gone beyond, gone completely beyond, enlightenment, hail”)
                               (vgl. Diamant sutra)
Hayagriva            Tantrische woeste beschermgod met een groene paardenkop, een boze manifestatie van Avalokiteshvara,  van Indiase oorsprong en wellicht in verband te brengen met een secundaire Vishnu avatar als half mens-half paard. In de Tibetaanse tempels vinden we Hayagriva en Vajrapani binnen afgebeeld aan weerszijden van de ingang.
heelmeester     Een van de rollen die men aan de Boeddha toebedeeld. In de mahayana ikonografie verschijnt een afzonderlijke medicijnboeddha (Bhaishajya-guru, Tib. Manla) met name in Tibet, China en Japan.
hemel(s paradijs)                           Vanaf het begin worden in het boeddhisme hemelen als behorend tot de vijf of 6 regio’s binnen het samsara, de tijdelijke wereld van het lijden en wedergeboren worden, geplaatst. Het zijn regio’s van goden en halfgoden, waar heilzaam (kushala) en deugdzaam of verdienstelijk (punya) leven toegang toe geven, en fysieke en geestelijke pijn afwezig zijn. In het mahayana boeddhisme en met name in de pure land scholen worden de hemelse paradijzen waar boeddha’s, bodhisattva’s en sommige verlichte leermeesters resideren positiever, als boeddha-”velden” (buddha-kshetra) gezien, waar boeddha’s nog in menselijke vorm resideren, een soort uiteindelijk voor iedereen toegankelijk soort voorportaal naar nirvana gezien. Onder pure land scholen is vooral Amitabha’s paradijs, Sukhavati populair. Maitreya volgelingen richten zich op de Tushita hemel, terwijl de Tibetaanse oudste school van de Ningmapa een hemelse wereld (Zangtok Pelri) rond hun grote tantrische leermeester Guru Rimpoche (Padmasambhava) visualiseren.
hinayana             Klein voertuig.  Neerbuigende aanduiding van het oudere theravada boeddhisme door mahayana volgelingen. In het oude boeddhisme en de vroege boeddhistische scholen, van voor het ontstaan van de mahayana richting, zoals we die nu nog in Sri Lanka en in zuidoost-aziatische landen vinden, is het ideaal primair de arhat die verlichting voor zichzelf bereikt en na zijn dood het nirvana ingaat. De leek kan via extra geloftes upashaka worden, maar alleen voor de monnik is het arhatschap binnen bereik.
hindoe                                 Volgeling/aanhanger/lid van het hindoeisme, de hindoe gemeenschap of religie. Strikt gesproken wordt men als hindoe geboren, maar er zijn ook kasteloze hindoes, sadhu’s en yogi’s die zich buiten het kastesysteem plaatsen en ook bijvoorbeeld talrijke westerlingen die zich tot het hindoeïsme hebben bekeerd of als hindoe beschouwd kunnen worden.
Hindoeïsme en boeddhisme zijn in zoverre met elkaar verbonden, dat het boeddhisme als een van de nieuwe individueel meditatieve stromingen, in feite is voortgekomen uit het hindoeïsme. Het heeft dan ook veel elementen van de hindoe wereldbeschouwing en godenwereld overgenomen.
hindoeïsme       Religie van India (Hindusthan), ook al vinden we inmiddels ook vele hindoes buiten India. Getalsmatig gezien is het hindoeïsme een van de vier wereldreligies en de oudste. Het heeft niet echt een stichter of grondlegger, maar de oorsprong van het hindoeïsme kan gevonden worden in de Veda en Upanishad geschriften als doorgegeven door de brahmanen priesterkaste. Later heeft het zich meer divers ontwikkeld en een veelvoud van maatschappelijke wereldbeschouwlijke invloeden ondergaan, waardoor het zich moeilijk kort laat omschrijven. Zo kent het  hindoeïsme vele goden en godinnen, maar wordt aan het wezenlijk polytheïstische karakter getwijfeld. Het heeft zich ontwikkeld tot verlichtingsreligie met tot op heden een sterke band met de kastenstructuur en het huwelijkssysteem van India. Anderzijds zijn er individuele devotionele en meditatieve wegen binnen het hindoeïsme mogelijk. Vanuit het hindoe standpunt is de Boeddha een van de talrijke Indiase guru’s die voor zichzelf zijn begonnen. Hij heeft het zelf zo ver geschopt, dat hij is uitgeroepen tot 7e avatar (verschijningsvorm) van de grote hindoe god Vishnu, en daarmee is het boeddhisme als het ware in het hindoeïsme geïncorporeerd. 
Honen             (1133-1212) Grondlegger van de Japanse Pure land school. Hij volgde Shan-tao’s commentaar op de Meditatie sutra, waarin het louter reciteren van de Nembutsu formule werd gepropageerd. Verder was Amitabha’s compassie of medelijden (karuna) genoeg om als tariki (macht van buitenaf) op te vertrouwen.
Hotei              Jap. (Zie: Chin. Pu-tai)
Hua-yen          Oorspronkelijk een belangrijke Chinese mahayana school met een zeer abstracte filosofisch perspectief dat in hoog aanzien stond. Karakteristiek is de classificatie van de leer en de theorie van de ongehinderde interpenetratie van alle fenomenen. Huayen. Ook van deze school geldt de derde patriarch, Fa-tsang (643-712, ook Hsien-shou genoemd) als de stichter. De Hua-yen leer baseert zich op de Avatamsaka sutra (Chin. Hua-yen ching), die beschrijft hoe een boeddha (Mahavairocana) de wereld ziet. Deze sutra zou door de historische Boeddha onmiddellijk na zijn eigen verlichting zijn uitgesproken. De theorie van de onghinderde interpenetratie van fenomenen behelst de aanwezigheid van het absolute, de boeddha-natuur in alle fenomenen, maar ook het feit dat delen niet zonder het geheel bestaan en omgekeerd, wat een ongehinderde interpenetratie van alles met en door alles veronderstelt. De school is door patronage in grote kloosters geconcentreerd en in de  9e eeuw in de Tang periode toen het boeddhisme in China hevig vervolgd werd, nagenoeg volledig ten onder gegaan, terwijl meer gedecentraliseerde tradities, zoals Ch’an en Pure land zijn blijven voortbestaan.                                                                                                                                    Wel is de Hua-yen school door de Koreaanse monnik Shinjo en zijn leerling R(y)oben (689-773) onder de verbasterde naam Kegon in Japan geïntroduceerd. Daar mochten de Kegon monniken zich onder keizerlijke patronage in de Todaji tempel in Nara vestigen waar al in 749 een groot beeld van Mahavairocana is opgericht. Hoewel ook in Japan de abstracte filosofie zeer gewaardeerd is, heeft de school zich eigenlijk nooit onafhankelijk van het Tendai boeddhisme kunnen ontwikkelen.
Hui-k’o           Leerling van Bodhidharma en 2e ch’an patriarch.

I
India                                     Grootste land van het Zuid-Aziatische of Indiase subcontinent met op China na de grootste bevolking ter wereld (3.287.263 km² en 1.2 miljard inw.) Ook gaat India er prat op de grootste democratie ter wereld te zijn. India is het geboorteland van het boeddhisme. (Weliswaar is de Boeddha geboren in Lumbini, net over de Nepalese grens, maar die grens noch de staten zoals we die nu kennen bestonden toen.) Het optreden van de Boeddha vond vnl. plaats in de Gangesvlakte, in Koshala en Magadha. Het boeddhisme kreeg echter pas ten tijde van keizer Ashoka (3e eeuw v. Chr.) van de Maurya dynastie zijn grootste verbreiding in India. Invallen van Hunnen in de 5e eeuw en uiteindelijk Turkse en Afghaanse moslims tussen de 11e tot 13e eeuw en de vestiging van sultanaten en Moghulheerschappij, hebben het Boeddhisme doen verdwijnen uit India. Alleen in Tibetaans culturele grensgebieden, zoals Ladakh, Zanskar, Spiti, Sikkim en Arunachal Pradesh vinden we vanuit Tibet gevestigde Tibetaans boeddhistische gemeenschappen. Voorts zijn er enkele Tibetaanse vluchtelingen-gemeenschappen. In totaal zijn er nog geen 200.000 Tibetaans boeddhisten in India. Van geheel andere orde is de ‘Dalith buddhist movement’ en de Bharatiya Bauddha Mahasabha, (Buddhist Society of India), geleid in de jaren 50 van de 20e eeuw door Bhimrao Ramji Ambedkar (1895-1956), met nog altijd enkele miljoenen leden. Tenslotte zijn er een groot aantal boeddhistische monumenten en archeologische vindplaatsen en pelgrimsoorden in India en Nepal: zoals Svayambhu en Bodhnath bij Kathmandu; Lumbini bij Bhairava, in Nepal. Bodh  Gaya; Sarnath bij Varanasi; Kushinagara bij Lucknow; Rajgriha; Shravasti; Vaishali; Sanchi; Ajanta; Nalanda; Ellora; Delhi: Ashoka zuilen.
Indonesië           Grootste.eilandenstaat (14.5 duizen eilanden) ter wereld, behoort tot in Zuidoost-Azië, ligt tegenover Maleisië in de Grote oceaan. Totale oppervlakte 1.9 miljoen km², bevolking 260 miljoen, waarvan 86 % moslims. D.w.z. dat er in geen ander land terwereld meer moslims wonen dan in Indonesië. Voor de introductie van de Islam in Indonesië in de 13e-16e eeuw is er veel invloed vanuit India geweest, van hindoeïsme, zowel als boeddhisme. Alleen op het eiland Bali is van de bevolking van 3.5 miljoen de grote meerderheid hindoe. Het aantal boeddhisten is tegenwoordig miniem en beperkt tot slechts een deel van de Chinese immigrantenbevolking. Toch bevindt de grootste stoepa ter wereld zich in Indonesië, het Borobudur complex op Midden-Java.
indo-tibetisch   Stijlkarakterisering van West-Tibetaanse kunst uit de tijd van de tweede verbreidingvan het boeddhisme in Tibet (10-11e eeuw). Vanuit West-Tibet trok de grote vertaler Rinchen Zangpo (958-1055) tweemaal naar Noord-India om de beroemde Indiase leermeester Atisha uit India naar Tibet te laten komen. Rinchen Zangpo leerde in India Sanskrit en kwam als vertaler ,Lotsawa, bekend te staan, maar ook zou hij op zijn reizen in totaal 108 kloosters en tempels hebben gesticht. Beroemde plaatsen waar deze indo-tibetische West-Tibetaanse kunst te vinden is zijn: Alchi in Ladakh, Lalung en Tabo in Spiti, Nako en Charang in Kinnaur, en tenslotte Tholing en Tsaparang in West-Tibet zelf.
Indra                                    Vedische oppergod in het hindoe pantheon. In de vroege mahayana boeddhistische kunst ook als beschermgod afgebeeld.
initiatie                                Rituele inwijding, waardoor men een nieuwe fase van het leven of van een studie ingaat, of van een nieuwe groep of gemeenschap lid wordt.
ithyfallisch          In de kunst of iconografie: afgebeeld met een erectie.

J
Japan                                   Eilandstaat (opp. 378.000km²) in de grote oceaan ten oosten van het Aziatisch continent. Van de meer dan 6000 Japanse eilanden zijn er 4 veruit de grootste en op het allergrootste eiland Honshu ligt de hoofdstad Tokyo met 40 miljoen van de in totaal 128 miljoen inwoners. Traditionele religie in Japan is een combinatie van shintoisme en boeddhisme, maar de grote meerderheid van de Japanners leidt tegenwoordig een werelds leven. Boeddhisme heeft altijd een zeer bepalende rol gespeeld in de Japanse cultuur en er is nog altijd een groot aantal boeddhistische kloosters en tempels en pelgrimsplaatsen. Het boeddhisme is in de 6e eeuw uit China naar Japan gebracht in de Tendai (Chinees mahayana) en Shingon (tantra) varianten. In de 13e eeuw wierpen zich hervormers op in de oude hoofdstad Kyoto, m.n. Shinran, Dogen en Nichiren. Shinran stichte de Jodo Shinshu, de ‘echte zuivere land’ school die met zijn Namo Amida Butsu mantra methode grote populariteit verwierf. Dogen begon de Soto zen school, voortbordurend op de Chinese Ch’an leer, die vooral zazen (louter zitten) beoefent en het doen als doel op zich. Een tweede zen traditie werd in dezelfde tijd door de Rinzai school beoefend, waar men met non-conformistische raadsels de leerling tot onmiddellijk inzicht wil shockeren. Nichiren vereenvoudigde de Tendai leer door zich op enkel en alleen de recitatie van de lotus sutra (Jap. daimoku) te richten. Uit het Nichiren boeddhisme is in de 2e helft van de 20e eeuw een politiek nationalistische boeddhistische beweging voortgekomen.
Jataka                   Legendarische vertellingen in het Pali over het leven en de vorige levens van de Boeddha.
jien-hsing           Zie: kensho
Jodo shin shu    “Echte” Pure Land school, gesticht door Honens leerling Shinran (1173-1262). Shinran werd van wege de conflicten die Honens nieuwe leer had uitgelokt, samen met zijn leermeester vast gezet en als monnik ge-excommuniceerd. Als leek en huisvader ging hij echter verder de leer van Amida’s Pure Land te verkondigen, maar zijn nadruk lag nu op “other-power” (tariki) i.p.v. “self-power (jiriki), m.a.w. de volledige afhankelijkheid van Amida en diens gelofte de mens zijn hemel in te geleiden. Alles draait om absoluut geloof. De nembutsu matra: “Namo Amida Butsu”, hoeft dus niet oneindig vaak, maar desnoods maar één enkele keer te worden uitgesproken, als het maar met volledig geloof en overgave is. Verder dient men zich eenvoudigweg aan de boeddhistische voorschriften te houden en rituelen uit te voeren. In de 15e eeuw gaf Rennyo deze school een nieuwe uitbreiding en het werd de grootste boeddhistische mahayana stroming  
Jodo shu             Pure Land school, in Japan gesticht door Honen 1133-1212. Honen was een Tendai monnik en de eerste die een nieuwe boeddhistische school oprichtte zonder keizerlijke toestemming, waardoor hij in conflict kwam met niet alleen zijn Tendai collega’s maar ook de Japanse autoriteiten. De school legde minder nadruk op het monnikschap, en merkte voor iedereen het zo veel mogelijk reciteren van de nembutsu mantra Namo Amida Butsu aan als de zekere weg naar de hemel van Amitaba, maar Honen bleef zich zelf ook bezig houden met andere religieuze praktijken en ook het monnikschap en de boeddhistisch ethiek propageren. Honens leer was in feite minder radicaal dan die van de Jodo Shin shu.

K
Kagyudpa           Tibetaanse kloosterorde die teruggaat op de Indiase mahasiddhi’s Tilopa en Naropa en vervolgens door de Tibetaanse meestervertaler Marpa (1012-1097) en zijn leerling en beroemde asceet Milarepa (1040-1123) in Tibet is geïntroduceerd. Milarepa’s leerling was vervolgens Gampopa (1079-1153), ook wel Dagpo lha-rje, de geneesheer uit Dagpo, genoemd. Zijn leerling Phagmogrupa (1110-1170) stichtte het belangrijke Kagyudpa klooster Densathil, in Centraal-Tibet. De orde combineert sinds Gampopa, de tantrische Mahamudra leer die hij van zijn vier voorgangers had doorgekregen met de langzame weg van de Kadampa orde. Het laatste gaf aanleiding tot verschillende interpretaties, die gecombineerd met politieke allianties en belangen, reden zijn geweest waardoor de Kargyudpa orde is verdeeld in verschillende subscholen. Daarvan resteren er drie: Drukpa, Drigungpa en Karmapa.
Kadampa            Tibetaanse kloosterorde, die teruggaat op de Indiase meester Atisha (980-1055). Atisha doceerde aan de Indiase Vikramashila kloosteruniversiteit en was door de West-Tibetaanse vertaler Rinchen Zangpo naar Tibet uitgenodigd. Daar stichtte hij samen met Dromton de Kadampa orde. Deze orde legde de nadruk op het langzame pad naar de verlichting, als uiteengezet door Atisha in zijn belangrijkste werk, de Bodhi-patha-pradipa (lamp voor het pad naar de verlichting). De Kadampa orde bestaat zelf niet meer, maar vormt de basis waarop de grote hervormer Tsonkhapa de deugdzame Gelugpa orde (ook wel Geelkappen) fundeerde. De Gelugpa orde zou uiteindelijk vanaf de Grote Vijfde Dalai Lama machtigste van Tibet worden en meer dan drie eeuwen lang de theocratische regering vormen.   
Kailash                                 Heilige berg in West-Tibet ten noorden van de Kanjiroba, een berg op de grens van Tibet en de uiterste noordwest-  hoek van Nepal. Tussen de Kanjiroba en de Mt Kailash liggen het Manasarowar meer en het Raksha tal  Zoals in theorie iedere berg wordt de Mt Kailash met de mythische berg Meru ge-associeerd. Meru is de axis mundi in de Indiase kosmologie. De reden waarom de Kailashberg in het bijzonder deze belangrijke plaats krijgt toegewezen is niet alleen zijn bijzondere drievlakspiramidale vorm, maar ook omdat hij als het ware midden tussen de stroomgebieden van de Indus, Sutlej, Karnali en Brahmaputra gelegen is. Ook al liggen de werkelijke bronnen ver uiteen, er is alle reden waarom men zich kan voorstellen dat ieder van deze vier belangrijke Himalayarivieren op de Mt Kailash ontspringt. Voor Hindoes, Jains, Tibetetaans boeddhisten en Bon-aanhangers is de Kailash een heilig pelgrimsreisdoel.
Kandy                                  De meest recente van de oude hoofdsteden van Sri Lanka, tot de Britten in 1815 het bestuur overnamen. In Kandy bevindt zich de Dalada Maligawa, de tempel van de tand. In de 4e eeuw voor Chr . zou  een hoektand van de boeddha door de zoon en dochter van de grote Mauryakeizer Ashoka naar Sri Lanka zijn gebracht en sindsdien altijd door de diverse koningsdynastieën van het eiland bewaard.  De tempel is een belangrijk pelgrimsoord en op de UNESCO werelderfgoedlijst geplaatst.
Kanishka             Naam van de belangrijkste Kushana koning(en). Hun rijk moet zich tussen de 1e en 3e eeuw hebben uitgestrekt van Gandhara (Afghanistan) tot aan de Ganges en omvatte een reeks van boeddhistische cultuurcentra.
Kapilavastu                        Stad of paleislocatie waar de Boeddha in zijn jonge jaren heeft gewoond. Het was mogelijk de hoofdstad van het Shakya stamgebied.
karma                                   Indiase wet van oorzaak en gevolg, waardoor men in verschillende vormen zal worden wedergeboren. Door verdienste (punya) te vergaren op religieus en ethisch vlak kan men gunstiger reïncarneren. Behalve de lagere regionen van dieren, hongerende geesten en hellen van foltering en extreme hitte en koude, zijn er ook positivere mogelijkheden zoals de wereld van halfgoden en goddelijke paradijzen, maar allerbeste is uiteindelijk de menselijke vorm, want alleen met die vorm is de bevrijding of verlichting verbonden.
Karmapa             Tibetaanse kloosterorde, een van de drie nog bestaande subordes van de Kargyudpa.orde.
karuna                                 Compassie, mededogen, begrip voor anderen. De grootste deugd in het mahayana boeddhisme, verbonden met het bodhisattva ideaal in het algemeen en Avalokitehvara, de meest populaire bodhisattva, in het bijzonder.
Kasjmir                Eng. Kashmir. Regio in Noordwest-India, deel van de deelstaat Jammu & Kashmir. Sinds de Partition (1949) heeft Kasjmir twee omstreden gebieden de facto moeten afstaan aan Pakistan, Azad Kashmir en Baltistan. Intussen maakt een gewelddadige onafhankelijkheidsbeweging het voor India al evenlang nodig om met een grote legermacht aanwezig te zijn in dit in meerderheid islamietische gebied. Alleen de helft van het aan de noordoostelijke Chinese grens gelegen district Ladakh en het daar ten zuiden van gelegen subdistrict Zanskar, zijn sinds Tibetaanse immigratie in de 8e eeuw Tibetaans boeddhistisch gebleven. Een deel van Ladakh is in de jaren zestig door China ge-annexeerd voor de aanleg van een strategische weg tussen Lhasa en Sinchiang. Dit is een tweede reden voor aanhoudende militaire aanwezigheid van India in dit deel van Kasjmir.                                                                                                De Kasjmir vallei zelf rond de zomerhoofdstad Srinagar is een van de weinige grote vlakke vruchtbare streken in de Himalaya (vgl. Kathmandu) en vanouds een bloeiend cultuurgebied. Het lag bovendien op een van de Zijderoute verbindingen tussen tussen India en Centraal-Azia. Ver voor de introductie van de Islam moet het zowel voor hindoes als boeddhisten een belangrijk cultuurcentrum zijn geweest. Pas in de 15e eeuw is het onder islamietisch bestuur gekomen, maar dat werd in de 19e eeuw onderbroken door de veroveringen van de door Sikhs gesteunde Dogra’s Het feit dat de hindoe Dogra koning het islamietische gebied weigerde af te staan ten tijde van de Partition, is doorslaggevend geweest bij het ontstaan van de omstreden gebieden en daarmee de “kwestie Kasjmir”.
Kathmandu        Hoofdstad van Nepal. Kathmandu ligt in een grote vlakke vallei temidden van de Himalayabergen (vgl. Shrinagar in Kasjmir). Het is door de eeuwen heen een belangrijke plaats aan karavaanroutes tussen India en Tibet geweest. Er heeft zich een stedelijk cultureel centrum ontwikkeld en en vanaf de Malla periode (13e eeuw), een verzameling stadstaten . De belangrijkste Nepalese bevolkingsgroep van de Kathmandu vallei zijn de Newari, maar zij zijn in de loop der eeuwen altijd door diverse Indiase dynastieën geregeerd.                                                                             Boeddhistisme moet al voor onze jaartelling in de tijd van de Licchavi dynastie zijn geïntroduceerd. Pas in de 18e eeuw zijn het de Gurka’s geweest die het grotere gebied dat wij tegenwoordig als Nepal kennen hebben veroverd en tot een staat hebben verenigd. De invloed van hindoeïsme en boeddhisme is in het verleden altijd wisselend geweest. Nepal heeft wel moslim invasies, maar nooit islamietisch bestuur gekend. Daardoor zijn er met name in de Kathmandu vallei unieke vormen van tantrisch hindoeïsme en boeddhisme te vinden die ooit in India moeten hebben bestaan. Verder zijn er bij tijden Tibetaans-boeddhistische invloeden uit het noorden geweest. Onder de Gurkha Shah dynastie is het hindoeïsme staatsreligie geworden, maar in 2008 is na een langdurige burgeroorlog aan de monarchie een einde gemaakt en is Nepal een federale republiek geworden. In Kathmandu zijn talrijke boeddhistische bezienswaardigheden. Er zijn stoepa’s op iedere straathoek, een tweetal zijn uitzonderlijk groot en oud: Svayembhu-nath en Bod-nath. Verder  is er een groot aantal oude boeddhistische vihara’s (kloosters). Ten noorden van de stad hebben zich rond de Bodh-nath stoepa  in de 2e helft van de 20e eeuw veel Tibetaanse vluchtelingen en Sherpa’s gevestigd en is een aanzienlijk Tibetaans boeddhistisch centrum ontstaan met talrijke kloosters entempels tussen de stupa en het Kopan klooster. Newari boeddhistische monumenten vinden we vooral in het nabij Kathmandu gelegen Patan.
Kegon                  Japanse verbastering van Huayen, een oude Chinese mahayana school die ook in Japan is geïntroduceerd, maar in geen van beide landen met scholen als Ch’an of Pure land vergelijkbare populariteit heeft gekend of gehouden.
kensho                Lett. je eigen ware aard d.w.z. je boeddha-natuur zien. Een van de termen die in het zen boeddhisme worden gebruikt voor inzicht of verlichting. Zie ook: satori
kernboeddhisme            Een term die Paul van der Velde in zijn inaugurele rede citeert voor het imaginaire basale rationele atheïstische boeddhisme van sommige Westerse volgelingen. Volgens hen zou boeddhisme geen religie zijn maar een levenswijze. De vorm van boeddhisme die zij hiermee creëren is louter op selectieve studie van oorspronkelijke geschriften gebaseerd en geheel uit zijn oorspronkelijke Aziatische maatschappelijke context gelicht. Het is natuurlijk ieders goed recht om een eigen vorm van boeddhisme samen te stellen, maar de term is daar dan alleen op van toepassing wanneer we de suggestie van Robinson & Johnson dat er meerdere boeddhismen zijn, accepteren. De meeste andere boeddhismen vallen wel degelijk binnen de (het gros van de) definitie(s) van religie.
kin-hin                 Jap. Langzaam aandachtig voetje voor  (half) voetje lopen, een meditatievorm in zen boeddhisme, waarmee zazen wordt afgewisseld om de bloedsomloop te herstellen.
Kinnaur                                District in de Indiase deelstaat Himachal Pradesh, dat samen met Spiti een ander distrikt van deze deelstaat, aan Tibet grenst. In Kinnaur stroomt de Sutlej rivier India binnen. Een klein deel (slechts een paar  %) van de bevolking (van in totaal 85.000 mensen) is Tibetaans-boeddhistisch. In het oostelijk deel zijn enkele kloosters te vinden die teruggaan op de periode waarin de grote West-Tibetaanse Lotsawa (vertaler) Rinchen Zangpo (958-1055) langdurige India reizen maakte en onderweg het legendarische aantal van 108 kloosters en tempels stichtte.
koan                                     Jap. Raadselachtige vraag, uitspraak, dialoog of ultrakort verhaal. Koans vormen leermethode en meditatieonderwerp van de Rinzai zen school. De methode wordt al in de 10e eeuw  genoemd in geschriften van de Chinese Linchi school, waarvan Rinzai de Japanse voortzetting en verbastering is. Er zijn beroemde oude koan-anthologieën, zoals de “Blue Cliff Records”(11-12e eeuw) en de “Gateless gate” (12-13e eeuw), maar in feite is het een levende traditie en worden er nog altijd nieuwe gecreëerd. Voorbeelden van oude koans: “Wat is het geluid van één klappende hand?”; “Wat was je gezicht voordat je geboren werd?”; “Heeft een hond de buddha-natuur?”, antwoord: (Chin.) “Wu” of (Jap.) “Mu”!             “Als je de Boeddha ontmoet, dood hem; als je patriarchen ontmoet, dood ze; als je een arhat ontmoet, dood hem;als je je ouders ontmoet, dood ze! Zo bereik je de verlichting.” De koans zijn kenmerkend voor het non-conformisme van het Rinzai zen boeddhisme. Ze bedoelen door shockeren momentaan inzicht en onmiddellijke verlichting(sbeleving) teweeg te  brengen. (Vgl. Soto)
kora                      Tib. Cirkel of rituele ommgang. Zie: parikrama
Korea                                   Oostelijk schiereiland op het Aziatisch continent, tegenover Japan. 220.000 km², waarvan 120.000 van Noord-Korea (bevolking: 25 miljoen) en 100.000 van Zuid-Korea (bevolking 51 miljoen) inclusief 3000 eilanden. Vanaf de 1e eeuw v. Chr.tot het begin van de 20e eeuw is er sterke Chinese invloed geweest in dit gebied. Van 57 v Chr. tot 668 weten we dat er een drietal koninkrijken in Korea hebben bestaan. In 372 werd het boeddhisme er geïntroduceerd. Na 668 is de regio door de Silla dynastie in samenwerking met de Chinese Tang vorsten verenigd en heeft het boeddhisme een bloeiperiode gekend tot de 10e eeuw. Daarna pas werd Korea onder de Goryo dynastie een zelfstandige staat. De Goryo vorsten (naar wie Korea in het Westen is genoemd)  moesten in 1392 de macht laten aan de Joseon dynastie die hulp kregen van de Chinese Ming keizer. In 1394 werd Seoul hoofdstad. Korea heeft dikwijls een isolationistische houding aangenomen ten aanzien wat van zee kwam, mede wellicht door talrijke Japanse aanvallen. In 1910 heeft Japan Korea zelfs geannexeerd tot de 2e Wereloorlog aan toe. Daarna werd het tijdelijk gesplitst langs de 38e breedtegraad en opgedeeld tussen de invloedsferen van de VS en de Sovjet Unie, waardoor er een communistisch en een open democratisch deel ontstonden en die tweedeling is onder invloed van communistisch China van Mao blijven bestaan toen er formeel twee onafhankelijke staten werden gecreëerd. Pyongyang is de hoofdstad van Noord-Korea. Van 1950 tot 1953 zijn Noord- en Zuid Korea verwikkeld geweest in de Koreaanse oorlog waarin enkele miljoenen het leven hebben verloren en die strikt gesproken nog niet is afgelopen. In Noord-Korea is sprake van totale onderdrukking van het boeddhisme. In Zuid-Korea is ca. 29 % van de bevolking Christen 23 % boeddhist. Het boeddhisme heeft in Korea erg te lijden gehad na de Japanse bezetting. Een aanzienlijk deel van de bevolking heeft zich uit verzet tegen communisme enerzijds en Japan anderzijds tot het Christendom bekeerd. Bovendien is er een interne strijd ontstaan tussen Japanse stijl monnikschap, waarmee huwelijk en drankgebruik gecombineerd konden worden, en een hervormingsbeweging, de Chogye orde. De laatste koos voor een louter volgens vinaya regels geordineerde sangha en is de dominante stroming geworden. Noord-Korea heeft zich als communistische dictatuur in sterke mate geïsoleerd en door het ontwikkelen van karnwapens veel vijanden, waaronder de VS, gemaakt. In verband met de Olympische winterspelen 2018, is er sprake van enige verzoening tussen Noord-en Zuid-Korea.
Koshala                               Zelfstandig koninkrijk in de tijd van de Boeddha, gelegen in de Gangesvlakte ten noordwesten van Magadha, het andere grote koninkrijk van die dagen. Hoofdstad van Koshala was Shravasti, waar de Boeddha graag verbleef.     Niet veel later werd Koshala vanuit Magadha binnengevallen en geannexeerd. Nu zijn er in Saheth and Maheth op de grens van de Gonda en Bahreich districten van U.P. nog ruineuze archeologische vindplaatsen, waarvan Maheth met de stad Shravasti en Saheth met het nabjgelegen Jetavana klooster verbonden worden.
Kumbum             Tib. “100.000 lichamen”. 1. Een bepaald type stupa, zoals die van Gyantse in Centraal-Tibet en in feite ook de Borobudur op Java, waar men linksom in een spiraalvorm een rituele ommegang omhoog kan maken en dan langs talrijke (“100.000”) boeddha afbeeldingen (lichamen) komt en achtereenvolgens langs steeds hogere niveaus van de trikaya indeling. Men kan zo tijdens de ommegang het bereiken van de absolute verlichting visualiseren. Wanneer de boeddha’s in speciale nissen zijn gebouwd spreken de Tibetanen ook van een “Tashi go mang” (veel gelukzalige ingangen) stoepa.                  2. Naam van een belangrijk Gelugpa klooster in Shining in Noordoost Tibet. Het klooster bevindt zich op de plaats  waar de grote leermeester-hervormer en stichter van de Gelugpa orde is geboren, op meer precies de plaats waar een druppel bloed van zijn doorgesneden navelstreng zou zijn gevallen, of waar zijn moeder de nageboorte heeft begraven. Daar is een wonderbaarlijke bodhi-boom gegroeid met op ieder blaadje de afbeelding van een boeddha, een stupa of een Aum teken (wat weet men niet precies, maar ze symboliseren allemaal het lichaam van de verlichte). Een andere legende luidt dat Tsonkapa’s moeder hier in zijn opdracht een kleine stupa van het kumbum type heeft gebouwd en uit de centrale houten as van die stoepa de wonderboom isgegroeid.) Hoe dan ook, er bevindt zich nog altijd een bo-boom in het klooster waarvan de blaadjes jaarlijks worden verzameld en aan pelgrims uitgedeeld.
kushala                Positief denken en handelen, wat goed karma of verdienste (punya)  bezorgt.
Kushana dynastie           Dynastie van Turkse of Scytische origine, die in de 1e tot 3e eeuw van Gandhara tot Magadha (van Afghanistan tot de Ganges) heeft geheerst. De beroemdste koning(en) staat (of staan) te boek als Kanishka.
Kyoto                   Van de 8e eeuw tot 1868 hoofdstad van het Japanse keizerrijk, met talrijke tempels en kloosters.

L
Lankavatara sutra           In 3 versies (5e tot 8e eeuw) in het Chinees vertaalde mahayana sutra. Het is een nogal onsystematische verzameling leringen van een breed scala van mahayana ideeën, over zowel de tathagata garbha (embryonale boeddha natuur in alles), als de alaya-vijnana (opslagplaats van bewustzijn: alles is denkbeeld). Madhyamaka en Yogacarya worden als het ware op een hoop gegooid. Toch is de sutra van grote invloed geweest op het Oost-Aziatisch boeddhisme, inclusief Ch’an.
Laos                                      Zuidoost Aziatisch land zonder zeekust, tussen Cambodja, Thailand, Myanmar, China en Vietnam. Laos is het land van de Mekong rivier. De grootste bevolkingsgroep zijn de Lao. Oppervl: 237.000 km², Inwoners: 7 miljoen, Hoofdstad Vientiane. In de veertiende eeuw werd al een koninkrijk gevormd met de omvang van het huidige Laos, maar door voortdurende invasies uit buurlanden viel het in 1707  uiteen in een drietal vorstendommen. Pas in 1895 werden deze door de Frans koloniale heersters over de Unie van Indo-China opnieuw verenigd. In de 2e WO werd het gebied door Japan bezet. Nadat de Fransen in 1954 de eerste Indochinese oorlog hadden verloren werd Laos een onfhankelijk koninkrijk, maar raakte het intern verdeeld tussen links communistisch, midden  democratische en rechts kapitalistische partijen. In 1960, toen de Verenigde Staten hierbij de rechtse partij actief militair ging steunen, startte de 2e Indochinese oorlog, die als de Vietnamoorlog berucht zou worden. Na de aftocht van de Amerikanen werd in 1975 door links en midden een gezamenlijke regering gevormd, waarin de communisten langdurig een isolationistische politiek hebben weten te handhaven. Pas in 1995 is de planeconomie vervangen door een gemengde en is er meer openheid gekomen naar het buitenland. Laos is toen lid van de ASEAN geworden. Economisch is Laos door de gebrekkige infrastuctuur nogal achtergebleven bij de omringende landen. Ten tijde van de mocratie, tot in de jaren zestig, was het theravada boeddhisme staatsreligie. Daarna is het aantal boeddhisten door communistische invloed sterk afgenomen. De laatste decennia is er weer godsdienstvrijheid en momenteel wordt het aantal boeddhisten op zo’n 60% van de bevolking geschat, m.n. de Lao. Net als in Thailand, Cambodja en Myanmar gaat het in Laos hoofdzakelijk om theravada boeddhisme. Ook al zijn er talrijke tempels en kloosters, de invloed van het communistisch verleden is zo groot dat openlijk religieuze verkondiging en manifestaties niet plaatsvinden in Laos..
leermeester      Guru, Tib. lama. Geheel in de oude Indiase brahmanentraditie is in alle Indiase religies de meester-leerling verhouding van groot belang. Het boeddhisme is hierop geen uitzondering. In het tantrisch boeddhisme wordt het op deze manier doorgeven van de leer gecultiveerd in de guru-yoga en de incarnatielijnen.
levende Boeddha           Aanduiding voor de incarnerende leermeester of religieuze functionaris zoals deze in de Tibetaans boeddhistische traditie als concreet reïncarnerend persoon wordt gezocht en aangesteld. Deze mensen krijgen de titel rimpoche (grote kostbaarheid) en het fenomeen wordt Tib.“tulku”(nirmanakaya, stralingslichaam) genoemd. (Zie: trikaya). De traditie is begonnen in de Kargyudpa orde met de Gyalwa Karmapa lijn die is gestart in de 12e eeuw bij Dusum Kyenpa.  Vermoedelijk baseert zij zich op “Zes Yoga’s “ van de Indiase leermeester Naropa, waarin o.a. wordt aangegeven hoe men het vermogen het bewustzijn door te geven aan een volgende incarnatie, kan ontwikkelen.
lha                                         Tib. Zie: Skt. deva. In de Tibetaanse volksreligie deelt men de wereld in drie regionen: een bovenwereld waar de goden (lha) en belangrijkste (clan)voorouders huizen, een middenrijk waar tsan en sadag e.d. geesten rondwaren, en tenslotte de onderwereld van de lhu of watergeesten. Het zijn allemaal wezens, die zowel boosaardige als vriendelijk gedrag kunnen vertonen. Probleem is dat ze gemakkelijk uit balans en verstoord raken. Om dat te voorkomen is dikwijls uitvoeren van offer- en verzoeningsritueel nodig. Sommigen kunnen zelfs overwonnen worden en door een eed gebonden om de boeddhistisch dharma te ondersteunen. Hoe dan ook zijn er voor de rituelen religieuze specialisten nodig. Het boeddhisme heeft op deze manier oudere animistische religieuze denkbeelden en praktijken geïncorporeerd en de monniken kunnen door zich in de speciale rituelen te bekwamen ook letterlijk wat extra verdiensten verwerven.
Lhasa                                    Hoofdstad van Tibet, aan de Kyi rivier op ca. 3600m hoogte. De 1e religieuze, i.e. boeddhistische koning, Songtsen Gampo heeft hier twee tempels gebouwd, de Ramoche tempel en de Tsuglhakang, voor de boeddha beelden van respectievelijk zijn Chinese en Nepalese echtgenotes, de Tang prinses Wengcheng en de Nepalese Brikuti. Na het overlijden van de koning zou de Chinese de beelden van tempel hebben laten wisselen. Het beeld van Jobo Rimpoche (Boeddha als jongeling) was vanuit India naar China gebracht en is het allerheiligste beeld van Tibet geworden en  bevindt zich nu in de Tsug Lhakhang, waarheen al eeuwenlang dagelijks vele pelgrims komen. Ze maken dan tevens ommegangen rond de centrale Barkhor wijk, die ooit het leeuwendeel van Lhasa moet hebben uitgemaakt. In de 15e-16e eeuw heeft de grote hervormer en stichter van de Gelugpa orde, Tsongkhapa drie grote kloosters laten bouwen, waarvan twee vlakbij Lhasa. De stad is echter pas echt de hoofdstad van Tibet geworden in de 17e eeuw door toedoen van de Grote Vijfde Dalai Lama. Deze liet er het Potala paleis bouwen als religieus en politiek machtcentrum. Later werd het nabijgelegen Norbu Lingka de zomerresidentie van de Dalai Lama’s. In de beginjaren van de Chinese bezetting, vanaf 1950 had Lhasa nog slechts zo’n 25.000 inwoners. Dat aantal is sindsdien vertienvoudigd en het is een moderne stad geworden met flatgebouwen en veel auto- en fietsverkeer. Er is een vliegveld  ca. 45 km ten westen van Lhasa en er gaan dagelijks treinen van Beijing naar Lhasa via Gansu en Qinghai (Amdo) over de Tibetaanse hoogvlakte. Er is ook een weg over die hoogvlakte aangelegd en een andere weg leidt van Chengdu via zuidoost-Tibet (Kham) naar Lhasa. Ook is het mogelijk via jeeptracks naar West-Tibet en zelfs naar het uiterste westen van de provincie Shinjiang te geraken . Jarenlang was het ook mogelijk over de Arniko “highway” van Kathmandu naar Lhasa te rijden, maar deze verbinding is door de aardbevingen van 2015 geblokkeerd. Vanuit Nepal is er nu een veel moeilijker begaanbare wegverbinding door het Trisuli rivierdal.
Longmen grotten            12 km ten zuiden van Luoyang in de provincie Henan, China. De grotten liggen langs de -rivier en passen in een traditie van grottentempelbouw, waartoe ook de grotten van Yungang bij Datong, die van Bingling si en van DunHuang behoren. In Longmen bevinden zich 2345 grotten en nissen met 43 pagodes, 2800 inscripties en meer dan 100.000 boeddhistische beelden en beeldjes. Ze vormen de grootste verzameling van Chinese kunst uit de late Noordelijke Wei-dynastie en de Tang-dynastie die de periode van 494 tot 907 A.D. beslaan.
Lotus sutra         Officiëel: Saddharmapundarika sutra met ook versies in het Chinees, Japans en Tibetaans. Een van de eerste (1ste eeuw v. Chr.) Mahayana geschriften. 1. Doel is boeddhaschap, maar 2. een boeddha verdwijnt niet voor eeuwig in het nirvana maar blijft als het ware beschikbaar in een soort hemelse tussenwereld om zo nu en dat een teken te geven, zoals het laten neerdalen van een stoepa met een boeddha uit het verledenPrabhutaratna. 3. Als zeer effectieve praktijk wordt het aanroepen van de bodhisattva Avalokiteshvara (Chin. Guan-yin, Jap.Kannon, Tib.Chenrezig) aangeprezen. Vooral in het Tibetaans boeddhisme en het Japanse Nichiren boeddhisme is dat laatste erg invloedrijk en populair geworden.
lungta                                  Windpaard. Een van de voor-boeddhistische mythische dieren. Met name het windpaard wordt centraal afgebeeld op gebedsvlaggetjes (tarchok), die daarom ook wel lungta genoemd worden.

M
madhyamaka    “Midden(weg) school”. Belangrijkste mahayana filosofie verbonden met de 2e eeuwse Nagarjuna. Zoals de oude boeddhistische leer al een middenweg propageert tussen extremen van ascetisme en hedonisme, zo stelt de madhyamaka een filosofisch dialectische middenweg voor: tussen de theorieën van het subtantieel onafhankelijk en onveranderlijk bestaan van de essentie (dharma) der dingen en het vanwege de afhankelijke oorsprong van der dingen niet-bestaan van die essentie (anatman). Het onderscheid tussen relatieve en absolute waarheid, het gezichtspunt van gewone mensen en dat van de verlichte geest, wordt overstegen door het begrip shunyatta, de identiteit van samsara en nirvana, vorm en leegte. Daarin ligt de betekenis van de opmerking dat alles en iedereen in principe de boeddha-natuur heeft. Het gaat erom de zich de essentiele leegte blijvend bewust te worden, te realiseren. De madhyamaka is na Nagarjuna voortgezet door Aryadeva en in de 6e-7e eeuw bekritiseerd door de Yogacarya school, terwijl latere mahayana filosofen beide richtingen weer bijeen hebben gebracht.
Magadha            Belangrijkste koninkrijk aan de Ganges ten tijden van de historische Boeddha. Hoofdsteden waren eerst Rajagriha (Rajgir) en later Pataliputra (Patna) in het huidige Bihar. Bimbisara was de Magadha vorst die een groot volgeling was van de Boeddha. Zijn zoon en opvolger breidde het rijk uit door omliggende gebieden, waaronder het naburige Koshala koninkrijk te veroveren. Hij bouwde in Pataliputra als nieuwe hoofdstad. Bij het moderne Patna zijn archeologische resten te vinden die met Pataliputra worden geïdentificeerd te Kumhrar en Bulandi Bagh. Bij het moderne Rajgir bevindt zich de beroemde Vulture Peak (Gridrakuta), waar de Boeddha onderricht heeft gegeven.
magie                                   Handelingen die men verricht met het idee de werkelijkheid op bovennatuurlijke weg doelgericht te (kunnen)  manipuleren ;of waarmee men de bovennatuurlijke niet-empirische (religieuze) werkelijkheid meent te kunnen manipuleren met een  bepaald doel.
mahasiddha       Grote wijze asceet of yogi, die zich een of meer siddhi (buitengewone vermogens of magische krachten) heeft eigen gemaakt.
mahayana          “Grote wiel” of “grote voertuig”, 2e hoofdrichting in het boeddhisme, na en naast het oudere theravada boeddhisme. Rond het begin van onze jaartelling is men in Noord- en Noordwest India, tot in Afghanistan niet alleen begonnen de Boeddha als persoon af te beelden, maar er ontwikkelde zich een nieuwe richting die mahayana wordt genoemd en naast het oude theravada boeddhisme naar Centraal- en Oostazië werd verbreid en daar is blijven voortbestaan. Het theravada boeddhisme was al eerder via Sri Lanka naar Zuidoost-Azië verbreid. In het mahayana bestaat een sterkere ethische gerichtheid op karuna of compassie en het ideaal van de bodhisattva als bijna-boeddha en de bodhisattva-gelofte het nirvana uit te stellen en wedergeboren te worden om alle levende wezens te onderrichten en de weg naar verlichting te wijzen. Het mahayana boeddhisme onderkent de boeddhanatuur in alle levende wezens. De verlichting is niet voorbehouden aan monniken en het nirvana wordt niet als een totaal afzonderlijke toestand na de dood gezien. In feite is het nirvana er al, zijn samsara en nirvana één, omdat het absolute (verlichting of nirvana) zich alleen in de vorm van het relatieve kan manifesteren. Als het enige wat we over het absolute kunnen zeggen is dat het “leeg” of “leegte” is, dan geldt dat vorm leegte is en leegte vorm. Ook al is de verlichting er al, blijft het zaak zich deze bewust te zijn en het waar te maken. Voor dit laatste is het zaak de voor de betreffende individu geschikte methode te vinden. Deze filosofische vernieuwing is in diverse nieuwe mahayana sutra’s op schrift gesteld in het Sanskrit. Terwijl in het theravada boeddhisme, dat zich heeft vastgehouden aan alleen de Pali sutra’s, eigenlijk alleen de historische Boeddha en zijn leerlingen als arhats figureren, worden in het mahayana talrijke boeddha’s en bodhisattva’s als hemelse wezens  toegevoegd. Het mahayana (groot voertuig) zou groter genoemd kunnen worden in de zin van ruimhartig, meer omvattend sociaal en toegankelijk.
Mahavairocana                                               Zie: Vairocana
Maitreya             Toekomstige boeddha. (Tib. Jamba), geassocieerd met Skt. mitra of maitri (Pali: metta, “loving kindness”, liefdevolle vriendelijkheid, welwillendheid). Men stelt zich voor dat voorafgaande aan ‘onze’ historische Boeddha Shakyamuni er meerdere tijdsperiodes (kalpa) zijn geweest met elk hun eigen boeddha, allemaal boeddha’s van het veleden. Dipankara, de boeddha van de allereerste, wordt ook wel als dé boeddha van het verleden, samen met Shakyamuni en Maitreya op een rijtje afgebeeld.  Maitreya is strikt genomen nu nog bodhisattva, residerend in een hemel(se of paradijselijke omgeving), Tushita genaamd. Hij wordt vaak afgebeeld met een stupa als attribuut en soms een vaatje levenswater. 
maitri                                   Ook Skt.: mitra, Pali: metta. “Loving kindness”, liefdevolle vriendelijkheid, welwillendheid. In het Pali is er een metta sutta, een sutra waarin men met deze deugd uiteindelijk alle levende wezens insluit.
malla                     Gebedssnoer (vgl. rozenkrans) waarop gereciteerde mantra’s worden geteld. De Indiase malla (Tib. tangga) heeft 108 kralen.
mandala              Cirkelvormige afbeelding van een te visualiseren ideaaltypische wereld. Zo’n wereld wordt binnen de heilige cirkel of diagram voorgesteld als een symmetrisch vierkant soort  paleis of paradijs met poorten naar de vier windstreken en een centrum. Hierin bevinden zich boeddha’s (bv. de dhyani buddha’s), bodhisattva’s of leermeesters, mantra’s of symbolen. In principe is de mandala een hulpmiddel bij visualiseringsmeditatie (sadhana) en komt het meest in het tantrisch boeddhisme voor. We vinden mandala’s als muurschildering of thangkha of voor festivals en grote ceremonieën van gekleurd zand vervaardigd. De stoepa heeft zich ontwikkeld van grafheuvel  en relikwieënbewaarplaats tot driedimensionale mandala en stelt dan tevens de mythische berg Meru voor. (Vgl: yantra)
mani lagskor      Tib. Handgebedsmolen. De gebedsmolen is in de Tibetaanse cultuur een zeer populaire manier om mechanisch mantra’s te “reciteren”. Het gaat met name om de Avalokiteshvara mantra “om mani padma hum”. Ook gebruikt worden met de duim aangedraaide gebedsmolens (manithebskor) en  door water (manichuskor) en wind en hete lucht (boven een kaars) aangedreven gebedmolens. Tegenwoordig komen zelfs electrische gebedsmolens voor,  met dien verstande dat zo’n molentje dan op een oude platenspeler wordt gemonteerd. Verder is op gebedsvlaggetjes “om mani padma hum” afgedrukt en vaak wordt hij in steen uitgebeiteld en zulke stenen treffen we dan o.a. aan opgebedsmuren. De wandelaar die dan (links) langs zo’n muur loopt wordt verondersteld zich voor te stelllen al deze matra’s te reciteren. 
mani                                     Juweel, edelsteen. Het woord mani vormt samen met padma het betenisvolle deel van de Avalokiteshvara mantra “om mani padma hum” en wordt in de Tibetaans culturele wereld ook wel gebruikt om de hele mantra mee aan te duiden.
Manjusri             Bodhisattva van de wijsheid. Er moet al vroeg in het Mahayana boeddhisme een vereringscultus rond deze bodhisattva figuur hebben bestaan. Deze is gevolgd door de cultus rond Avalokiteshvara en Amitabha, waartoe de lotussutra aanzet. In het Tibetaanse boeddhisme vormt Manjusri samen met Avalokiteshvara, die het mededogen en Vajrapani, die de kracht symboliseert, de ‘familie’ van drie beschermers Tib. rig-sum-gompo. Manjusri wordt afgebeeld met een boek en een zwaard. Het boek is de wijsheid en het zwaard snijdt de illusoire voorstellingen weg die het inzicht belemmeren. Beroemde als Manjusri verschijningsvorm voorgestelde Tibetaanse personages zijn de eerste concreet reïncarnerende Tibetaans religieuze hiërarch, de Gyalwa Karmapa en de grote hervormer en stichter van de Gelugpa orde, Tsonkhapa.
mantra                 Rituele woorden- en/of klankenreeks om te reciteren. De term “gebed” voor de mantra komt voort uit een christelijk ethnocentristische interpretatie. Je zou wel kunnen zeggen dat men in de mantra de bijbehorende godheid of diens eigenschappen aan- of oproept, maar van verdere min of meer uitgesproken communicatie, zoals in het christelijke of islamitische gebed is nauwelijks sprake. De mantra is meer een hulpmiddel bij (visualiserings)meditatie en concentratie.       Er zijn talrijke mantra’s. “Gate gate paragate parasamgate bodhi svaha” is de mantra van de Prajna Paramita. De nembutsu matra van de buddha Amitabha, “namo Amida butsu”, is van belang voor de Japanse Pure land boeddhisten. “Namo myoho renge kyo”, is de mantra die hoort bij de lotus sutra en het Nichiren boeddhisme. “Om mani padma hum” is de mantra van Avalokiteshvara, de beschermer van Tibet en de Tibetanen. “Om Tare tu tare ture soha” is de mantra van Tara. Padmasambhava’s mantra is: “Om Ah Hung Vajra Guru Peme Siddhi Hung”. 
Mao tse Tung    (ook: Mao zedong) (1893-1976) Leider van de Chinese communisten tijdens de Grote Mars 1935, die de Chinese burgeroorlog tegen de nationalistische Kwo Min Tang partij in het voordeel van de communistische partij deed uitvallen en na de 2e WO in 1949 de Volksrepubliek China uitriep, die onder leiding van de door hemzelf geleide Communistische partij kwam te staan. Daarna initieerde Mao de Grote Sprong Voorwaarts die totaal mislukte en uitliep op hongersnood en de Culturele Revolutie van 1966 tot 1969 (maar in feite tot Mao’s dood in 1976), die grootschalige destructie van cultuurgoed ten gevolge had. In totaal is Mao verantwoordelijk voor zeker 50 miljoen doden.
Mara                                    God van de dood (vgl.Skt. marana sterven), eigenlijk van leven en sterven, samsara. Hij is de grote opponent van de Boeddha, die immers de weg naar het nirvana wijst. 2x vertoont Mara zich daadwerkelijk aan de Boeddha.  De 1e maal vlak voor Boeddha de verlichting bereikt in Bodh Gaya, waar hij de Boeddha bedreigt en probeert af te leiden door zijn beeldschone verleidelijke dochters op hem af te sturen; het moment waarop de Boeddha de aarde (Bhudevi) aanroept te getuigen van zijn standvastigheid. De 2e maal later tijdens het leven van de Boeddha, waar hij Boeddha probeert over te halen voortijdig het parinirvana in te gaan, maar door de Boeddha wordt genegeerd. (Zie ook: Yama)
Maurya dynastie             Indiase dynastie die in ieder geval gedurende de hele 3e eeuw v.Chr. vanuit Magadha over het grootste Indiase rijk tot de Moghuls en de Britten heeft geregeerd. Grote namen zijn: Chandragupta, Bindusara en vooral Ashoka die na zijn bloedige verovering van Kalinga (het huidige Orissa), zich bekeerde tot het boeddhisme en heeft gezorgd voor de grote verbreiding van het boeddhisme op het Zuid-Aziatisch subcontinent.
Maya                    Moeder van de Boeddha. Zij werd zwanger na een droom over een witte olifant en baarde de Boeddha uit haar zij. Dit vond plaats te Lumbini. Maya was gehuwd met koning Suddhodhana, maar stierf kort na de Buddha’s geboorte, waarna haar zuster Mahaprajapati  haar plaats innam.           Maya is wedergeboren in de Tushita hemel. In de Jataka verhalen over de Boeddha wordt verteld hoe hij haar daar later opzoekt om haar over de dharma te vertellen.
medicijnboeddha           Bhaishyaguru. (Tib. Manla), de Boeddha als heelmeester, beschermer van de medische wetenschap. De medicijnboeddha wordt afgebeeld met een vat levenswater en een mirabulaanvrucht
medicijnman     Religieuze specialist in diverse animistische en shamanistische religies, b.v. die  van de Amerikaanse Indianen. In diverse boeddhistische samenlevingen zijn het vaak de monniken die ook medische taken op zich nemen. In de Tibetaanse cultuur is een eigen medisch systeem ontwikkeld en bestaan daarin specialisten  (manla of larje), die deze taak al dan niet met het monnikschap kunnen combineren. Medische studie vormt wel integraal onderdeel van de religieuze opleiding in de grote kloosters. De Boeddha wordt overigens ook als universele heelmeester voorgesteld en in het mahayana krijgt hij hiervoor een speciale verschijningsvorm toebedeeld, Bhaishyaguru (Tib Manla), die dan tevens beschermer van de meer concrete medische wetenschap is.
meditatie            Hoofdonderdeel van het acht-voudige pad, samen met concentratie. Het andere aspect betreft vooral ethiek: ethisch en moreel correct leven. Vipasyana (inzichtsmeditatie), samatha (kalmerende meditatie), samadhi (concentratie, rust, meditatieve trance), dhyan (aandacht), smrti (mindfulness) zijn begrippen die niet altijd duidelijk onderscheiden zijn, omdat ze in verschillende methodische en filosofische perspectieven een net iets andere interpretatie of toepassing krijgen.
mendong            Tib. Mani- of “gebeds”muur. Muur waarop mani- of “gebeds”stenen worden gelegd. Zo’n muur markeert in de Tibetaanse wereld bijna elke belangrijke toegang tot een nederzetting of een klooster. De mendong biedt de mogelijkheid om mechanisch mantra’s of andere teksten te reciteren. Erlangs lopend, altijd linksom, stelt de voorbijganger zich voor dat hij of zij de betreffende tekst reciteert. De meest afgebeelde tekst is de mantra van Avalokiteshvara: “om mani padma hum”.
Meru                                    Mythische berg. In de Indiase kosmologie het centrum of de as van onze wereld, de axus mundi. Eigenlijk kan iedere berg met de Mt. Meru worden ge-associeerd en geïdentificeerd. Voor de Tibetanen is de Mt Kailash in West-Tibet, maar ook de bij de oorsprong van de Gele rivier gelegen berg Amnye Machen, heilig. In Japan geldt dat voor de Mt Fuji. In Sri Lanka is het de Adam’s peak.
metafysica         Wat het empirisch waarneembare of wat waarneembaar te maken is, te boven gaat.
mindfulness      Doelgerichte aandacht, focus, concentratie. (Skt. dhyan of smrti). Kernbegrip in boeddhistische meditatie.
Mongolië            -Binnen-Mongolië. Het door China ca. 1950 geannexeerde deel, de huidige Chinees autonome provincie Mongolië, opp. 1.183.000 km², bevolking: 5 miljoen. Hoofdstad Hohhot. Hoewel de Mongolen een erkende minderheids groep zijn  en er zich nog een aantal Tibetoboeddhistische kloosters bevinden, is er door langdurige Chinese onderdrukking en immigratie nog maar weinig actief boeddhisme in deze Chinese provincie.                                                                         -De volksrepubliek Mongolië, opp. 1.564.000 km², Bevolking: ca. 3 miljoen (80% Kalkha Mongolen), waarvan een derde in de hoofdstad Ulan Bator. Na een periode van Tibeto-boeddhistsiche theocratie is Mongolië sinds de jaren 30 van de 20e eeuw steeds meer onder Sovjet invoed gekomen. Vooral onder het presidentschap van de stalinistische dictator Tsjoibalsan heeft tussen 1939 en 1959 grote onderdrukking plaatsgevonden. Pas in de jaren zestig is er wat ontspanning gekomen en konden velen de oude nomadische levensstijl weer hervatten. Na het uiteenvallen van de Sovjet Unie is Mongolië een democratische volksrepubliek geworden met ook vrijheid van religie. Nu is 50% van de Mongoolse bevolking boeddhist. Het gaat vanouds met name om het Tibetaans boeddhisme dat veel ruimte laat aan oude inheemse shamanistische gebruiken.
                De Mongolen zijn bekend van de beroemde Djenghis Khan 1206-1227, die aanvankelijk slechts een bevolkingsgroep van een paar 100.000 mensen leidde maar mede door buurvolkeren aan zich te binden, een sterker leger van ruiters dan ooit bestaan had op de been wist te brengen. Daarmee werd zijn rijk groter in oppervlakte dan ooit bestaan heeft, tot ver in Europa (het tegenwoordige Hongarije) aan toe. Djenghis Khans poging de dichterbij gelegen stedelijke cultuurcentra in China te veroveren, was uiteindelijk niet succesvol. Na zijn dood  maakte opvolgingsperikelen overal de aftocht noodzakelijk en viel het rijk uiteen. Daarna wist echter zijn kleinzoon Kubilai Khan (1260-1294) China met meer succes binnen te vallen en stichtte er de Yuan dynastie, die in 1368 werd gevolgd door de Ming dynastie. Aan het eind van de 17e eeuw wist een andere Mongoolse groepering, de Manchu’s, opnieuw de heerschappij over China in handen te krijgen. Zij zouden als Qing dynastie de laatste keizers van China leveren. Ook met Tibet,  hebben de Mongoolse ruitervolkeren altijd bijzondere relaties gehad. Hun legers hebben diverse keren religieuze machthebbers gesteund in ruil voor religieus onderricht. Vooral de tijdelijke politieke dominantie van de Sakya orde in Tibet in de 12e-13e eeuw en uiteindelijk ook die van de Gelukpa’s vanaf de 16e-17e eeuw, is aan Mongoolse interventie te danken. Omgekeerd zijn diverse Mongoolse volkeren onder het geestelijk leiderschap van de Tibetaans-boeddhistische kloosterorden gekomen. Er heeft zelfs langdurig (tot 1924) een theocratische staat Mongolië bestaan onder reïncarnerende Gelugpa hiërarchen, de zg. hutuktu. Onder de Qing dynastie is Tibet eigenlijk als een soort Mongoolse en dus Chinese kolonie beschouwd. Zo werden er in 1728 twee Chinese ambans (controleurs of gouverneurs) in Lhasa gestationeerd. Zodra Mao tse tung de kans kreeg verklaarde hij Tibet zowel als Binnen-Mongolië om deze historische reden tot deel  van China.         
monnik                                Boeddhistische: bhikshu (Pali bhikku). (Zie: bhishuni en sangha)
mudra                                  Rituele handhouding in de oosterse kunst en iconografie. Bijvoorbeeld de handhoudingen van het mediteren (dhyana mudra), groeten (namaskara mudra), afweren van vrees (abaya mudra), geven (dana mudra), de aarde aanraken (bhumisparsa mudra), de leer verkondigen (dharmacakra mudra), en het foutloze argument (vitarka mudra), enz. (Vgl. asana)
Myanmar            Land in Zuidoost-Azië aan de Golf van Bengalen, ten westen van Thailand en Laos. Oppervlakte: 676.577 km², Bevolking: 55 miljoen. Hoofdstad: tot 2005 Yanggon (Rangoon). Sindsdien Naypyidaw. Myanmar werd naar aanleiding van Britse en Portugese verbasteringen van Bamar (de grootste bevolkingsgroep 68%) heel lang Birma genoemd tot het militaire bestuur in 1989 de authentiekere uitspraak Myanmar officieel maakte. Na de Brits koloniale tijd en Japanse bezetting gedurende de 2e WO, is Birma lange tijd instabiel geweest tot al in de jaren zestig militairen de macht grepen. Conflicten met minderheidsgroepen zijn nooit van de lucht geweest en er is langdurig een isolationistische politiek gevoerd. Pas in 2011 is Birma een constitutionele democratie geworden en in 2015 zijn er opnieuw verkiezingen gehouden. Boegbeeld van de democratische oppositie is Nobelprijswinnares Mw. Aung  San Suu Kyi die in 2010 na 20 jaar huisarrest werd vrijgelaten. In Birma is het theravada boeddhisme al eeuwenlang de dominante religie (nu ca. 90 %) Omdat in het verleden elkaar opvolgende koningsdynastieën telkens nieuwe hoofdsteden vestigden en wedijverden in het bouwen van heiligdommen zijn er talrijke boeddhistische monumenten, waarvan de enorme historische stad Bagan met zijn duizenden chedi (stupa’s) het meest spectaculair, gevolgd door Mrauk U en Bago. De Shwedagon pagode in Yanngon, Mt Kyaiktyo’s rotspagode, de  heuvel en de Mahamuni Paya te Mandalay zijn belangrijke boeddhistische bezienswaardigheden en pelgrimsoorden van Myanmar.                   Monniken hebben altijd het verzet geleid tegen de militaire machthebbers, zodat de sangha van regeringswege langdurig weinig steun heeft gekregen tot 2011. Sinds 2012 is er een heel nieuw religieus confict ontstaan doordat protesten van de Rohinga moslims veel geweld van de boeddhistische bevolking en leger hebben opgeroepen, waarin de laatsten door de sangha zijn gesteund. Het heeft tot vervolging en een exodus van inmiddels bijna een miljoen vluchtelingen naar Bangladesh en grote verontwaardiging in de internationale gemeenschap geleid, terwijl Mw Aung San Suu Kyi stilzwijgende de boeddhistische partij kiest.
mystiek                               Geheimzinnig, raadselachtig, boven dagelijks begrip verheven. Bijvoorbeeld de unio mystico in het Christendom, het één en hetzelfde zijn van de vader, de zoon en de heilige geest; of in het hindoeïsme van brahman en atman; of in het boeddhisme van samsara en nirvana, de boeddha-natuur in alles.

N
Nagarjuna          (2e eeuw A.D.) Belangrijke mahayana filosoof, afkomstig uit Zuid-India. Hij geldt als de stichter van de Madhyamaka school met als hoofdthema de identiteit van vorm en leegte, samsara en nirvana, samengevat in het begrip leegte (shunyata). Hij zou ook de auteur van de Prajnaparamita sutra’s, zij het dat deze hem door de koning der watergeesten (naga, ook: “slang”) zouden zijn ingefluisterd. Sutra’s zijn immers in principe het woord van de Boeddha
namo myoho renge kyo                              “Heil (of Gezegend zij) het Lotus geschrift van de prachtige leer”, de daimoku formule waarmee in het Japanse Nichiren Boeddhisme de Lotus sutra wordt geëerd. Het reciteren van deze formule is de belangrijkste religieuse praktijk van deze school.
namo Amida butsu         De zg. “nembutsu”, mantra van de Pure land school: “heil aan (gezegend zij) Amitabha (Jap. Amida) buddha
nembutsu          Korte aanduiding van namo Amida butsu.
Nepal                                   Himalaya staat. Oppervl.: 147.200 km², inwoners: 30 miljoen. Nepal is gelegen tussen India en China (Tibet) en in het middelste deel van de Grote Himalaya bergketen. Het heeft niet minder dan 8 bergen van meer dan 8000m hoogte binnen en op zijn grenzen. Alleen de meest zuidelijke grensstrook van het land is vlak en in feite uitloper van de Gangesvlakte. In het midden van dat zuidelijke grensgebied ligt Lumbini, de geboorteplaats van de Boeddha. De Nepalese staat in zijn huidige omvang isin 1768-69 gevormd door Priti Narayan Shah (1723-1775) uit Gurkha. Hij verenigde de talrijke volkeren in een nationale staat, een monarchie onder zijn Shah dynastie met Kathmandu als  hoofdstad en het Gurkhali als nationale taal, het tegenwoordige Nepali. Het hindoeïsme werd staatsreligie en de koning werd gezien als incarnatie van de hindoe god Vishnu. Voordien was Nepal niet meer dan een verzameling stadstaatjes in de Kathmandu regio, een van de weinige grote vlaktes middenin het Himalayagebied (vgl de regio van Shrinagar in Kasjmir). In 1996 raakte Nepal verwikkeld in een burgeroorlog tussen regeringsleger en Maoisten, die rond 2006 eindigde in bestanden en de opname van de Maoisten in een democratische regering. In 2009 werd vervolgens na een staatsgreep van de koning de monarchie beindigd en Nepal een federale republiek.                                                                                                     81% van de Nepalese bevolking is hindoe, ca. 10% is boeddhist. Een deel van de boeddhisten zijn de Tibetaanse volkeren aan de grens met Tibet of afkomstig uit die gebieden. Een ander deel zijn Tibetaanse vluchtelingen. Dan is er nog er nog een veel groter aantal  boeddhisten onder de Tamang, die we ook nog tot het Tibetaans culturele contingent kunnen rekenen. En tenslotte zijn er nog enige 100.000en Newari in de Kathmandu vallei die een vorm van tantrisch boeddhisme aanhangen die direct te herleiden is naar India voordat het boeddhisme daar ophield te bestaan.
New Delhi          Hoofdstad van India, ook wel Delhi genoemd. (12 miljoen inw.) New Delhi is in feite het door de Britten aan Oud-Delhi toegevoegde, bestuurlijke deel van de stad.  Volgens de legende is Delhi de hoofdstad van de Pandava’s uit het Mahabharat. In ieder geval bestond er al een nederzetting in de tijd van de Maurya’s, hoewel de Ashoka (edict) zuilen die er nu te zien zijn, mogelijk van elders komen. In ieder geval maakte Moghul keizer Sjahjahan Delhi tot zijn hoofdstad en hebben de Britten die traditie voortgezet door hun bestuur van Calcutta naar New Delhi over te brengen.
Newar                                 Nepalese bevolkingsgroep in de Kathmanduvallei met een eigen taal, schrift en literatuur. De Newari edelsmeden, bronsgieters, houtsnijders en kunstschilders zijn befaamd tot in Tibet, maar ook in de koningsteden van de Kathmanduvallei is de Newari kunst overal te bewonderen. Een deel van de Newar is door de eeuwen heen boeddhistisch gebleven. De tantrische vorm van boeddhisme die zij aanhangen is uniek en direct te herleiden naar India van voor de 12-13e eeuw. Er is geen full-time monnikschap in het Newari boeddhisme, maar er zijn twee priester”kasten”, de Shakya en de Vajracharya waarvan de leden naast hun dagelijks familieleven rituele funkties vervullen.  Vooral in de aan Kathmandu vastgegroeide koningsstad Patan zijn veel Newari boeddhistische monumenten.
Nichiren              (1222-1282), grondlegger van de Japanse Nichiren school (Nichiren-shu) in de Kamakura tijd. Zijn oogmerk was een rigide reformatie van het Tendai (Chin. T’ien-t’ai) boeddhisme met als enige bron de Lotus sutra. Hij wees andere boeddhistische richtingen als Zen en Pure Land resoluut af en beschuldigde ze zelfs van het veroorzaken van natuurrampen. Deze ‘shakubuku’praktijk van harde confrontatie en verkettering wordt wel in verband gebracht met de frustraties die Nichirens uitzonderlijk nederige komaf hem heeft opgeleverd. Zo werd hij uitgelachen om zijn eenvoudige, platte en foutieve taalgebruik. Toch heeft zijn leer grote massa’s aangesproken. Temeer daar hij de gewone man en vrouw voorhield dat alleen al ‘daimoku’ (grote titel) recitatie van de Lotus sutra voldoende was: ‘namo myoho renge kyo’ (ik neem mijn toevlucht tot of gezegend zij de lotus van de prachtige boeddhistische leer). Onder de naam Nichiren shoshu, nieuwe voortzetting van de Nichiren school, wordt sinds ca. 1900 het Nichiren boeddhisme als ideologische achtergrond gebruikt door de Soka Gakkai beweging, een van Japans ‘nieuwe religies’. Dit is een in grote mate ethisch (pacifistisch) en politiek nationalistische organisatie, die in de 2e helft van de 20e eeuw ook internationaal grote aanhang heeft gekregen.
niet-empirisch Niet berustend op concrete ervaring, niet wetenschappelijk vast te stellen. Karakteristiek van de ideologische kern van religie, in de godsdienswetenschap ook wel bovennatuurlijk of transcendent genoemd.
niet-verifieerbaar           Niet als feitelijk waar vast te stellen.
Ningmapa           Tib. “Oude”. Naam van de oudste Tibetaans boeddhistische school. Deze dateert uit de tijd van de eerste introductie van het boeddhisme in Tibet onder de ‘religieuze  koningen’(7e-9e eeuw). Grondlegger en “kostbare leermeester” (Tib. Guru Rinpoche) van deze school is Padmasambhava. Deze magiër heeft locale demonen tot door een eed gebonden beschermers van de tantrisch boeddhistische traditie gemaakt. Hij heeft op vele heilige paradijselijke plekken (Tib. beyul) gemediteerd in Tibet en de nabij gelegen Himalaya. Bovendien heeft hij in geheimschrift opgestelde teksten als schatten Tib. terma) verstopt, die latere leermeesters (zg. schatvinders Tib. terton) door hem geinspireerd hebben gevonden en vertaald. De Ningmapa school heeft meer dan andere Tibetaans boeddhistische scholen elementen van oude locale religieuze tradities geïncorporeerd. Op dorpsniveau kent de Ningmapa orde geen kloostertraditie zijn de Ningmapa “monniken” niet celibatair. Ze combineren familieleven met het tempel bewaren en uitvoeren van rituelen. Op meer overkoepelend niveau zijn er naar voorbeeld van de andere scholen wel enige grotere Ningmapa kloosters.
nirmanakaya     “Stralingslichaam” (Tib. tulku). Het meest concrete van de trikaya (“drie-lichamen” leer), de verschijningsvorm van echte historische “verlichte”  personen. In de Tibetaanse wereld zijn dit de grote religieuze cultuurhelden, zoals Padmasambhava, Milarepa, Tsongkhapa enz., maar ook de reincarnanten in lijnen van wedergeboorten, zoals de Dalai Lama, de Panchen Lama, de Gyalwa Karmapa, de Shabdrung van Bhutan etc., de zg. ‘living buddha’s’.
Nirvana sutra    Korte aanduiding van de Mahaparinirvana sutra. Het gaat om teksten die op  een oorspronkelijk in het Pali opgesteld geschrift zijn gebaseerd, maar in het mahayana aanzienlijk zijn veranderd en aangevuld. Er zijn twee Tibetaanse en drie Chinese versies die allemaal de madhyamaka filosofie incorporeren, en het voortbestaan van buddha’s terwille van de mensheid. Bovendien wordt vegetarisme gepropageerd. Hoewel minder dan de Lotus sutra is de Nirvana sutra zeer invloedrijk geweest voor het T’ien-t’ai en Ch’an boeddhisme.
nirvana                                Toestand van volledige uitblussing, waarin de verlichte na zijn dood kan intreden en niet meer wedergeboren wordt. Het nirvana is het absolute ideaal van het boeddhisme en het is ook in filosofische zin absoluut, er kan niets overgezegd worden. Het staat in principe in tegenstelling tot of buiten het samsara, de wereld van het relatieve, veranderlijke, steeds maar weer wedergeboren worden, hoewel deze principiële tegenstelling wordt ‘overstegen’ in het mahayana boeddhisme en met name de madhyamaka filosofie.
non                       Bhikshuni (Pali: bhikkuni) (Zie: sangha)
Noord-Korea     Zie: Korea               .

O
om mani padma um       Mantra van Avalokiteshvara, bodhisattva van het mededogen, beschermer van Tibet. De mantra bevat twee betekenisvolle woorden, mani (juweel) en padma (lotus), waarin men de symbolen van middel (meditatie en ethisch correct handelen) en doel (inzicht, verlichting, wijsheid) zou kunnen herkennen, die in het mahayana boeddhisme tot een eenheid gesmeed worden. Hoe dan ook, in het Tibetaanse cultuurgebied wordt deze mantra eindeloos gereciteerd, mondeling, geteld met behulp van een malla (gebedssnoer, vgl. rozenkrans), maar ook op vele mechanische wijzen 1000-en malen afgedrukt op opgerold papier in gebedsmolens, op gebedsvlaggen, op gebedsstenen, op gebedsmuren etc. Het woord gebed is hier natuurlijk een uiting van Christelijk ethnocentrisme. Het gaat hier om een meer meditatieve dan communicatieve rituele handeling, waarmee men karmische verdienste verwerft. De gewone man of vrouw zal zeggen dat het eenvoudigweg goed is en geluk brengt.
om tare tutare tureshvaha         Mantra van Tara, de vrouwlijke wederhelft van Avalokiteshvara. Tara (Skt. ster) is in het Tibetaanse boeddhisme de belangrijkse vrouwlijke bodhisattva. Ze wordt wel gezien als een vrouwelijke emanatie van Avalokiteshvara. Toen Avalokiteshvara op het punt stond het paranirvana in te gaan, keek hij om en zag het lijden van de wereld. Uit zijn oog viel een medelijdende traan en daaruit ontstond Tara. Avalokiteshvara besloot te blijven worden wedergeboren en alle levende wezen van zijn compassie en verlichting deelgenoot te laten worden. Er worden ook wel een 24-tal Tara’s afgebeeld, waarvan twee, de witte en de groene, de belangrijksten. Tara heeft de lotus als attribuut en de witte verschijningsvorm heeft niet alleen een derde oog op haar voorhoofd, maar ook ogen in haar handpalmen en voetzolen.
 orakel                                  Religieus specialist, (zie ook: sjamaan) die in speciale geestestoestand (trance, droom, visioen, roes) bijzonder contact met de bovennatuurlijke wereld (goden, geesten, demonen, machten en krachten) kan leggen en daaraan bijzondere capaciteiten ontleent: advies, genezing, toekomst voorspellen, zegening. Het contact met de goden kan worden voorgesteld als geestesvlucht (spirit flight), waarbij het orakel zijn geest naar de godenwereld laat wegvliegen en retour en/of bezetenheid, waarbij een godheid bezit neemt van (de geest van) het orakel.

P
Padmasambhava            “Uit een lotus geborene” (Tib. Guru Rimpoche, “kostbare leermeester”). Padmasambhava is de grote Indiase magiër, die in de 8e eeuw ten tijde van de 2e religieuze koning, Trisongdetsen, het tantrisch boeddhisme in Tibet heeft heeft geïntroduceerd. Hij heeft de weerbarstige locale goden onderworpen en door middel van een eed als beschermers aan het boeddhisme gebonden. Alleen dankzij de  interventie van Padmasambhava hebben de Tibetanen hun eerste boeddhistische klooster te Samye kunnen bouwen. Hij geldt als stichter van de oude, Ningmapa richting in het Tibetaans boeddhisme. Alle overige nog bestaande scholen of ordes dateren van de 2e introductie van het boeddhisme in Tibet, minimaal 200 jaar later.
In Tibet geldt Padmasambhava als een 2e Boeddha, een zo heilige persoon, dat hij ook niet langs gewone weg, maar uit een Lotus is geboren. Dit is gebeurd in het mysterieuze rijk Uddhyana dat wel met de Swat vallei in het tegenwoordige Pakistan wordt geidentificeerd. Voor en na zijn komst naar Tibet heeft hij talrijke terma (religieuze schatten, m.n. in geheimtaal geschreven teksten) verborgen (om door latere leermeesters te worden gevonden) en vele paradijselijke locaties (beyul) aangewezen en op zoveel plaatsen in de Himalaya gemediteerd, dat hij zo oud moet zijn geworden als Methusalem. Hij wordt ook zelf als zetelend in een Puur land, een mandala paleis op een berg, Zangdokpelri, voorgesteld. De mantra van Padmasambhava is:  Om ah hung Vajra Guru Peme Siddhi hung”.
Pala dynastie     Laatste belangrijke Indiase koningsdynastie die in wat nu Bihar en West-Bengalen is heerste van de 8e tot de 12e eeuw. Het was een bloeiperiode van mahayana en tantrisch boeddhisme. Chinese en Tibetaanse pelgrims kwamen naar India en aan het eind van deze tijd trokken Indiase leermeesters ook naar Tibet voor dharma onderricht en om aan vervolging te ontkomen.
Pali                                        ‘Samengestelde’ Noord-Indiase taal, waarin de oudste boeddhistische leer op schrift is gesteld. Het is gebaseerd op een van oudste gesproken talen van Noord-India. Het Sanskrit woord ‘pali’ betekent eigenlijk niet meer dan: geschrift of tekst, maar paradoxaal genoeg is het Pali dus wel van oorsprong een gesproken taal (prakrit), terwijl het Sanskrit vermoedelijk alleen een samengestelde geschreven taal is. Sanskrit is de taal van de meeste mahayana teksten.
Pali canon           Oudste boeddhistische teksten, met name de Tripitaka en Jataka vertellingen.
panca sila            “Vijf zegels. Kernpunten van de boeddhistische moraal, waaraan iedere boeddhist zich minimaal moet houden. 1. Geen levende wezens doden of verwonden. 2. Niet nemen wat niet gegeven is (vooral niet stelen). 3. Geen seksueel wangedrag. 4.Niet-foutief spreken ( liegen, schelden, kwaad spreken). 4. Geen verdovende middelen.
paranirvana       Ultiem nirvana. Paradoxale term om het nirvana na de dood (van de Boeddha of een boeddha) aan te duiden, als onderscheiden van een nirvana dat al bij leven bereikt zou kunnen worden. Meer “technisch” gesproken wordt er een nirupadhishesha-nirvana , na de dood als er niets overblijft, onderscheiden van sopadhisheshanirvana, waarin de belichaamde mens blijft bestaan.
paribhogika        Relikwieën die met heilige personen in aanraking zijn geweest (voorwerpen, kleding enz, en ook voet- of andere lichaamsafdrukken.) (Vgl. shariraka: Lichaamsrelikwieën. Het lichaam of lichaamsdelen van overleden heilige personen
parikrama           Rituele ommegang. Het kloksgewijs rondom heiligdommen gaan, het  object van verering aan de rechter kant (reine rechter hand) houdend (pradakshina).  In Tibet doet een tegendraadse religieuze school (Bon) het in omgekeerde richting, maar in het algemeen is de parikrama in de pradakshina richting een van de vaste rituelen in de oude Indase religies, inclusief het boeddhisme.
patriarch             Familievader, stamvader in een verwantschapslijn of lineage. De term wordt met name gebruikt in Oost-Aziatisch boeddhistische tradities zoals T’ien-t’ai, ch’an en Shingon tantrisch boeddhisme.
Polonnaruwa    Oude hoofdstad van Sri Lanka (9e -14e eeuw). Nu een uitgestrekt gebied, net als Anuradhapura aan een groot irrigatie meer, met tarijke tempels, vihara’s en stupa’s. Polunnaruwa heeft altijd veel te lijden gehad van Tamil aanvallen
Potala                                   Kloosterpaleis in Lhasa, voormalige winterresidentie en regeringszetel van de Dalai Lama. Gebouwd in de 17e eeuw op last van de Grote Vijfde Dalai Lama. De zomerresidentie van de Dalai Lama’s was in het nabij gelegen Norbu Linka. De naam Potala verwijst naar het mythische verblijf in Zuid-India van de bodhisattva Avalokiteshvara, de beschermer van Tibet, van wie net als de 7e eeuwse regieuze koning Songtsen Gampo, de Dalai Lama’s verschijningsvormen zijn.
pradakshina       Kloksgewijze rondomwandeling van heiligdommen en heilige plaatsen, een van de belangrijkste boeddhistische rituele handelingen.
prajna paramita “Wijsheidsvervolmaking” of beter: “perfectionering van inzicht”. Het gaat om de laatste van zes perfecties die een bodhisattva moet realiseren. In het Sankriet luidt de mantra waarmee de prajnaparamita wordt verbonden: gate gate paragate parasamgate bodhi svaha (“gone, gone, gone beyond, gone completely beyond, enlightenment, hail”).
                               De prajna paramita wordt ook als een godin Prajnaparamita voorgesteld, die als de moeder van alle boeddha’s vereerd wordt. De associatie (het doel) van de opperste wijsheid met het vrouwelijke, de lotus of de bel, tegenover het middel of de methode van de meditatie en ethiek als het mannelijke, de vajra, is karakteristiek voor het mahayana en meer in het bijzonder het tantrisch boeddhisme.
Prajna paramita sutra    “Wijsheidsvervolmakingssutra”.  Eigenlijk een verzameling sutra’s die over een langere periode rond en na het begin van onze jaartelling zijn opgesteld. Ze vormen de kern van de mahayana literatuur. De Diamand sutra en de nog kortere Hart sutra zijn bondige samenvattingen van de Prajna-paramita sutra’s . Het komt op het volgende neer: 1. men moet een bodhisattva of toekomstige boeddha worden, d.w.z. alwetend door de perfectie van het inzicht te realiseren van en voor alle levende wezens, 2. er is niet zoiets als een bodhisattva of alwetendheid of inzichtsvervolmaking, of realisering. Het accepteren van deze contradictoire feiten is het perfect zijn. Verder gaat het erom “skillful means” (upaya kaushalya) te ontwikkelen om verward dolende wezens tot inzicht te brengen en leren de eigen karmische verdienste aan de verlichting van anderen te wijden.
pranama             Begroeting(sritueel). Dit omvat bijvoorbeeld de geheven hand met duim naar de borst en pink er vanaf gericht houden, of beide handen samengedrukt (namaskara mudra) idem voor borst of voorhoofd of nog hoger houden, een buiging maken, knielen, met het voorhoofd de grond aanraken, of geheel prosterneren.
pratimoksha      Boeddhistische monniksregels. Het gaat in het theravada boeddhisme om 227 voorschriften. Het aantal is afhankelijk van de scholen en ligt tussen de 218 en 263 regels voor monniken en voor nonnen tussen 279 en 380. De regels zijn in principe vast gelegd in de Pratimoksha sutra of sutra Vibhanga, die deel uitmaakt van de Vinaya pitaka. Strikt genomen horen monniken en nonnen dit geschrift viermaal per maand te reciteren.
priester                               Religieus specialist, (gewijd) dienaar in de eredienst, die de rituelen uitvoert en verzorgt.
prosternatie      Het zich voorover ter aarde werpen of liggend uitstrekken. De prosternatie is een van de boeddhistische pranama’s. De rituele ommegang of zelfs de pelgrimage wordt soms al prosternerend gemaakt.
puja                      offerritueel.
punya                                  karmische verdienste. Het geloof in reïncarnatie gaat gepaard met geloof in karma, de wet van oorzaak en gevolg. Verdienstelijk dwz ethisch en religieus  goed of fout handelen wordt als het ware geturft en maakt dat men gunstiger of minder gunstig wordt wedergeboren.
pure land boeddhisme (Ook: zuiver land.) Belangrijke stroming in het boeddhisme in Oost-Azië. Door mantra recitatie en visualiseringsmeditatie stelt men zich voor toegang kunnen verwerven tot een van de boeddha-‘velden’ (buddha- kshetra), hemels of paradijzen, zoals Sukhavati van Amitabha of Tushita van Maitreya, Abhirati van Akshobhya. Met name de Jodo shu en Jodo shin shu Pure land boeddhistische scholen in Japan zijn nog altijd populair.  (Zie ook: Namo Amida butsu  en Nembutsu)
pure land school              Zie: pure land boeddhisme.
pure land sutra’s             Verzameling mahayana sutra literatuur waarop diverse stromingen van het pure land boeddhisme zich baseren, zoals: Pratyutpanna sutra, Sukhavati vyuha sutra, Meditatie sutra. 
pure land            Zie: pure (of zuiver) land boeddhisme.
Pu-tai                                   Chin. (Jap. Hotei). “Lachende Boeddha”. Ook wel geïdentificeerd met Maitreya. Oorspronkelijk was Pu-tai een in China rondreizende bedelmonnik die in de 10e eeuw leefde. Zijn naam betekent “ransel” of klerenzak, die hij altijd aan een stok over zijn schouder droeg. Hij zou een dikbuikige grappenmaker geweest zijn en een kindervriend die koek  en snoep uitdeelde. Hij was symbool van maitri, de ultieme vriendelijkheid of “loving kindness”, een in het boeddhisme belangrijke deugd, geassocieerd met de toekomstige boeddha, Maitreya. Ja, en dan ben je in de oude Indiase religies al gauw een avatar, verschijningsvorm, manifestatie of zelfs incarnatie van zo’n boeddha.

Q
R
Ratnasambhava               Een van de vijf dhyaniboeddha’s. Zie ook: Vairocana, Amitabha, Akshobya en Amogasiddhi.
reïncarnatie       Wedergeboorte. Een idee dat in het boeddhisme is overgenomen van oudere Indiase religies (waarvoor we nu de termen hindoeïsme of  misschien juister brahmanisme zouden gebruiken). Het blijft nogal paradoxaal, omdat het eigenlijk onverenigbaar is met het boeddhistische anatman principe. Als er niets blijvend is en niets overblijft, wat reincarneert er dan? Toch heeft reïncarnatie en de wet van het karma, verdienste en verdienstelijk handelen een belangrijke plaatsin het boeddhistische gedachtengoed. Ook kent men de voorstelling van de bhavachakra waarin zes regio’s of rijken worden getoond waarin we kunnen worden wedergeboren: goden, halfgoden, mensen, dieren, hongerende geesten, en hellen. Voor de meeste mensen is het echter een veel te vergaande abstractie om voorbij de dood te denken, terwijl de meest intellectualistische m.n. mahayana filosofen zich in bochten lijken te willen wringen om de bovengenoemde paradox op te lossen.
religie                   Een cultureel systeem (d.w.z. een in een gemeenschap of groep gedeeld systeem van ideeën, symbolen en handelingen) betreffende een niet-empirische werkelijkheid. Het systeem wordt door speci­ale per­sonen onder­houden en toeganke­lijk gemaakt en er worden levens- en wereldbeschouwlijke inzichten, sociale waarden en normen, en politieke machtsposities in gefundeerd.
religieuze specialisten   Personen die een speciale rol of functie vervullen die betrekking heeft op het onderhouden of toegankelijk maken van een religie, zoals kerkvaders, hiërarchen, priesters, monniken, leermeesters, medicijnmannen, sjamanen, orakels.
relikwie                               Lett. overblijfsel. Iets wat resteert van het lichaam van (shariraka) of wat in contact (prabhogika) is geweest met een heilige, vereerde, of vergoddelijkte persoon. In het boeddhisme heeft de stoepa zich ontwikkeld van grafheuvel tot relikwieënbewaarplaats en tenslotte tot symbool van de leer.
Rennio                 (1415-1499) afstammeling van Shinran (1173-1262), de grondlegger van de Japanse Pure land school (Jodo Shinshu). Rennio werd abt van de Hoganji  hoofdtempel, die ernstig werd bedreigd vanuit het nabijgelegen Tendai bolwerk op Mt. Hiei. Hij heeft de tempel verplaatst en vervolgens gedurende de rest van zijn leven de Pure land school gerevitaliseerd, waardoor hij als 2e stichter wordt geëeerd.
retributie            Vergelding. Het idee dat uiteindelijk wie goed doet goed en wie kwaad doet kwaad ontmoet, speelt in religie een belangrijke rol vanwege de ethisch socialiserende functie en bovennatuurlijke sanctionering in de vorm straffende goden en geesten, van hemel en hel of gunstige of ongunstige wedergeboorte.
rimpoche            Tib. “Grote Kostbare”, titel van een heilige en met name concreet als levende boeddha reïncarnerend persoon of functionaris. Zo heet de Dalai Lama in het Tibetaans: Gyalwa Rimpoche. Padmasambhava de grote magiër uit het Noordwest-Indiase Uddhyana, die in de 8e eeuw het tantrisch boeddhisme in Tibet introduceerde en grondlegger is van de Tibetaanse Ningmapa orde, heet in het Tibetaans Guru Rimpoche. En Tsongkhapa, de hervormer en stichter van de Geelkap orde wordt ook wel Je Rimpoche (Groot kostbaar juweel) genoemd. Het allerheiligste beeld van Tibet is de Jowo Rimpoche (Groot heilig en kostbaar juweel), de Boeddha als jongeling voor zijn verlichting, d.w.z. als bodhisattva en niet als monnik.
Rinzai school      Een van de twee scholen van het Japanse Zen boeddhisme. Rinzai gaat terug op Eisai of Yosai (1141-1215). Eisai studeerde in China in de  Lin-chi ch’an boeddhistische traditie van  de Lin-chi I-hsuan (9e eeuw), een van de vijf “huizen” van het Chinese Ch’an. (Rinzai is een Japanse verbastering van Lin-chi.) Eisai heeft waarschijnlijk nooit voorgehad een speciale school te stichten. dat is pas later door Enni Ben’en (1202-1280) gebeurd.  In Japan vormen Rinzai en Soto de twee zen scholen. Soto gaat uit van de inherente boeddha-natuur en benadrukt het louter zazen zitten, als middel dat tevens doel is. Verlichting is voor Soto zen een graduele lange termijn zaak waarover niet gesproken wordt. Rinzai is meer doelgericht en probeert met non-conformistische raadsels de student als het ware schoksgewijs momenten van verlichting (satori) te laten realiseren. De practische doelgerichte methodiek van Rizai zen heeft deze school onder samoerai grote populariteit bezorgd.  
rite                        Overgeleverde plechtige ceremonieel religieuze handeling of samenstel van zulke voorgeschreven handelingen.
ritualistiek          Bijzonder uitgebreid en complex systeem van rituelen. Het tantrisch boeddhisme kenmerkt zich door ritualistiek.
ritueel                                  Als bijv.nw. volgens de rite, maar ook als zelfst.nw. synoniem met rite. Bijvoorbeeld: begroetingsritueel, offerritueel, uitdrijvingsritueel , meditatieritueel, visualiseringsritueel, enz.
                                              
S
sadhana              Visualiseringsritueel, visualiseringsmeditatie. In het tantrisch boeddhisme stelt men zich bijvoorbeeld woeste beschermgoden voor,  bij exorcistisch ritueel om kwade invloed af te weren, om zich vervolgens een totaal zuivere paradijselijke wereld naar voorbeeld van een mandala voor de geest te halen, en daarin worden dan boeddha’s en boedhisattva’s geplaatst om zich mee te identificeren en door te laten inspireren.  
sadhu                   Indiase asceet, yogi en wijsheidszoeker, buiten het kastensysteem en de brahmanenreligie.
Sakyapa               Tib. kloosterorde van de 2e verbreiding. Gesticht in de 11e eeuw door de Khon familie, genoemd naar het klooster Sakya in Tsang, Centraal-Tibet. De Sakyapa wisten met hulp van Mongolen, (de Chinese Yuandynastie) als eersten de theocratische leiding over Tibet in handen te krijgen. Het was Kundga Gyaltsen, getiteld Sakya Pandita (1182-1251),  die met de Mongoolse Godan Khan een pact sloot. Het geestelijk leiderschap van de Sakya’s stond tegenover de nominale politieke ondergeschikking van Tibet aan de Mongoolse khan. 
Sakya                    Clan of stamnaam van de historische Boeddha. Sakya is nog altijd een familie- of kaste naam onder de Newari bevolking van Nepal. (Zie ook: Shakya)
Sakyamuni         Zie: Shakyamuni
Samanthabhadra            Adi(oer)-boeddha van de Ningmapa orde, de oudste richting in het Tibetaans boeddhisme, teruggaand op Padmasambhava. Zo’n adi-boeddha is het meest abstracte, waarvan men zich eigenlijk geen voorstelling kan maken en die aan het absolute begin van de geestelijke lijn of lineage geplaatst wordt. Samathabhadra wordt meestal in het blauw voorgesteld, ontdaan van kleding en iedere vorm van opsmuk, en in lotus en tegelijk yab-yum (seksuele vereniging) met een op zijn schoot zittende vrouwelijke wederhelft.
sambhogakaya Een van de trikaya (drie lichamen, eigenlijk abstractieniveaus) in de mahayana voorstellingswereld. Tussen het totaal abstracte dharmakaya van boeddha’s en het nirmanakaya (stralende lichaam) van heilige verlichte historische personen wordt het sambhogakaya (genotslichaam) van symbolische boeddha’s en bodhisattva’s voorgesteld, zoals bijvoorbeeld in de reeks: Amitabha-Avalokiteshvara-Padmasambhava.
samsara               Het lijdend bestaan in onze wereld, waarin alles steeds verandert en eigenlijk niets op zichzelf bestaat, en levende wezens zich laten leiden door illusies, verlangens en haat, en steeds maar sterven en opnieuw in een andere vorm worden wedergeboren. Het wordt in het boeddhisme voorgesteld als een cirkel die wordt vastgehouden door Yama, de woeste god van de dood. De boeddhistische leer bedoelt de verlichting te realiseren, inzicht in de absolute waarheid om zich te verheffen uit het relatieve illusoire bestaan en nirvana te bereiken.In het mahayana boeddhisme wordt vervolgens het perspectief ontwikkeld dat het absolute zich alleen in het relatieve kan manifesteren, dat vorm en leegte, samsara en nirvana identiek zijn, dat de buddha-natuur in alles en iedereen aanwezig is. Het gaat slechts om zich deze bewust te worden en waar te maken.
sangha                                 Monniksorde of monnikschap. Een van de triratna (3 kostbaarheden), noodzakelijke peilers van het boeddhisme: Boeddha, dharma en sangha. Ook wel: de geest, het woord en het lichaam.
Sanskriet             Skt. Sanskrit. Oude geschreven taal van India. Terwijl het Pali de taal is van de geschriften van het oude theravada boeddhisme, is het Sanskriet de taal van het Mahayana. Daaraan zijn later talrijke geschriften in het Chinees en Tibetaans toegevoegd.
satori                                    Jap. verlichting(s moment of -ervaring); Zie ook: kensho. Term die in het zen boeddhisme gebruikt wordt, waar wordt gestreefd naar vermenigvuldiging en verdieping van deze ervaring.
Shakyamuni       Wijze van de Shakya clan of stam. Titel van de historische Boeddha. Na Boeddha, de meest gebruikte aanduiding Siddhartha Gautama Shakyamuni. Shakya of Sakya is nog altijd een familie- of kastenaam onder de Newari bevolking van Nepal. Siddhartha is zijn persoonlijke naam en Gautama is ook een familienaam. Zie: Sakya en Sakyamuni.
shariraka             Lichaamsrelikwieën: het lichaam of lichaamsdelen van overleden heilige personen  (as, mummie, bot, haar, tand, enz.). (Vgl.paribhogika relikwieën: voorwerpen die met de overleden heilige in aanraking zijn geweest.)
shikan taza         Jap. zazen, (de methode van) “enkel en alleen zitten”. (Zie:  Soto zen en Dogen)
Shingon               Japans tantrisch of esoterisch boeddhisme. Een school gestart door Kukai (774-834) die een direkte verlichtingsweg onderwees, gebruik makend van visualiserings-meditatie en mandala’s.
Shinran                                (1173-1262) Grondlegger van de Japanse Ware Pure Land school, de Jodo shinshu.
Na langdurig de Pure Land leer van Honen gevolgd te hebben, waar alleen recitatie van de Nembutsu formule volstond, begon Shinran de ware Amida devotionele beweging van niet alleen mechanische overgave maar waar geloof. De beweging kenmerkte zich bovendien door een egalitair karakter. Shinran weigerde de leerling-leermeester devotie te accepteren. Zijn werk is later vooral voortgezet door Rennio (1415-1499) die de school, na een periode van vernietigende vervolging door Tendai aanhangers, nieuw leven heeft ingeblazen.
Shinto                   Jap. Zie: Shintoisme               
Shintoïsme         Inheemse religie van Japan. Eigenlijk een samenstel van religies waarin animisme en voorouderverering worden gecombineerd. Vele godheden zg. kami,  verbonden met natuurverschijnselen en plaatsen in de natuur moeten tevreden gehouden worden, daarnaast zijn er de vooroudergeesten en Amatarasu de zonnegod. Met de laatste is een cultus verbonden rond de Yamato-keizersfamilie. Men heeft nadat het boeddhisme in Japan werd geïntroduceerd beide religies geprobeerd te combineren met wederzijdse tolerantie als resultaat. Ook in de zg. “nieuwe religies” van Japan vinden we elementen van beide.
shivaïetisch        Betrekking hebbend op de hindoe god Shiva.
shradda               Oprecht geloof, volle overtuiging.
shramana           Wijsheidszoeker, buiten de brahmanentraditie. (Vgl. sadhu.)
shunyata             Leegte. Een belangrijk concept in de madhyamaka filosofische school van het mahayana boeddhisme. De buddha-natuur is inherent aanwezig in alle levende wezens. Samsara en nirvana zijn eigenlijk identiek, niet dit en niet dat. Het enige dat we over de essentie van het/hun bestaan kunnen zeggen, is dat het leeg is. Het nirvana is er al en de essentie van de boeddhistische praktijk is het ons te realiseren en te realiseren, met andere woorden, waar te maken.
siddha                                  Lett. “Volmaakte”, Wijze yogi. Verlichte guru, met name in de tantrische traditie. De Tibetaans boeddhistische scholen baseren zich op de methoden van de Indiase grote (maha)siddha’s, zoals  Saraha, Virupa, Tilopa, Naropa.
Siddhartha         Lett. “Wiens doel is bereikt”. Siddhartha is de persoonlijke naam van de historische Boeddha. Gautama is zijn familienaam en Shakyamuni, “wijze” van de Shakya, zijn clan- of stamnaam.                                                   
siddhi                                   Magische kracht van de siddha. Deze omvat aardse elementen, helderziendheid en helderhorendheid, het vermogen om te vliegen, onzichtbaarheid, eeuwige jeugd etc.; en een bovenwereldlijk element, nl. verlichting.
sino-tibetisch    Aanduiding van een stijl in de Tibetaanse kunst, die Chinese en Tibetaanse elementen combineert en met name vanaf de 15e-16e eeuw de Tibetaanse kunst kenmerkt.
sjamaan              Uit Mongolië afkomstige term voor een bepaalde  religieuze specialist. Zie: sjamanisme.
sjamanisme       Specialisme of element van religies, waarin men door in bijzondere geestestoestand te verkeren direct contact met de bovennatuurlijke wereld der goden of geesten kan maken. Dit kan men zich voorstellen als bezetenheid of ‘geestesvlucht’. De bijzondere geestestoestand kan trance of droom of visioen zijn en min of meer worden gecontroleerd door gebruik van drugs of meditatieve trance of afzondering. Culturen of religies waar sjamanisme voorkomt, hebben elk eigen termen voor de sjamaan, medicijnman, orakel enz. Bv.in Tibet: lhaba of lhamo, in Nepal: jankri. De term sjamaan is afkomstig uit Mongolië, waar sjamanisme een belangrijk religieus element is.
skanda                 5 ‘componenten’ waaruit in de boeddhistsiche analyse een individu is opgebouwd: 1. vorm (rupa); 2. gevoelens (vedana); 3. waarneming (samjna); 4. wil (samskara); 5. bewustzijn. Let wel, de skanda’s zijn allemaal verbonden met lijden, impermanentie en afhankelijk bestaan, d.w.z. er blijft na de dood niets van over.
smrti                                     ‘Mindfulness’, bewust zijn, focus of concentratie. Zie ook: dhyan en shamatha. Het is een open- en alertheid die de meditant ontwikkeld in samenhang met prajna of vipashana (inzicht).
Soto school        Een van de twee Japanse Zen scholen. Soto gaat terug op Dogen (1200-1253). Anders dan de andere Japanse zen school, Rinzai, gaat Soto uit van de inherente boeddha-natuur en de eenheid van doel en middel. De aandachtsmeditatie, waarin vooral zazen centraal staat, is in de praktijk van deze school doel op zichzelf. Verlichting is een lange termijn zaak waar men zich in principe niet mee bezig houdt.      
spirit flight          Geestesvlucht. In het shamanisme bestaat naast het idee van bezetenheid, waarbij de godheid bezit neemt van de sjamaan, het idee van geestesvlucht, waarbij de sjamaan zijn geest laat wegvliegen naar het rijk van de goden of geesten. In beide gevallen wordt in een speciale geestestoestand contact met de godenwereld gemaakt.
spirit possession              Zie: bezetenheid.
Sri Lanka              Groot eiland ten oosten van de Zuidpunt van India. Opperv. 65.610. Bevolking: 22,5 miljoen. De bevolking bestaat in meerderheid uit boeddhistische Sinhalezen (75%, maar er is een grote hindoe Tamil minderheid (18%) waarvan een deel al voor Chr. uit Zuid-India geïmmigreerd is, terwijl een ander deel door de Britten is binnegebracht. Sri Lanka was het eerste land buiten India waar het boeddhisme is geïntroduceerd in de 3e eeuw v. Chr door de legendarische monnik Mahinda, die een zoon van Ashoka zou zijn geweest. Mahinda stichtte een klooster bij Anuradhapura. Zijn zuster Sanghamitta stichtte een nonnenorde op het eiland en bracht er een stekje van de Bo-boom uit Bodh Gaya. In de 1e eeuw v. Chr. is op Sri Lanka de Pali canon op schrift gesteld. In later jaren is het mahayana ook op het eiland verbreid, maar uiteindelijk is de boeddhistische invloed verschillende keren geminimaliseerd en hebben er herintroducties vanuit Birma en Thailand plaatsgevonden, waardoor we er nu alleen theravada boeddhisme tegenkomen.                                                                                                                                  De huidige hoofdstad Colombo is voorafgegaan door Anuradhapura, Pollonnaruwa en Kandy, waar talrijke boeddhistische bezienswaardigheden en pelgrimsplaatsen zijn.                                                                                         In de 11e eeuw hebben de Tamils een afzonderlijk koninkrijk in Jaffna gevestigd.
Na het eind van de Brits-koloniale periode (1815-1948) heeft er in Sri Lanka langdurig instabiliteit geheerst met  name door het oude ethnische conflict tussen de boeddhistische (69%) Sinhalese en Tamil (oorspronkelijk hindoe (7-15%) met ook talrijke Christelijke bekeerlingen) bevolkingsgroepen. De boeddhistische Sangha heeft zich hierbij niet onbetuigd gelaten. In 1959 werd zelfs de premier Bandaranaike door een boeddhistische monnik vermoord. In de jaren 80 van de 20e eeuw is het conflict uitgelopen op een ruim 20-jarige burgeroorlog tussen het leger en de Tamil Tiger onafhankelijkheidsbeweging, resulterend in vele 10.000en slachtoffers. Daarna heeft de tsunami van eind 2004 nog eens eenzelfde aantal doden geeist. Uiteindelijk zijn er staakt het vurens afgesproken en is het Tamil Tiger leger ontwapend en is er een leefbare situatie ontstaan. Sri Lanka is een democratisch socialistische republiek waar in de noordelijke provincie Jaffna Tamils enige mate van (door het leger gecontroleerde) autonomie hebben.
stoepa                                 In het boeddhisme heeft de stoepa zich ontwikkeld van grafheuvel tot relikwieënbewaarplaats en symbool van de dharma. De stoepa bestaat uit 1. een vierkant platform met daarop 2. een ronde halve bol, half ei of conische gevormd deel. Daar weer bovenop 3. een opnieuw vierkant kastje, en daar weer bovenop 4. een uit ronde schijven bestaande spits, met op de top een kwart maan, een zon en tenslotte 5. een vlam. Het ronde deel was ooit de grafheuvel, in het kastje wordt de relikwie bewaard, en de schijven symboliseren de stadia van de verlichtingsweg en tenslotte de vereniging van tegenstellingen in de vlam van de verlichting zelf. Tegelijk heeft de stoepa kosmologische betekenis. De genoemde onderdelen vertegenwoordigen de basisonderdelen van de kosmos: aarde, water, vuur, lucht en ether; als geheel is de stoepa te zien als drie-dimensionale mandala die de mythische werelberg Meru voorstelt, centrum en as van het heelal die we letterlijk terugvinden als houten as middenin de constructie van beneden tot bovenin de spits.   
stupa                    Zie: stoepa
Suddhodhana   Shakya koning te Kapilavastu, vader van de Boeddha.
Sukhavati            Het hemelse westelijke paradijs van de boeddha Amitabha, boeddha van het oneindige licht. Een van de regio’s waar men zich in het Pure Land boeddhisme op richt. Wie met waar geloof (shradda) de Nembutsu mantra uitspreekt, maakt goede kans daar te worden wedergeboren.
Sukhothai           Oude hoofdstad van Thailand van 1238-1365. Nu een boeddhistische sight met tempel- en kloosterruïnes en boeddhabeelden.
sutra                                     Letterlijk: het woord of een uiteenzetting van de Boeddha zelf. Belangrijkste van de tripitaka, de drie voornaamste Pali geschriften. In het mahayana boeddhisme zijn talrijke nieuwe sutra’s verschenen, die natuurlijk nooit van de historische Boeddha zelf afkomstig kunnen zijn, maar onder zijn ‘inspiratie’ opschrift zijn gesteld, waarmee bedoeld is ze gelijkwaardige autoriteit te geven als de oude sutra’s. Sommige zijn dan ook fundamenteel voor het mahayana boeddhisme als geheel, zoals de Prajnaparamita sutra, of voor belangrijke scholen daarin (Lotus sutra en Lankavatara sutra).
symbolische communicatie        Hoe men door middel van rituelen als begroeten, offeren, bidden, mantra recitatie in verbinding treedt of meent te treden met de of een niet-empirische religieuze werkelijkheid. (Zie: symbolische interactie)
symbolische interactie  Het zich door middel van symbolen voorgesteld verhouden tot de niet-empirische religieuze werkelijkheid. (Zie: symbolische communicatie)

T
Taiwan                                 Voorheen Formosa. Groot eiland ten oosten van de Volksrepubliek China, tussen de Filippijnen en Japan.  Taiwan is nu het hoofdeiland van de “republiek China” die nog enkele kleinere naburige eilanden omvat. Als de “republiek China”is het een de facto onafhankelijke staat, ook al wordt het door de Volksrepubliek en haar bondgenoten niet als zodanig erkend. Het is de plaats waarheen de nationalisten van Tsjang kai Tsjek ca 1949 een veilig heenkomen konden vinden. Hoofdstad: Taipé; Oppervl.: 36.000km²; Inw: 23.5 miljoen. Voornaamste religies zijn confucianisme, taoisme,  boeddhisme en christendom. Vooral taoistische en boeddhistische tempels zijn er in Taiwan in  grote getale.
tand                      Zie: Dalada Maligawa.
tantra                                   Van meester op leerling overgedragen tantrisch ritueel systeem, later: geschrift waarin zo’n systeem is vastgelegd. Tib. gyűd. Zie ook: tantrisme.       
tantrayana         Zie: tantrisch boeddhisme
tantrisch boeddhisme   Vormen van mahayana boeddhisme die zich baseren op de (esoterische) rituele systemen van de tantra’s. Het Tibetaanse boeddhisme is de meest bekende en levende tantrisch boeddhistische stroming. Behalve visualisering speelt hierin ook excorcisme een belangrijke rol. De voorstellingswereld kent een bijzonder uitgebreid pantheon van boeddha’s, bodhisattva’s en al dan niet beschermende goden, geesten en demonen. De andere stroming waar tantrische technieken zijn geïncorporeerd, is het Japanse Shingon boeddhisme.
tantrisme            Stroming in de religies van Noord-India (hindoeïsme , boeddhisme, zowel als jaïnisme) vanaf de 6e eeuw, waarin religieuze specialisten non-conventionele (esoterische) methoden ontwikkelden om zich spiritueel te ontwikkelen. Het geldt als snelle, directe weg naar de verlichting. Visualiseringstechnieken (sadhana), mandala’s en mantra’s spelen hierbij een centrale rol., evenals de directe overdracht van meester op leerling. Symboliek van seksualiteit, geweld en dood zijn kenmerkend in de tantrische voorstellingswereld. Zie ook: tantra.               
Tendai                                 Jap. voor Chin. T’ien-t’ai. Het Tendai boeddhisme maakte in Japan een eigen ontwikkeling door. Het werd geïntroduceerd door de monnik Saicho (767-822), die diverse mahayana stromingen zoals die in de Chinese traditie aanwezig waren, combineerde met esoterische of tantrische rituelen, waarin hij zelf was opgeleid. Hij vestigde het hoofdklooster op Mt Hiei bij Kyoto (toenmalig Heian). In later jaren verwierf de school aanzienlijke patronage van de keizerlijke en andere adellijke  families en werd in plaats van een boeddhistisch scholingsinstituut, meer een opstap naar politieke machtsposities dan een dharma centrum. Hierdoor scheidden de balangrijke leermeesters zich de een na de ander af en startten de andere meer succesvoll Japanse vormen van boeddhisme. Dit werd hun niet in dank afgenomen. Er was zelfs een leger van vecht-”monniken” met het Mt Hiei klooster verbonden waardoor andere religieuze scholen werden bestreden. Tenslotte werd het een zodanig militair machtsblok dat het in 1571 door de legerleider Oda Nobunaga met de grond gelijk werd gemaakt. Weliswaar herstelde de school zich, maar werd later toch overschaduwtd door met name de populariteit van Zen, Pure land en Nichiren. 
Thailand              Tot 1939: Siam. Thailand is een monarchie en in principe een parlementaire democratie. Oppervl: 513.120 km²; Inw: 68.5 miljoen; hoofdstad Bangkok. De Thaise bevolking bestaat voor 90 % uit Thai. De rest zijn minderheden, waaronder diverse bergvolkeren in het noorden. Voor de Thai immigratie uit China leefden er Mon en Khmer volkeren in Thailand onder wie theravada boeddhisme populair was. Er zijn in die tijd delegaties naar Sri Lanka gezonden om daar de verbreiding van de dharma nieuw teven in te blazen. In 1238 wisten de Thai in Sukothai na het omver werpen van de Khmer overheersing een hoofdstad te vestigen. De Thai vermengden zich met de vroegere bevolking. Dit rijk werd vervolgens ingelijfd door een nieuw Thai vorstendom dat in Zuid- en Midden-Thailand aan de macht was gekomen en  in Ayutthaya een nieuwe hoofdstad vestigde. Het theravada boeddhisme werd overgenomen. In het noorden waren nog enkele koninkrijken, o.a. Lanna dat dikwijls tussen Birmese en Thai overheersing heen en weer ging, maar uiteindelijk in 1775 bij het Thaise rijk werd gevoegd. Kort daarvoor was Ayutthaya door Birmese invasies verwoest. Vanuit Thonburi bij Bangkok wist vervolgens generaal Takshin het rijk te heroveren, waarna de Chakri dynastie werd geïnstalleerd en Bangkok de hoofdstad werd..  In de koloniale tijd is Thailand het enige land dat zich altijd aan koloniale overheerschappij weten te onttrekken. In 1932 veranderde een staatsgreep Thailand van een absolute monarchie in een constitutionele, waarin echter de militairen de macht behielden tot 1973. Daarna is mede met hulp van de recent overleden koning Bhumibol een parlementaire democratie gestart. Deze is echter niet geheel stabiel omdat populisten en democraten moeite hebben tot compromissen te komen, waardoor het leger opnieuw enkele staatsgrepen heeft gepleegd om het land bestuurbaar te maken.                 Het theravada boeddhisme is staatsreligie in Thailand en 95% van de bevolking hangt deze stroming aan. Thaise jongemannen besteden meestal een periode van 3 maanden aan kloosterretraite. De koning benoemt een religieuze leider, de sangha raja.
theocratie          Door religieuze functionarissen geregeerde staat. Zoals nu Vaticaanstad en Iran, zo waren Tibet, Bhutan en Mongolië ooit theocratieën, geregeerd door “reïncarnanten”, resp. de Dalai Lama, Shabdrung en Hutuktu.
theravada           Oudere vorm van boeddhisme, die zich alleen op de Pali canon baseert. Tegenwoordig nog met name in Zuid en Zuid-oost-Azië: Sri Lanka, Thailand, Myanmar, Laos en Cambodja. Karakateristiek in het theravada boeddhisme is de betrekkelijk strikte opvolging van de Vinaya monniksregels en in de kunst  de afbeelding van vooral de historische Boeddha Shakyamuni.
Thich nhat hanh               Vietnamese zen monnik, vredesactivist, leraar en schrijver (1926-), verbannen uit Vietnam
reisde in de VS en Europa.en werd in het westen zeer populair. Hij stichtte een boeddhistische gemeenschap “Plum village” in de Franse Dordogne, waar hij woont.
Thimpu                                Hoofdstad (ca. 50.000 inw.) van Bhutan (800.000 inw.) sinds 1955. Voordien was het alleen zomerhoofdstad, en verhuisde de regering ’s winters naar Punakha. Regeringscentrum en tevens belangrijkste klooster in Thimphu is de Tashicho Dzong. Het koninklijk paleis Dechencholing bevindt zich iets ten noorden van de stad.
Tibet                                     Provincie van de volksrepubliek China, onder de naam: Xizang Zizhiqu. Tibet was tot de Chinese invasie en annexatie in 1950 een de facto zelfstandige staat, hoewel het ten tijde van de 1e Mongoolse, Yuan dynastie en enkele malen daarna een politiek afhankelijke status heeft gekend onder Mongoolse heersers. Vanaf 1728 (i.e.ten tijde van de 2e Mongoolse, Ching of Manchu dynastie werden er pro forma twee keizerlijke vertegenwoordigers (amban) in Lhasa gevestigd, ook al werden zij in 1750 door Tibetanen vermoord. Wat betreft bestaanswijze, taal, en religie hebben de Tibetanen zich echter altijd van China onderscheiden. Het is pas onder Mao dat de bezetting heeft plaatsgevonden en vooral door de Culturele revolutie 1966-1976 systematische vernietiging. Nadien is er sprake van herstel van de Tibetaanse cultuur voorzover dat mogelijk is in omstandigheden van politieke repressie en modernisering. Het herstel en de vitaliteit en populariteit van het Tibetaans boeddhisme is even paradoxaal als ongetwijfeld juist voor een deel te danken aan deze dramatische situatie, waarin het voor de bedreigde Tibetanen een mogelijkheid is om hun bedreigde culturele identiteit te handhaven en zich tegen de bezetting te verzetten. Daarbij komt dat zich talrijke en aanzienlijke Tibetaans culturele gemeenschappen buiten China bevinden, in de Mongoolse volksrepubliek, Bhutan en delen van de Indiase en Nepalese Himalaya regio’s. Bovendien heeft de Tibetaans culturele en religieuze invloedsfeer zich ook binnen China over een groter gebied dan de huidige provincie Tibet uitgestrekt, nl. over Binnen-Mongolië en Qinghai, en gedeelten van Gansu en Sechuan. In totaal zal het binnen China om zo’n 6 miljoen mense gaan en erbuiten nog 1 miljoen (ca. 10 miljoen Mongolen niet meegerekend).                                                                                                               Tibet is als staat van aanziennlijke omvang al in de 7e eeuw onder de eerste ‘religieuze’koning Saontsen Gampo gevormd. Daarna is het langdurig verbrokkeld, in verschillende vorstendommen en stamgebieden, waar het boeddhisme de bindende factor was, maar de invloedsferen van verschillende kloosterordes juist voor onderlinge strijd zorgden. Pas onder de Grote Vijfde Dalai Lama is de eenheid hersteld en heeft de theocratie de omvang gekregen, die tot de jaren vijftig van de 20e eeuw  min of meer behouden zou blijven. Daarna is de regio door China ge-annexeerd, heeft het communistisch bewind van Mao geprobeerd de bevolking uit te moorden en de cultuurschatten te vernietigen, maar is juist het boeddhistische erfgoed de focus van de Tibetaanse identiteit gebleven.     
Tibetaans boeddhisme                 De religie van Tibet is te karakteriseren als een combinatie van shamanisme met de tantrische en de pure land varianten van het mahayana boeddhisme, waarbij het monnikschap en de kloostercultuur vanzelfsprekend een belangrijke rol spelen. Het boeddhisme is in de 7e-9e eeuw onder de drie “religieuze” koningen voor het eerst in Tibet geïntroduceerd en na een periode van teloorgang, opnieuw in de 10-11e eeuw, precies toen het in India door vervolging tot verwijnen gedoemd was. Uit de eerste introductieperiode dateerd de Ningmapa school, vooral verbonden met Padmasamhava. de overige 3 kloosterorden, Sakya, Kagyudpa en Gelukpa zijn van latere oorsprong. Tenslotte is er nog een ‘aberrante’stroming, de Bonpo, die zich niet boeddhistisch wil noemen, maar in veel opzichten op de Ningmapa school lijkt. Het zijn met name de nieuwere orden en bovenal de Gelukpa of Geelkappen orde, die de grootste kloosters hebben gesticht. De Gelukpa orde heeft vanaf de 17e eeuw de theocratische macht over Tibet in de persoon van de Dalai Lama in handen gehad. In 1959 is de Dalai Lama naar India gevlucht en is Tibet door China ge-annexeerd. In Tibet zelf heeft de Culturele Revolutie die in 1966 is gestart 100.000en slachtoffers geëist, waaronder vele monniken en is ongehoord veel religieus cultuurgoed vernield en vernietigd. Niettemin heeft het Tibetaans boeddhisme als focus van hun culturele identiteit voor de Tibetanen niet aan populariteit ingeboet. Daaraan heeft het beleid van geweldloos compromissen zoeken van de Tibetaanse regering in ballingschap, tot 2011 onder leiding van de 14e Dalai Lama, ongetwijfeld aanzienlijk bijgedragen. 
T’ien-t’ai             School van Chinees boeddhisme uit de 6e-7e eeuw, genoemd naar de locatie van z’n hoofdtempel, Mt. Tíen-t’ai aan de Chinese oostkust in de provincie Chekiang. De feitelijke stichter is de monnik Chih-i (538-597), de derde patriarch van de school.  De school introduceerde belangrijke vernieuwingen op het vlak van classificatie van geschriften, meditatie en ‘de drie waarheden’. Ideeën van de Madyamaka werden met die van de Yogacharya gecombineerd. De als te negatief beschouwdefilosofie  van de Prajnaparamita werd overstegen door die van de lotus sutra over de boeddha-natuur.   Het eclectische T’ient’ai boeddhisme zou als basis dienen voor andere scholen zoals Ch’an en Pure Land boeddhisme, maar zelf als school geen grote rol meer spelen. In Japan is de school als Tendai geïntroduceerd in de 9e eeuw door Saicho (767-822). Tendai maakte daar een eigen ontwikkeling door omdat ook tantrisch esoterische methoden werden omvat die concurreerden met Shingon boeddhisme.   
tirth yatra           Bedevaart(s-) of pelgrimstocht, pelgrimage, een vande traditionele rituele handelingen in het boeddhisme, en eigenlijk in alle wereldreligies, behalve de protestants christelijke. Tirth betekent letterlijk “doorwaadbare plaats”. In het oude India, was dat waar je het thuisgebied dat meestal door rivieren was begrensd kon verlaten. Het Latijnse woord voor pelgrimage, ‘peregrinatio’, betekent ook het ‘per ager’, verder dan het thuisgebied gaan.
Tissa(maharama)            Plaats in Zuidoost-Sri Lanka, waar in de 2e eeuw v. Chr. koning Duttagamenu tijdelijk zijn residentie vestigde, omdat hij door de Indiase vorst Kalinga uit Anuradhapura was verdreven.                       
toevlucht            Toevluchtsritueel. Lekenvolgelingen zowel als monniken en nonnen nemen in het boeddhisme toevlucht tot de Boeddha, dharma en sangha door de “toevluchtsformule” uit te spreken: “Namo buddhaya, namo dharmaya, namo sangaya”  In het tantrisch boeddhisme wordt deze voorafgegaan door : “namo gurubya”, en soms wordt een “toevluchtsboom” gevisualiseerd van de hele dharma lineage door de tijd en alle trikaya niveaus heen incl. beschermgoden.
transcendent    (Ook: bovennatuurlijk, niet-empirisch.) Eigenschap en aanduiding van de religieuze werkelijkheid. (Zie: religie)
trikaya                                 Drie lichamen”. Een mahayana indeling van personen in gradaties van abstractie: 1. dharmakaya, het “absolute” lichaam van een boeddha, dwz.  iemand die van het nirvana deel uitmaakt, eigenlijk boven ons begrip en voorstellingsvermogen verheven; 2. sambhogakaya , het genietingslichaam van een symbolisch personage, bv. Avalokiteshvara; en 3. nirmanakaya, het stralingslichaam van een historische verlichte persoon, bv. Padmasambhava, Bodhidharma etc. (vgl. avatar)
tripitaka               De drie (lett. “manden”) basisgeschriften van de Pali canon: sutra’s (oorspronkelijke lessen van de Boeddha zelf, abhidharma (commentaren) en vinaya (monniksregels).
triratna                                De drie “kostbaarheden” of “juwelen”, onmisbare peilers van het boeddhisme: de Boeddha, dharma en sangha. Upasaka (lekenvolgeling van het boeddhisme) zowel als bhikshu (monnik) neemt ritueel “toevlucht” tot de triratna. (Zie ook: Trisharana)
trisharana           Zie: triratna
trishna                                 Verlangen, dorsten, een van de boeddhistische ondeugden (klesha), oorzaken van het lijden. De andere zijn o.a. haat (dvesha of pratiga), hebzucht (raga), onwetendheid (avidya), arrogantie (mana), twijfel (vicikitsa), foute denkbeelden (drshti) e.d. Er zijn verschillende lijstjes in diverse geschriften. Het gaat om oorzaken van negatief (akushala) handelen, d.w.z. wat negatief karma bezorgd.
Tsongkapa          (1357-1419) Grote hervormer van het oudere Tibetaans boeddhisme  en grondlegger van de Gelugpa monniksorde. Tsonkapa (lett. “uienman”) werd geboren nabij Chining aan de rand van de Tibetaanse hoogvlakte. Hij studeerde in Centraal-Tibet en werd vooral aangesproken door Atisha’s werk en de Kadampa orde. Naar zijn idee was voor de meesten van ons de langzame weg naar de verlichting te prefereren.  Het tantrische pad is hoogstens na lange studie voor een minderheid geschikt. Tsongkhapa’s belangrijkste geschrift was dan ook getiteld Tib. Lamrim Chenpo (het grote langzame pad). Ca 35km ten oosten van Lhasa stichtte Tsongkhapa  het klooster Ganden en vervolgens dichterbij de hoofdstad Drepung en Sera. Zijn neef Gedungrub, die later met terugwerkende kracht de 1e Dalai lama zou worden, voegde daar nog het Tashilhunpo klooster in Shigatse aan toe. Het zouden allemaal kloosteruniversiteiten worden met elk duizenden monnikenstudenten.
tulku                                     Tib.stralingslichaam (nirmanakaya). Hiermee worden in de Tibetaans culturele wereld niet alleen historische “verlichte” (en dus “heilige”) personen of cultuurhelden aangeduid, maar ook de concreet reïncarnerende leermeesters en religieuze functionarissen, “zg. living buddha’s”, van wie de Dalai Lama de beroemdste is, maar er eigenlijk honderden zijn.
Tushita                 Het hemelse paradijs of Pure Land van Maitreya, de toekomstige boeddha.
               
U
upasaka               boeddhistische leek of lekenvolgeling (manl.). In het boeddhisme neemt de upasaka ritueel toevlucht tot de triratna, de Boeddha, dharma en sangha, en gedraagt zich volgens de morele regels van de panca sila: niet doden, niet stelen, niet liegen of kwaadspreken, geen ongeoorloofde seks, en geen drugs. verder dient men de sangha  materieel te onderhouden door offergaven en voedselvoorziening. Daarnaast is er een reeks rituele handelingen waarmee men verdienste (punya) kan vergaren, wat positief aan het karma en dus een gunstiger wedergeboorte bijdraagt
upasika                                boeddhistische vrouwelijke lekevolgeling.
upaya kaushalya              Het “vaardige” middel, de gepaste methode (“skillful means”) is een belangrijk mahayana concept, dat de inhoudelijke waarheid van de leer relativeert. Het gaat er nu eenmaal primair om de verwarde en ontspoorde menselijke geest op het juiste pad naar de verlichting te helpen en omdat mensen verschillen van aard en achtergrond, is het belangrijker de bij de persoon passende praktische methode te volgen dan over de inhoudelijke juistheid van de theorie te blijven debatteren.

V
Vairocana           Een van de dhyani boeddha’s of jina’s (overwinnaars). In de Avatamsaka sutra is Mahavairocana de boeddha wiens kijk op de wereld als uitgangspunt geldt. Ook in de Mahavairocana sutra is aan hem gewijd.In diverse tantrische tradities is hij de centrale figuur in een mandala, omringd door de overige vier dhyani boeddha’s: Akshobya, Amitabha, Amogasiddhi en Ratnasambhava.
Vajrapani            Slingeraar van de vajra, de diamantscepter die de bliksem, maar ook de ethisch en meditatieve praktijk van de dharma symboliseert. Vajrapani werd al vroeg in het mahayana boeddhisme als beschermer van de leer voorgesteld.  In het Tibetaans boeddhisme vormt Vajrapani tesamen met Avalokiteshvara en Manjushri de groep van drie beschermers (rig-sum-gompo) van de dharma.
Vasubandhu      4e eeuwse filosoof uit Noorwest-India, halfbroer van Asanga. Beiden hebben bijgedragen tot de formulering van de populaire Yogacarya filosofische stroming van het mahayana boeddhisme. Vasubandhu schreef de Vimshatika en de Trimshika en commentaren op het werk van Asanga en Maitreyanatha.
Veda                                    Oudste geschriften van brahmanisme en hindoeïsme, daterend van 1200-1500 v. Chr. Het gaat vooral om hymnen die de goden beschrijven en aanroepen en rituelen om de goden tevreden te stellen. De bijbehorende religieuze ideeën en de herkomst van de Indo-Europese talen (waarvan het Sanskrit de vroege geschreven vorm is) en de volkeren die deze talen spreken, wordt teruggevoerd naar Centraal-Azië (Kaukasusgebeid).
vedisch hindoeïsme       Brahmanisme, hindoeïsme van de Veda’s, van vóór de Vedanta filosofische wending van persoonlijke bevrijding. Het ritueel om de Vedische goden tevreden te houden stond hierin voorop.
verlichting          Bodhi “lett. “ontwaken”. Doel van het boeddhisme, gerepresenteerd door de persoon van de historische Boeddha. Het is waar het 8-voudige pad heen leidt,  de realisering van de perfecte levenspraktijk en ultiem, alles overstijgend inzicht in de ware aard van het bestaan, de relatieve en absolute werkelijkheid. Hiermee wordt het lijden opgeheven, c.q. getranscendeerd. De relatie tussen verlichting en nirvana, wat nu precies binnen het aardse, hemelse of zelfs na de dood geplaatst moet worden, is niet helemaal éénduidig.    
verlichtingsreligie            Zie: bevrijdingsreligie. aanduiding om diverse “oosterse” religies te onderscheiden van de (mono)theïstische godsdiensten van het westen en Midden-oosten.
verzoeningsritueel         Ritueel om kwade krachten en boze goden tevreden te houden en te beteugelen.  
vier edele waarheden  (arya satya) Kern van de boeddhistische leer. 1. het lijden (zie: duhkha en samsara); 2. de oorzaak (zie: klesha’s, trishna, avidya; 3. de opheffing (zie: bodhi, nirvana); en 4. het edele achtvoudige pad (arya ashtanga marga): 1. het juiste inzicht, 2. het juiste (morele) besluit (afzien van wellust, haat, wreedheid), 3. het juiste spreken (niet liegen, schelden, kwaadspreken), 4. het juiste handelen (volgens de panca shila), 5. de juiste manier om je (qua beroep) in leven te houden, 6. de juiste inspanning (gericht op de dharma), 7. de juiste “mindfulness” (bewust zijn, concentratie), en 8. de juiste meditatie (mentale rust training). De Boeddha zou dit hebben uiteengezet inzijn eerste lering, de Dharma-cakra-pravartana sutra. Het is in feite opgesteld volgens het toen al gebruikt medisch schema: kwaal vaststellen, oorzaak vaststellen, mogelijkheid van oplossing bezien, geneeswijze bieden.
Vietnam              Sinds de hereniging van Noord- en Zuid-Vietnam is Vietnam een socialistische volksrepubliek met als hoofdstad Hanoi. Oppervl. 331.000km²; Inw. 96 miljoen. Vietnam omvat een lange smalle kuststrook aan de Zuid-Chinese zee. Tot de 10e eeuw heeft het in feite tot het Chinese keizerrijk behoord, waardoor de invloed van de Chinese religies in het noorden groot is geweest.In het zuiden hebben vervolgens binnenvallende Zuid-Aziatische volkeren het Theravada boeddhisme geintroduceerd. In de 19e eeuw werd Vietnam samen met Laos en Cambodja de Frans koloniale Unie van Indo-China. Na 1e Indo-Chinese oorlog (1946-1954) werd Vietnam onafhankelijk, maar ook opgedeeld in een communistisch Noord- en een pro-westers en pro-democratisch Zuid-Vietnam. De tweede Indo-Chinese oorlog is beter bekend als de Vietnam-oorlog (1955-1975). In deze oorlog poogden de Amerikanen vergeefs de communistische invloed in de regio te stuiten, maar konden de guerilla van de Noord-Vietnamese Vietcong uiteindelijk niet de baas. In 1976 viel na terugtrekking van de VS, de regering van Zuid-Vietnam  en werden Noord- en Zuid-Vietnam verenigd onder een  communistisch bewind. In 1978 brak opnieuw oorlog uit, ditmaal omdat Vietnam met Sovjet hulp Cambodja binnenviel om een eind te maken aan de heerschappij van de Rode Khmer die overal grote slachtpartijen aanrichtten en de grenzen onveilig maakten.  Er volgde een bloedige guerilla-oorlog die pas ten einde kwam , nadat Chinese troepen Vietnam waren binnengemarcheerd. Nadat alle legers waren teruggetrokken en alle buitenlandse hulp was ingetrokkenn en communistische collectivisering van de landbouw was mislukt, braken er in 1985 hongersnoden uit. Economische hervormingen en politieke veranderingen in alle betrokken landen hebben vrede gebracht en uiteindelijk de economie volledig ten positieve doen veranderen.  Onder de socialistische regering zijn al te uitbundige uitingen van religiositeit not-done in het land. Het resterend aantal boeddhisten is ca. 16 % van de bevolking. Daarnaast zijn er 6 % christenen in Vietnam. Ten tijde van Vietnamoorlog en ook in de tijd van repressief communisme erna hebben boeddhistische monniken zich altijd voor vrede ingezet, tot diverse gevallen van zelfverbrandig aan toe. Momenteel is de Rinzai school van het Ch’an boeddhisme het meest verbreid. De in het westen populaire Vietnamese monnik Thich nhat hanh is destijds verbannen uit Vietnam en heeft zich in Frankrijk gevestigd.     
vijna(na)                             Bewustzijn, openheid van alle zintuigen en de geest naar de wereld. Het is de laatste van de vijf skandha’s (componenten), waaruit in de boeddhistische analyse van de menselijke natuur een individu is opgebouwd.
vinaya                                  Monniksregels, vormen samen met de sutra (lessen van de Boeddha) en de abhidharma (commentaren) de tripitaka, die drie hoofddelen van de oudste boeddhistische Pali-geschriften.

W
wedergeboorte                              Ook: reïncarnatie. Een concept of geloof van vóór-boeddhistische oorsprong in Indiase volksreligies en brahmanisme en Vedisch hindoeïsme. Het is echter geïncorporeerd in het boeddhisme als identiek aan de opeenvolging van leven en dood en lijdend bestaan (samsara) altijd in een proces van wording en verandering.      De wedergeboorte wordt in het boeddhisme weergegeven in de vorm van een wiel van wording (bhavacakra) of levensrad. Dit wordt door Yama, de dodengod in de kaken gehouden en heeft vijf of 6 regio’s, nl.: 1. mensen, 2. half-goden of titanen, 3. goden, 4. dieren, 5. hongerende geesten en 6. helwezens. Deze regio’s worden bijeengehouden door een smalle band met afbeeldingen van de 12 verbindende ontwikkelingsstadia die het  “afhankelijke ontstaan” vormen en in het midden van het rad bijten een slang, een haan en een varken elkaar, als symbolen van de kwade zonden (klesha): resp. haat, verlangen en onwetendheid, die het lijdend en vergankelijk bestaan veroorzaken.  (Zie ook: samsara, bhavacakra en afhankelijk ontstaan.). Het geloof in wedergeboorte neemt weliswaar een zeer belangrijke plaats in binnen het boeddhistische gedachtengoed, maar zorgt ook voor een belangrijke paradox. Als er namelijk niets bestaat dat onafhankelijk is een veranderende condities, vergankelijke oorzaken, als het bestaan van atman wordt ontkend en er niets resteert na de dood, wat reïncarneert er dan?  

X
Y
yab-yum             Tib. vader-moeder. Asana van seksuele omarming van manlijke en vrouwlijke partner, in zittende lotus- of staande dans-houding. Deze voorstelling is verbonden met de symboliek en yoga van het tantrisme en tantrisch boeddhisme, waarvan het Tibetaans boeddhisme het meest bekend.
Yama                    Vedische hindoe god van de dood en de onderwereld. In het boeddhisme is de rol van Yama min of meer overgenomen door Mara. De bhavachakra, het levensrad, echter wordt voorgesteld in de klauwen van Yama. Bovendien is er de tantrische beschermgod Yamantaka, een manifestatie van Manjushri, een mensstier die symboliseert hoe de wijsheid Yama overwint.
Yanggon              (Voorheen Rangoon) vanaf de 18e eeuw tot 2005 hoofdstad en nu nog belangrijkste stad van Myanmar (voorheen Birma) (De nieuw gebouwde hoofdstad is Naypyidaw). Inw: 5 miljoen. In Yanggon is de Shwedagon paya de meest beroemde pagode, maar ook de Sule Paya middenin de drukke stad en het tempel- en pagode complex van de Botataung Paya, waar een haar van de Boeddha bewaard wordt, zijn belangrijk.
yantra                                  Samenstel van geometrische figuren, als vierkanten en driehoeken. Hulpmiddel bij meditatie.(vgl. mandala) Ook: mechanisch middel, gereedschap.
yatra                     (Pelgrims)reis. Zie: tirth yatra
yoga                                     In de meest abstracte zin betekent yoga: “verbinding” en zoekt de yogi of yogabeoefenaar verbinding met de god(heid) of God, het al of het opperste geluk en de hoogste wijsheid. In die zin zijn er vele yoga wegen, zoals: karma-yoga, gericht op onzelfzuchtig handelen, bhakti-yoga op devotie, hatha-yoga op lichaamsbeheersing, jnana-yoga op wijsheid en tantrische yoga, bijvoorbeeld kundalini-yoga. Begrijpelijker wordt het misschien als we iets concreter de betekenis beperken tot het zoeken naar de verbinding tussen lichaam en geest door ascese en meditatieve oefeningen.  
Yogacara             Lett. ‘yogabeoefening’, mahayana school van o.a. Asangha, Vasubandhu en Maitreyanatha. Hierin wordt de menselijke geest als schepper van de realiteit centraal gesteld, (citta matra: “louter en alleen geest”) wat de belangrijkste filosofische achtergrond vormt van de sadhana yoga technieken van het tantrisch boeddhisme. Het gaat niet zozeer om ontologisch idealisme als om epistemologische nadruk op ervaring en de practische mogelijkheid van beheersing van de geest middels yoga beoefening. De basistekst van de yogacara school is de Sandhi-nirmocana sutra en daaraan voorafgaand de Dashabhumika sutra en de Avatamsaka sutra.
Yosai                     Zie: Eisai
Yungang              Zie: Datong

Z
Zangtok Pelri     De berg die het hemelse paradijs of Pure land van Padmasambhava vormt. Een voorstelling van de Tibetaanse Ningmapa (oude) traditie.
zazen                    Jap. lett. “zitten in zen”. Zit-meditatie.
zen                                        Jap. voor Chin. ch’an, wat weer een vertaling is van Skt. dhyan: lett. “aandacht”, mindfulness, meditatie. In het Japanse boeddhisme zijn de twee voornaamste zen scholen Soto en Rinzai. Als derde zen school wordt soms Obaku genoemd, maar deze is kleiner en meer Chinees georienteerd en met het Pure land boeddhisme verbonden. Het zen boeddhisme gaat terug op de Indiase meester, Bodhidharma (6e eeuw). Hij was de 28e patriarch van het boeddhisme, maar geldt als 1e Ch’an patriarch, omdat hij heeft het Ch’an boeddhisme naar China gebracht. In het zen boeddhisme is zit meditatie de centrale praktijk. Vooral in de Soto school is zazen in principe middel zowel als doel. In Rinzai wordt naast zitmeditatie ook van enigmatische raadsel (koan) gebruik gemaakt om de leerling schoks- en stapsgewijs  een ervaring van inzicht of verlichting (satori) te laten krijgen. Behalve met afgezonderde zitmeditatie benadrukt het zenboeddhisme ook het aandachtig handelen in het dagelijks leven, in bijzondere rituelen, zoals de theeceremonie, en in kunstvormen. Met name schilderkunst, calligrafie, bloemschikken, tuinaanleg, bonzai en diverse gevechtskunsten worden als zenbeoefening gezien.  
zen boeddhisme             Zie: zen. Hoewel zen onontkenbaar boeddhistisch is, wordt de term vaak op zichzelf gebruikt, omdat men zich met nadruk van geschriften en filosofieën, van denken, debatteren en redeneren afwendt. Het gaat allereerst om de aandachtige beleving van het hier en nu, het spontaan zijn in de omgeving van dit moment. In dit opzicht zijn er in zen niet alleen invloeden van het boeddhisme, maar ook van taoïsme te vinden. 
zintuigenoffer  Offerritueel dat offers aan alle zintuigen combineert: licht voor het oog in de vorm van boterlampen (tegenwoordig ook kaarsen of waxinelichtjes); geluid voor het oor, in de vorm van muziek van diverse instrumenten, zoals cymbalen en de grote rechtssdraaiende zeeschelp; etenswaren en drank (m.n. water) voor de mond; wierrook voor de neus; zijden stof voor de tast; en tenslotte lotusbloemen als wijsheidsymbool voor de geest.  
Zuid-Korea         Zie: Korea
zuivere land       Zie: pure land
                              
                 

                                              


No comments:

Post a Comment