In de onderstaande termenlijst komen termen voor in het
Sanskriet (afgekort als Skt.), Pali, Tibetaans (Tib.), Chinees (Chin.), Japans
(Jap.), Nederlands (Nl.) en Engels (Eng.). Zonder aanduiding mag men aannemen
dat het om Sankriet gaat (of herkenbaar Nederlandse termen).
A
abhidharma Skt. (Pali: abhidhamma), lett. ‘hogere dharma’,
dwz. erkende, oorspronkelijke boeddhistische filosofie. De abhidharma is in feite een verzameling shastra’s (teksten van ’anderen’ dan de Boeddha), analyses en
commentaren op (basis van) de sutra’s (teksten op basis van Boeddha’s
woord) . De canonieke abhidharma dateert
vermoedelijk uit de 3e eeuw v Chr. en vormt de abhidharma pitaka een van de tripitaka., naast de sutra
en vinaya pitaka. Latere
niet-canonieke abhidharma teksten
zijn o.a. de Abhidharma-dipa en Abhidharma-kosha.
abhisheka initiatie, ‘empowerment’, die toegang
toestaat tot tantrische yoga en visualisatie.
achtvoudig
pad Het
edele achtvoudige pad (arya-ashtanga-marga)
is de 4e der edele waarheden uit de eerste lering (dharma-cakra pravartana sutra). Het is
de remedie die van samsara naar verlichting en vervolgens nirvana moet leiden.
Het gaat om 1. het juiste inzicht, 2. het juiste (morele) besluit (afzien van
wellust, haat, wreedheid), 3. het juiste spreken (niet liegen, schelden,
kwaadspreken), 4. het juiste handelen (volgens de panca shila), 5. de juiste
manier om je (qua beroep) in leven te houden, 6. de juiste inspanning (gericht
op de dharma), 7. de juiste “mindfulness” (bewust zijn, concentratie), en 8. de
juiste meditatie (mentale rust training).
adhi
boeddha ‘Oer-boeddha’, stelt het meest absolute
voor, waaruit samsara en nirvana voortkomen; m.n. in het
Tibetaans boeddhisme: Samathabhadra*, Vajrasattva* en Vajradhara*. In de
tantrische meester-leerling traditie is de adhi-boeddha waar alles begint.
Daarna volgen boeddha’s, dan bodhisattva’s, vervolgens historische leermeesters
enz.
afhankelijke
ontstaan (pratitya samutpada). Basisstelling van
het boeddhisme over oorzaak en gevolg en de ontologische stand van zaken, het
bestaan van mens dier, plant en ding. Alle fenomenen en zaken ontstaan en
bestaan in afhankelijkheid van veranderlijke oorzaken en condities, niets
bestaat daarom op zichzelf (anatman) of permanent (anitya). Deze visie is
echter in tegenspraak met het idee van wedergeboorte. Wat wordt er immers dan
wedergeboren? De tegenspraak is wellicht te verklaren uit het feit dat de
reïncarnatiegedachte eigenlijk zijn oorsprong vindt in vóór-boeddhistische
Indiase volksreligie en brahmanisme en Vedisch hindoeïsme dan in het boeddhisme.
In het levensrad of wiel van wedergeboorte (bhavacakra) wordt het afhankelijke ontstaan
en de oorzakelijke ontwikkeling in twaalf verbindingen (nidana) getoond: 1.
onwetenheid (avidya); 2. perceptie (samskara); 3. bewustzijn (vijnana); 4. naam
en vorm (nama-rupa); 5. zes zintuigen (shad ayatana; 6. contact (sparsha); 7.
gevoelens (vedana); 8. verlangens (trsna); 9. hechting (upadana); 10. wording
(bhava); 11. geboorte (jati); 12. ouderdom en dood (jaramarana). Een oplossing
voor de tegenspraak met het wedergeboren worden heeft de theravada filosoof
Buddhaghosha geformuleerd. Z.i. moeten we deze 12-voudige keten eigenlijk over
drie levens uitspreiden: een vorig, het huidig en een volgend leven.
ahimsa Geweldloosheid,
algemeen Indiaas begrip mogelijk al
teruggaand op de Upanishads, maar
vooral verbonden met shramana
ideologieën als jainisme en boeddhisme. In het boeddhisme is ahimsa ingebed in het eerste gebod of
voorschrift: levende wezens niet doden en ze geen kwaad doen. Het is vooral in
het mahayana boeddhisme
geïnterpreteerd als eis tot vegetarisme.
Akshobya Een van de vijf
dyhani boeddha’s. Zie: Amitabha, Vairocana, Ratnasambhava en Amogasiddhi.
akushala Negatief denken
en handelen, ten gevolge van klesha’s ondeugden, wat slecht karma bezorgt.
(Vgl. kushala).
Amida Jap. zie: Amitabha boeddha
Amitabha Boeddha van het ‘oneindige licht’
(vuur), een van de vijf jina’s of dhyani (hemelse, meditatie-) boeddha’s,
ook thatahagata’s genoemd. Tib. Őpagme,
Jap. Amida. (Zie ook: Amogasiddhi,
Ratnasambhava, Vairocana en Akshobya.) Van
deze meest rood en in dhyani mudra met bedelnap afgebeelde boeddha is
bodhisattva Avalokiteshvara de manifestatie
op sambhogakaya niveau. Verder vergezeld van lotus en pauw. Zetelend in zijn
eigen hemel, het westelijke paradijs Sukhavati,
speelt Amitabha een hoofdrol in het ‘Pure Land’ boeddhisme. Zie: Akshobya,
Vairocana, Ratnasambhava en Amogasiddhi. De boeddha Amtayus, van het lange
leven, is een andere verschijningsvorm van Amitabha.
Amitayus Boeddha van het lange leven, is een
verschijningsvorm van Amitabha, afgebeeld in dhyani mudra en een vaasje met
levenswater in zijn handen. Amitayus is de ‘geestelijke vader’ van Bhaisyaguru,
de Medicijnboeddha en beschermer van de geneeskunde.
Amogasiddhi Boeddha van foutloze voltooiing, een van de vijf jina’s of dhyani boeddha’s. Zie Akshobya, Vairocana, Ratnasambhava en
Amitabha. Amogasiddhi is groen en zit in het noorden en houdt zijn hand in de abhaya mudra.
Ananda Neef en geliefde leerling van de
Boeddha, door hemzelf geordineerd. Hij werd in het laatste deel van diens leven
de Boeddha’s vaste metgezel. Hij zou stelling hebben genomen voor het recht van
vrouwen op toetreding tot de sangha en mede verantwoordelijk zijn voor het
stichten van een nonnenorde in die tijd. Ananda was bekend om zijn goede
geheugen. Op het 1e concilie te Rajagriha zou de voorzitter (Mahakasyapa)
Ananda hebben gekozen om de hele Sutra pitaka uit zijn hoofd te reciteren
anatman Pali: anatta.
Het niet-behept zijn met een onafhankelijke ‘ziel’, niet op zichzelf,
ongeconditioneerd bestaand, een van de drie kenmerken van al het bestaande.
(zie ook: duhkha en anitya). Het anatman principe hangt
samen met het anitya (impermanentie) principe. Alles is het gevolg van
veranderende oorzaken en condities en niets bestaat onafhankelijk. Wat wij
waarnemen alsof het bestaat en blijft bestaan, is illusie. Niets is blijvend, dus uiteindelijk blijft er niets
over. Ook niet zoiets als wat in het hindoëïsme atman (ziel) genoemd. wordt.
Angkor Wat In Cambodja is het grootste
religieuze monument ter wereld, met een oppervlakte van 1,6 km2. Het
werd oorspronkelijk gebouwd als een hindoe tempel door de Khmer koning
Suryavarman II in de vroege 12 e eeuw bij het tegenwoordige Angkor dat toen de
hoofdstad van het Khmer rijk was. De tempel is in feite een complex dat de berg
Meru voorsteld en gewijd aan Vishnu, die er dikwijls is afgebeeld. De koning
brak hiermee met de Shivaïetische traditie van zijn voorgangers. Nog in
dezelfde eeuw heeft Jayavarman VII, de enige boeddhist onder de Khmer koningen
er de Bayon tempel bijgebouwd en zijn eigen hoofdstad Angkor Thom als deel van
het Angkor Wat complex ingericht. Jayavarman VII zag zichzelf als incarnatie
van Avalokiteshvara, zodat we vooral van deze bodhisattva afbeeldingen vinden
in Angkor Thom. Het complex is door de eeuwen heen nooit geheel verlaten, maar
in later jaren meer en meer door de boeddhistische bevolking gebruikt.
animisme Van Lat. anima (ziel). Het als bezield
beschouwen van objecten, dieren en (natuur)verschijnselen. Zo is de
Gangesrivier een godin, komt het onweer van een dondergod of een vuurspuwende
draak, de zon is in feite de zonnegod, de berg een berggod. De leeuw is de
koning der dieren en voorvader van de leeuwenstam. Het schrijversgilde wordt
beschermd door een vermenselijkte vos. In de zee huist de zeegod, in meren,
rivieren, beken en waterstromen wonen watergeesten. De aarde is een godin en
het vuur wordt ook met een god verbonden. Het haardvuur is een speciale
godheid. Er is een oorlogsgod en een god of godin van de vrede, een van de dood
en van de onderwereld, een ander van de liefde. Er is goddelijke herder, een
heilige koe, een heldhaftige aap enz.
anitya Pali:
anicca. Het niet behept zijn met permanentie, aan verandering onderhevig, een
van de drie kenmerken van al het bestaande. (zie ook: dukkha en anatman).
Anitya en anatman en eigenlijk ook duhkha worden in verband gebracht in de leer
van het afhankelijk ontstaan (Zie: pratitya samudpada).
Anuradhapura Oude hoofdstad in Noord-Sri Lanka, teruggaande tot
de 3e eeuw v. Chr en
gehandhaafd tot de 9e eeuw A.D., gelegen aan een zeer oud
irrigatiemeer Tissa wewa. Ten noorden van het huidige provinciestadje, bevonden
zich in de oude ‘heilige’ stad ooit drie beroemde kloosters: Mahavihara,
Abhayagiri en Jetavana. Wat daar nu nog van over is, is een zeer uitgestrekte
verzameling archeologische sites met vooral veel grote dagoba’s, en vatadage’s,
een paar tanks en paleisresten en een fraai samadhi-boeddhabeeld. Talrijke van
deze sites, waaronder als belangrijkste de beroemde oude Sri Maha Bodhi-boom,
worden nog steeds actief vereerd. Deze legendarische “bo-boom” zou zijn
voortgekomen uit een takje van de oorspronkelijke ‘ficus religiosa’ uit Bodh
Gaya, naar Sri Lanka gebracht in de 3e eeuw v. Chr.door Ashoka’s
dochter, de non Sanghamitta. In de 10e eeuw werd vanwege aanvallen
van Tamils uit India, Polonnaruwa de hoofdstad. Anuradhapura bleef een Theravada pelgrimscentrum voor heel
Zuidoost-Azië tot de vernietigende acties van de Portugezen in de 15e en 16e
eeuw. Anuradhapura raakte daarna in verval en is pas in de 19e eeuw
herontdekt als archeologische vindplaats en opnieuw pelgrimsoord geworden.
apotheose Vergoddelijking, het tot god verklaren
van een bestaande of historische persoon. Zo kun je van de Tibetaanse koning
Songtsen Gampo zeggen dat hij is vergoddelijkt, of van de keizer van Japan of
recent gecremeerde Thaise koning Bhumibol. Wanneer hindoes de Boeddha als
incarnatie van de god Vishnu zien, betekent dat zijn apotheose. Het is een van
de manieren waarop macht religieus gelegitimeerd wordt.
arhat (ook: arahat, of arhant, arahant) ‘Waardige’,
ideaal van het oude (theravada) boeddhisme, de Boeddha-volgeling of toehoorder
die (voor zich) zelf het nirvana
bereikt. Vgl. pratyeka boeddha. De
oorspronkelijke leerlingen van de Boeddha maken deel uit van een groep van 16
(Tib. neten chudruk) - in China 18 - in het iconografisch pantheon vaak
afgebeelde arhats. Arhat en pratyeka boeddha gelden in
het Mahayana boeddhisme als secundair ten opzichte van het bodhisattva ideaal.
asana Lichaamshouding in de yoga of oosterse
kunst. Karakteristieke lichaamshoudingen zijn bijvoorbeeld de lotus-zit , padma asana, of de tribanga drievoudig gebogen stand.
Asanga Mahayana filosoof, 4e
eeuw. Samen met Maitreyanatha grondlegger van de Yogacarya school en het Cittamatra (alleen geest) denksysteem. Tib. Togme. Half-broer van
Vashubandhu, geboren in Noordwest-India, was oorspronkelijk aanhanger van de
Mahasangika school, maar later bekeerd tot het Mahayana. Tot zijn geschriften
rekent men o.a.: de Yogacarabhumi shastra, Mahayana samgraha en Abhidharma-samuccaya.
Ashoka Beroemdste
vorst van de Maurya dynastie. In de 3e eeuw B.C., verbreider van het
boeddhisme over heel Noord-India. Liet talrijke edicten op pilaren en rotsen
beitelen en zou vele stupa’s hebben
laten bouwen. Men zegt dat hij zijn zoon, Mahinda naar Sri Lanka stuurde om er
het boeddhisme te introduceren, terwijl zijn dochter Sanghamitta er een twijgje
van de Bo-boom van Bodh Gaya heeft gebracht.
Avalokiteshvara Bodhisattva van het mededogen, verschijningsvorm van de boeddha Amitabha.
Hij is een van de meest centrale en populaire figuren in het mahayana
boeddhisme. Omdat hij zelf de grootste mahayana deugd karuna (mededogen)
symboliseert, is hij als het ware de ‘bodhisattva der bodhisattva’s’. In
het Tibetaans boeddhisme is zijn mantra,
‘om mani padma hum’, alom aanwezig. Iconografisch
kent Avalokiteshvara diverse vormen: zittend of staand, 2, 4,en 1000-armig, 1
of 11-hoofdig, met lotus en gebedsnoer of alleen een lotus, als Padmapani. In
het Chinees en Japans boeddhisme verschijnt hij soms in een zeer vrouwelijke
vorm. Chin. Guan-Yin, Jap. Kannon, Tib. Chenrezig.
In Tibet is ook Tara, de
vrouwelijke verschijningsvorm en tegelijk partner van Avalokiteshvara, erg
populair. Er zijn eigenlijk acht varianten van Tara, maar twee springen eruit.
De groene en de witte Tara, met wie de Chinese en Nepalese echtgenoten van koning
Songtsen Gampo worden ge-associeerd.
Avatamsaka
sutra Een
Mahayana sutra, waarvan men zegt dat
de Boeddha hem meteen na zijn verlichting heeft uitgesproken. In het Sanskrit
bestaan alleen onderdelen van deze sutra.
In het Chinees en Tibetaans zijn vollediger versies. Met de diverse versies van
deze sutra zijn namen als Buddhabhadra, Taisho, Shikshananda en Prajna
Jinamitra verbonden. De sutra laat
zien hoe de wereld aan een verlichte boeddha voorkomt als in volledige
samenhang emanerend uit Vairocana. De Dashabhumika, een onderdeel, gaat in op
de niveaus die een bodhisattva doorkruist en de Gandavyuha volgt de carriere
van de jonge leerling Sudhana in de richting van het dharma-dhatu. De sutra is
vooral populair in de Chinees-Japanse Hua-yen school.
avatar Verschijningsvorm, manifestatie, incarnatie. De term avatar wordt in het
bijzonder in verband met de hindoe god Vishnu gebruikt, die in talrijke vormen
op de wereld verschijnt om de mensheid van de ondergang te redden. Tot een van
deze verschijningsvormen rekenen hindoes overigens ook de Boeddha. (vgl.
trikaya)
avidya Onwetendheid,
een van de klesha’s, kwaden, oorzaken
van het lijden. Zie ook: trishna en ...
axis mundi Wereldas, centrale spil waarom de wereld
draait in kosmologische voorstellingen. In de Indiase kosmologie geldt de berg
Meru als centrum, of as van de kosmos, voor te stellen als oeroceaan, waarin
een aantal continenten liggen. Ten zuiden van de berg is onze mensenwereld
(Jambudvipa, het rijk van de
Jambu?-boom) een van deze continenten. In mandala’s en de stupa’s (als
drie-dimensionale mandala) vinden we ook deze kosmologische voorstelling van
symmetrisch rond berg of as geschaarde werelden.
Ayutthaya Oude Thaise hoofdstad van 14e
tot de 18e eeuw, genoemd naar het Indiase Ayodhya. Nu vnl. een
historisch park van ruines van tempels, kloosters en stupa’s.
B
Bagan Oude hoofdstad van Myanmar, 9e-13e eeuw, waar verspreid over
vele 100-en km² een paar 1000 tempels en stupa’s bewaard zijn met talrijke
decoraties in oud-Indiase stijl.
Bangkok De huidige hoofdstad (8.5 miljoen inwoners) van Thailand met talrijke boeddhistische
kloosters en stupa’s. Na een Birmese invasie van Ayutthaya in de 18e
eeuw heroverde generaal Takshin het rijk
vanuit Thonburi vlakbij Bangkok en daarna werd de Chakri dynastie geïnstalleerd en Bankok de
hoofdstad. De met het koningschap verbonden ‘emerald’ of groene jade boeddha
wordt er in de Wat Phra Kaeo tempel vlakbij het koninklijk paleis bewaard.
Verder zijn de Wat Arun en Wat Saket stoepa’s, het Wat Mahatat klooster, de
gouden Boeddha van Wat Traimit er de grote boeddhistische bezienswaardigheden.
Basho (1644-94) Japanse haiku-dichter,
reisverslagschrijver en zen-student.
Beijing Hoofdstad (15.5 miljoen inwoners) van China sinds 1275
(Mongoolse invasie), met enkele belangrijke boeddhistische tempels en
kloosters, zoals de Wu Ta Si en de Yong he Gong (Lama tempel), en de Witte
Pagode.
bevrijdingsreligie Religie waar het ideaal of hoogste goed
de verlichting of bevrijding is van de menselijke geest uit een toestand van
onwetendheid is. (Zie ook: verlichtingsreligie.) Boeddhisme en in mindere mate
hindoeïsme worden in dit opzicht tegenover de overige (mono)theïstische
religies als Christendom, Islam en Jodendom geplaatst door bijvoorbeel een van
de grondleggers van de sociale wetenschappen, Emile Dȕrkheim.
bezetenheid Het door een godheid, geest, demon of denkbeeld of
idee geheel in bezit genomen zijn van de menselijke geest (spirit possession).
De bezetene kan hierdoor in een speciale geestestoestand of trance geraken. Het
kan zijn dat de bezetene wordt beschouwd als ter plaatse in bezit genomen, maar
soms heeft men het idee dat zijn of haar geest als het ware tijdelijk naar een
andere wereld vliegt (spirit flight) en bezeten of als het ware geïnspireerd
terugkeerd. Aan de handelingen en uitspraken van zo’n bezeten persoon kan
bijzondere (bijvoorbeeld voorspellende, onthullende of heilzame) waarde worden
gehecht. De bezetenheid of trance-toestand kan volkomen of betrekkelijk onbedoeld
of toevallig zijn als een soort epileptische attack, maar soms ook bewust
worden opgewekt. De bezetene kan zo een orakel of sjamaan worden, een
religieuze specialist en aan zijn/haar bijzondere vermogens en rol macht
ontlenen. Zodra het als bezetenheid wordt opgevat en er bijzondere waarde aan
wordt gehecht, kunnen we het als vorm van sjamanisme opvatten. Bezetenheid kan
aanleiding zijn tot excorcistisch (uitdrijvings) ritueel.
Bhaishajya-guru Heelmeester- of Medicijnboeddha. Een
afzonderlijke boeddha manifestatie in de Mahayana iconografie in met name
Tibet, China en Japan. Van begin afaan wordt de Boeddha zelf overigens als
heelmeester beschouwd (zie ook “vier edele waarheden”). Ook nemen boeddhistische
monniken vaak medische verzorgingstaken op zich (waarvan al in de Vinaya regels
melding wordt gemaakt).
bhavachakra Rad van het (lijdend) leven
(samsara), van leven en dood, met de
vijf of zes regio’s, (gati) waarin levende wezens worden
wedergeboren, afhankelijk van het karma.
Met name in het Tibetaanse cultuurgebied vinden we dit rad als vast thema
afgebeeld bij kloosteringangen. Centraal bijten een varken (onwetendheid, een
haan (verlangen) en een slang (haat) elkaar in de staart. Daaromheen geven 12
secties de oorzaak en gevolg keten weer, en dan volgen de 5 of 6 bestaansregio’s: goden (soms samen met),
halfgoden, dan mensen, dieren, preta’s
en helwezens. Het geheel wordt door de dodengod Yama in de klauwen en kaken
gehouden.
bhikshu Boeddhistische monnik
(Pali: bhikku).
bhishuni Boeddhistische non
(Pali: bhikkuni).
Bhu(mi) devi De aarde als
godin. (zie
ook: bhumisparsa mudra)
bhumisparsa
mudra De handhouding van de Boeddha, waarin
hij met zijn rechterhand de aarde aanraakt om de godin aarde als getuige aan te
roepen van zijn standvastigheid om ondanks de aanvallen van de duivelse god Mara,
die zijn verleidelijke dochters op hem afstuurt, de verlichting te bereiken.
Bhutan Tibeto-boeddhistisch
Himalayakoninkrijk ten oosten van Nepal, tussen India en China (Tibet). Opp. 38.5km²
(ca. Zwitserland) en 800.000 inwoners (ca. Amsterdam). Hoofdstad: Thimphu. Vanaf
de 17e eeuw was Bhutan een theocratie onder leiding van de Drugpa
Kargyudpa kloosterorde, tot in 1907 de Wangchuk-dynastie de macht overnam.
Sinsdien is het een monarchie met nog altijd een vertegenwoordiging van de sangha in de regering. Het mahayana
boeddhisme is staatsreligie, ook al is het Nepalese deel (ca. 20%) van de
bevolking vnl. hindoe. Behalve de hierarchische Drukpa-Kagyudpa orde die de
karakteristieke grote kasteelachtige kloosters (dzong) beheert, volgt ook een
aanzienlijke deel van de bevolking de oudere Ningmapa orde. Vanaf 2006 heeft
Bhutan een constitutie die een democratisch gekozen parlement waarborgt. Het
land is lid van de VN en de SAARC en in principe een onafhankelijke staat, maar
in praktijk het al sinds de Brits koloniale tijd onder protectie van India waar
het leger en buitenlandse politiek betreft. India is ook de belangrijkste
handelspartner en donor van ontwikkelingshulp op het gebied van infrastructuur
en waterkracht. Het betrekt veel hydropower van Bhutan. Tenslotte is de waarde
van de Bhutanese ngultrim gelijk aan die van de Indiase rupie.
Bingling
si Afgelegen grottenkloostercomplex in de
Chinese provincie Gansu aan de Gele rivier. Het Bingling si complex is een van
een reeks van zulke grottenkloosters langs de voormalige Zijderoute, waartoe
ook de beroemdere sites bij Dunhung (in de Hexi corridor) en Datong (in Shanxi)
behoren.
Birma Zie: Myanmar
bladgoud Goud van 0.0001 mm dikte gebruikt voor
het vergulden van voorwerpen, door boeddhisten in zuidoost-Azië als een vorm
van offerande om boeddhabeelden mee te vergulden.
bodhi Verlichting. Lett.
“ontwaken”. Het absolute, hoogste doel van het boeddhisme, gesymboliseerd door
de figuur van de Boeddha en in feite door iedere boeddha-figuur.
Bodhidharma (Jap. Daruma; Chin. P’u-t’i-ta-mo) (5e-6e
eeuw) Grondlegger van het Chin. ch’an
of Jap. zen boeddhisme. Bodhidharma
zou een Zuid-Indiase monnik zijn geweest die het ch’an boeddhisme naar China heeft gebracht. Hij geldt als de 28e
patriarch sinds de historische boeddha en tevens als de 1e Chinese ch’an patriarch. Men kent de
legendarische Bodhidharma vnl. uit enkele biografische verhalen van monniken
uit de 6e eeuw. Beroemd is zijn enigmatische conversatie met de
Chinese keizer Wu van de Liang dynastie en zijn verbondenheid met het klooster
Shao-lin, waar hij gevechtskunst zou hebben geïntroduceerd. Hij zou 9 jaar voor
een muur hebben zitten mediteren, en zijn leer pas aan zijn leerling Hui-k’o
hebben doorgegeven nadat deze zijn arm had afgehakt als teken van zijn
toewijding. Hij zou zelf hebben beweerd 150 jaar oud te zijn geworden. De
oorzaak en omstandigheden van zijn dood zijn in ieder geval onbekend. Er zijn
ook bronnen waarin bodhidharma als veel minder non-conventioneel wordt
beschreven,maar als begripvolle meester in de Lankavatara sutra.
bodhisattva Verlichtingswezen. Iemand volledig gericht op
verlichting, een “bijna-boeddha”. In het theravada
boeddhisme geldt de boeddha voor het bereiken van de verlichting in Bodh Gaya
als bodhisattva. In het mahayana boeddhisme wordt de bodhisattva
echter het grote ideaal, de uiterste verwezenlijking en symbool van compassie.
Het is iemand die de bodhisattva gelofte aflegt, dwz. na het bereiken van de
verlichting, niet het nirvana in te gaan, maar door te gaan met wedergeboren
worden en dharma onderricht te geven, totdat alle levende wezens verlicht zijn.
Boeddha/boeddha Nl. Verlichte, lett. “ontwaakt” (Skt. buddha). (5e v. Chr) Historische
grondlegger van het boeddhisme, Siddhartha Gautama Shakyamuni (wijze van de
Shakya-clan). Iedere boeddha is tevens symbool van het absolute, de opperste
waarheid die al het relatieve waarover gesproken kan worden transcendeert en
zich verheft boven dualisme, zoals bestaan of niet-bestaan, leven en dood.
boeddha-natuur (Skt. buddhadata of buddhadatu)
Oorspronkelijk werd hiermee bedoeld het vermogen of de mogelijkheid om boeddha
(verlicht) te worden en het nirvana in te gaan. In het mahayana boeddhisme is
men het onderscheid tussen middel of praktijk en doel, tussen samsara en
nirvana, vorm en leegte, het relatieve en het absolute gaan betwijfelen en
zelfs ontkennen. Uiteindelijk heeft iedereen, alle levende en voelende wezens
en zelfs alles de boeddha-natuur. Het nirvana is er al. Het gaat om het zich
bewust worden, zich realiseren en zo het realiseren, waar maken.
boeddha-veld Buddha-kshetra.
Invloedsfeer van een boeddha. In zekere zin is onze wereld een boeddha-veld. In
het mahayana boeddhisme localiseert men diverse boeddha’s en bodhisattva’s in
pure boeddha-velden of “pure landen” en soort hemelse paradijsen. En tenslotte
wordt in het Pure land boeddhisme de mensen voorgehouden dat de juiste mantra
recitatie na de dood toegang geeft tot het pure land van de betreffende boeddha
of bodhisattva.
bovennatuurlijk Wat buiten de
feitelijk waarneembare of waarneembaar te maken werkelijkheid staat. Vgl.
metafysisch, transcendent, niet empirisch verifieerbaar. Kenmerk van de
“religieuze werkelijkheid”.
brahmanisme Benaming voor het vroege hindoeïsme, gebaseerd op de
Veda’s en Upanishads, waarin brahmanen de enige tekstgeleerden en priesters of uitvoerders
van de rituelen zijn.
buddha Zie: Boeddha en
boeddha.
buddhadata
(ook: Skt. buddhadatu) Zie: boeddha-natuur
Buddhaghosha Theravada filosoof (5e eeuw),
belangrijkste commentator van de Pali canon. Leefde in India en reisde naar Sri
Lankha waar hij heeft gewerkt in de Mahavihara te Anuradhapura en vermoedelijk
een school van filosofen en commentatoren heeft geleid en achtergelaten. Werken
van zijn hand: o.a. Nanodaya, Atthasalini, Visuddhimagga.
C
Cambodja Zuidoost-aziatisch koninkrijk tussen
Thailand, Laos en Vietnam. Opp. 181.000 km², inwonertal: 16.5 miljoen.
Hoofdstad: Pnom Penh. Cambodja is sinds
2003 een partijendemocratie. Het theravada boeddhisme is sinds 1989
staatsreligie. Tussen de 9e en de 15e eeuw was het
centrum van het Khmer rijk en heeft het hindoe zowel als boeddhistische
invloeden gekend. Daarna werd onder invloed van het Thaise Ayutthaya rijk het
theravada boeddhisme het belangrijkst. Tussen 1862 en 1953 was Cambodja Frans
protectoraat en deel van de Unie van
Indochina. Daarna werd de monarchie onderbroken door een militaire coup en het
schrikbewind van de communistische Rode Khmer. Ook is het hevig gebombardeerd
door de Amerikanen gedurende de Vietnamoorlog. Van 1991 tot 1993 is het onder
protectie van de Verenigde Naties geweest. Na de eerste democratiesche
verkiezingen in 1993 is het nog instabiel geweest tot in 2003 een nieuw
partijendemocratie is gestart. Eind 2017 trekken militaire leiders echter weer
zo stevig aan de touwtjes, dat de oppositie monddood of naar het buitenland
gevlucht is.
Charang Dorp in Kinnaur, H.P. India, waar zich
een Lotsawa Lhakhang bevindt, d.w.z. een van de 108 in de 11e eeuw
door de West Tibetaanse Vertaler Rinchen Zangpo op zijn reizen naar India
gestichte boeddhistische klooster en tempels. De West-Tibetaanse kunst is uniek
omdat er veel Indiase stijlelementen in zijn te herkennen, die door de
vernietiging van het Indiase boeddhisme elders verdwenen zijn. Zie ook: Alchi in
Ladakh (J&K India) en Taboo en Lalung in Spiti (H.P. India) en Tholing en
Tsaparang in West-Tibet.
ch’an Chin. (Jap. Zen,
verbastering van Skt. dhyana) Een van
de belangrijke stromingen in het mahayana
boeddhisme, geïntroduceerd in China door de patriarch Bodhidharma uit
Zuid-India in de 3e - 7e eeuw en vervolgens overgebracht
naar Japan en Korea. De richting kenmerkt zich door een grote nadruk op de
praktijk van concentratie (Skt. dhyan)
en mindfulness (Skt. Smrti), meer dan
schriftgeleerdheid. Er bestaan nog twee belangrijke scholen binnen de ch’an traditie, Soto en Rinzai. Soto richt zich vooral op het zg. zazen (zit-meditatie), terwijl binnen Rinzai het oplossen van zg. koans (speciale raadsels) doorslaggevend
is. Het met aandacht verrichten van dagelijkse handelingen en ontwikkelen van
vaardigheden maakt deel uit van de ch’an praktijk. Omdat dit niet alleen tot de
boeddhistische sangha beperkt blijft,
heeft deze stroming grote invloed gehad op de oost-aziatische kunst in het
algemeen. Bekend zijn diverse gevechtkunsten, maar ook de schilder- en dichtkunst
(haiku) en calligrafie, de
thee-ceremonie, bloemschikkunst,
architectuur en inrichting van tempels, huizen en tuinen vindt ch’an zijn
weerslag. In Japan is zen bijzonder
populair geworden in kringen van samoerai (feodale krijgsheren en strijders)
China Volksrepubliek
China, incl. Hongkong en Macau en grote minderheden regio’s Zinchiang, Tibet en
Binnen-Mongolië. Opp. 9.6 miljoen km²
(239xNL, het op 2 na grootste land ter wereld). en bev. ca 1.5 miljard (meesten
ter wereld). China kent een ruim twee millennia lange geschiedenis waarin het
soms een losse verzameling vorstendommen
en zo nu en dan een keizerrijk was. Tussen 1912 en 1949 was het
nationalistische republiek. En tenslotte werd het een door de communistische
partij geregeerde volksrepubliek. Het boeddhisme werd er in de 1e
eeuw via de Zijderoute binnengebracht en werd naast Confucianisme en Taoisme
een van de belangrijke ideologische factoren in China. Dit duurde tot de
communistische revolutie van 1949 en vervolgens de Culturele revolutie van
1966-69 waarin alle traditionele cultuurelementen die bij het revisionistisch
establishment hoorden, gewelddadig werden onderdrukt en verboden. Na de dood
van Maotsetung in 1976 is er een meer tolerante politiek ten aanzien van de
traditionele religies inclusief het boeddhisme, mits zij zich geheel
ondergeschikt maken aan de communistische partij en regering. De belangrijke Oost-Aziatische
vormen van boeddhisme zoals Ch’an en het Pure Land boeddhisme en de T’ien-t’ai
school vinden hun oorsprong in China. Afgezien van boeddhistische monumenten in
Tibet. Zijn er talrijke holen- of grottentempelcomplexen in China, o.a.
Dunhuang, Binglingsi, Datong, Longmen e.d.langs de oude Zijderoute waarlangs
het boeddhisme vanaf de 3e eeuw naar het oosten is gebracht.
Chining Chin.
Xining, hoofdstad van de provincie Qinghai, het voormalige Amdo of
Noordoost-Tibet. Vlakbij Chining bevindt zich het grote
Tibetaans-boeddhistische Gelugpa klooster Kumbum (Chin. Taer) op de
geboorteplaats van de grondlegger van de Gelugpa orde, Tsongkhapa (1357-1419). Het
klooster is gesticht in de 16e eeuw door de 3e Dalai
Lama, Sonam Gyatso, op diens reis naar Mongolië.
circumambulatio Rondomgang (Skt. parikrama, Tib. kora)
een van de traditionele religieuze handelingen in het boeddhisme. Deze doet men
gewoonlijk linksom (Skt. pradakshina)
om het heiligdom aan de reine rechter kant te houden.
citta Geest. (vgl. vijnana: bewustzijn; en mana:
verstand, intellect). In het mahayana boeddhisme is de geest in zijn
oorspronkelijke staat gelijk aan bodhicitta,
de verlichtingsgeest, behept met de het begrip, de gedachte of intentie van de
verlichting. Deze raakt echter door het onderscheid tussen subject en object
verward en gefragmenteerd en gaat illusies creëren. Zo haalt men zich van alles
voor de geest en kan men alleen maar in dualismen denken. De citta matra
gedachte, dat alles geest is, het absolute zowel als het relatieve, vormt het
uitgangspunt van de Yogacara school van het mahayana boeddhisme.
citta matra “Enkel en alleen
geest of louter geest”. Een principe uiteengezet in de Lankavatara sutra en in
verband te brengen met de Yogacara school, die na en naast de Madyhamaka filosofie
zeer invloedrijk is in het Mahayana boeddhisme. Wanneer alles louter geest is,
gaat het er primair om die geest in de praktijk te leren controleren. Daarop
richten zich vervolgens de meditatieve yoga technieken van deze school.
cultureel
systeem Een
in een gemeenschap of groep gedeeld systeem van ideeën, symbolen en handelingen Algemene
term in de sociale wetenschappen, waarmee een samenhangend cultureel geheel of complex
van cultuurpatronen wordt aangeduid. Het kan zowel een hele cultuur of
subcultuur als een onderdeel hiervan betreffen, bv. het verwantschaps-systeem
in de Yanomami cultuur, of de kloostercultuur in het Tibetaans religieuze
complex, of dat religieuze complex als geheel.
Culturele Revolutie Officieel: “Grote Proletarische Culturele
Revolutie”. Gewelddadige culturele hervormingscampagne, uitgeroepen door Mao
tsedong om, na het mislukken van zijn economische Grote Sprong Voorwaarts, zijn
machtspositie te herstellen en politieke tegenstand te elimineren. De Culturele
Revolutie duurde - of liever woedde - van 1966 tot ver na Mao’s dood (1969) en
eindigde pas met de arrestatie van de Bende van Vier in 1976. De Rode Garde(s),
jongerenmilities richtten zich tegen oudere leidinggevenden om al wat met
kapitalisme, revisionisme inclusief revisionistisch marxisme te maken had te vernietigen.
De destructieve campagnes hebben miljoenen doden geëist en grote schade
toegebracht aan Chinees cultuurgoed. In Tibet zijn talrijke monniken
gevangengezet, gemarteld en gedood en is aan de traditionele cultuur in het
algemeen en aan de boeddhistische kloostercultuur in het bijzonder
onherstelbaar veel schade toegebracht.
cultuurelement Herkenbaar,
karakteristiek onderdeel van een cultuur, cultureel systeem of cultuurpatroon.
De afscheiding
van vrouwen en de strenge sharia wetgeving bijvoorbeeld zijn karakteristieke
elementen in de Islamitische culturen. Talrijke monniksregels vormen een
kenmerkend onderdeel van de boeddhistische kloostercultuur.
cultuurpatroon Een
voor een bepaalde samenleving of groep(ering)
kenmerkende combinatie van cultuurelementen die tezamen een geheel vormen. Zo
maken bijvoorbeeld enerzijds shamanisme en anderzijds de kloostercultuur beide
deel uit van het Tibetaanse religieuze complex.
D
Daimoku Jap. naam voor de Lotus sutra in het
Nichiren boeddhisme. De bijbehorende mantra luidt: namo myoho renge kyo.
Dalada Maligawa Sri Dalada Maligawa, heilige tandtempel
te Kandy, Sri Lanka. Hier wordt een belangrijke boeddhistische relikwie
bewaard, een tand die van de historische Boeddha zou zijn geweest. Deze tand is
volgens de overlevering in het begin van de 4e eeuw naar Sri Lanka
gebracht en sindsdien verbonden met het koningschap. De tand is in de loop der eeuwen met de
heersende dynastieën meegereisd van Anuradhapura naar Polunarova enz. en
uiteindelijk in Kandy, de laatste koningsresidentie, gebleven. Hij wordt
bewaard in een reeks van “stupa-in-stupa’s”. Driemaal daags doen monniken
rituelen voor de tand in deze tempel en elke woensdag wordt de tand gepoetst,
aan het resterende waswater wordt helende kracht toegedacht. Eens per jaar
wordt de tand als hoogtepunt van een speciaal festival, de Kandy Esala
Parahera, op de rug van een witte olifant in een optocht rond de stad gedragen.
Dalai Lama Geestelijk en tot voor kort wereldlijk
leider van Tibet. De titel Dalai Lama stamt van het Mongoolse Tale en betekent
Oceaan (Tib. Gyatso). De Mongoolse Althan Khan verleende de titel in 1578 aan
de Derde Dalai Lama, Sonam Gyatso. Deze abt van het grote Drepung klooster bij
Lhasa, riep zichzelf tot reïncarnant uit van zijn twee voorgangers en
leermeesters (Tib. Lama) van de Gelugpa (deugdzame) orde van monniken, die
later door de Chinezen “Geelkappen” genoemd werden. Pas in de 17e
eeuw vanaf de Vijfde Dalai Lama, Nawang Lobsang Gyatso wordt de theocratische
macht van de Gelugpa orde daadwerkelijk gevestigd over Tibet. In navolging van
de oude koningen voerde deze “Grote Vijfde” de Dalai Lama de incarnatielijn
terug op de meest populaire bodhisattva, Avalokiteshvara. Bovendien liet hij
het immense Potala paleis in Lhasa bouwen als klooster en regeringszetel. De
huidige Dalai Lama, Tenzing Gyatso, is de veertiende in de lijn. Hij is geboren
in 1935 en in 1959 uit Tibet gevlucht. Zijn verblijfplaats is Dharamsala, H.P.
India. Zijn wereldlijke bestuurlijke functies heeft hij inmiddels neergelegd en
hij heeft wijzelijk al aangekondigt in de Tibetaanse vluchtelingen-gemeenschap
te zullen worden wedergeboren.
dana Geven. Het geven
in het algemeen, aan de religie in het bijzonder en aan de sangha nog meer in
het bijzonder, is een van de boeddhistische deugden en kan als offerritueel
vorm krijgen.
darchen Tib. “grote gebedsvlag”
aan een mast.
darchok Tib. “gebedsvlag”. De beroemde
Tibetaanse gebedsvlaggen kunnen worden bedrukt met velerlei teksten, maar de
meest algemene is “om mani padma hum” de mantra van de meest populaire
bodhisattva, Avalokiteshvara. De vlaggetjes worden aan koorden geregen,
dikwijls in de vijf kleuren van de dhyani-boeddha’s: rood, geel, blauw, wit en
groen. Toch is de Tibetaanse “gebeds”vlaggentraditie vermoedelijk van
voor-boeddhistische oorsprong, evenals de veelal afgebeelde mythische dieren,
met als meest centrale het windpaard
(lung-ta), die zo algemeen is dat de term lungta ook als aanduiding voor
de gebedsvlag wordt gebruikt.
darshana Het zien of
ontmoeten (van (een afbeelding) van een respectabel of belangrijk (religieus)
iets of iemand).
Daruma Jap. voor
Bodhidharma. Chin. P’u-t’i-ta-mo
Datong 60km van deze
stad bij Mt Heng in Hunyuan prefectuur in Shanxi provincie China, bevindt zich het
uitgebreide Yungang rotstempelcomplex, waar door de eeuwen heen taoïstische,
confucianistische en boeddhistische tempels zijn gebouwd.
Delhi Zie: New Delhi
deva God (manlijk). (Zie
ook: devi, godin) Godheden zijn in het boeddhisme ondergeschikt aan de Boeddha,
m.a.w. aan het hogere ideaal van de verlichting. Ze zijn opgenomen in een eigen
kategorie binnen de cirkel van het wedergeboren worden en afgebeeld in het
levensrad (bhavachakra). In de mythologie, de iconografie en de
visualiseringstraditie nemen ze niettemin een belangrijke plaats in.
Dharamsala Stadje in Noord-India, in de deelstaat Himachal
Pradesh, hoofdstad van het district Kangra. er wonen ca. 20.000 mensen, waarvan
enkele 1000-en Tibetanen. Toen de Dalai Lama in 1959 uit Tibet naar India
vluchtte is Dharamsala door de toenmalige premier Nehru als residentie aan de
Tibetaanse regering in ballingschap toegewezen. De Tibetanen hebben zich in het
dorp Mc Leodganj, boven Dharamsala gevestigd. Er zijn opvangscentra en enkele
kloosters en een bibliotheek ingericht.
dharma Aloude
Indiase (Sanskriet) term voor niet alleen religie, maar ook de juiste inrichting
van de wereld en het heelal volgens de religie, zoals op schrift gesteld. In
het boeddhisme is de dharma de tweede van de drie kostbaarheden (trikaya), de peilers waarop de
religie rust, de andere twee zijn de Boeddha (verlichte grondlegger) en de
sangha (monniksorde).
dharmakaya De meest abstracte van de kategorieën in de Mahayana
trikaya (drie lichamen) indeling van boeddha’s en bodhisattva’s van concreet
naar abstract. Dharmakaya is de verschijningsvorm van boeddha’s, het absolute.
De ander twee zijn sambhogakaya, die van het genieten van de symbolische
bodhisattva’s (bv. Manjushri of Avalojkiteshvara), en tenslotte nirmanakaya (Tib. tulku), het
stralingslichaam van historische
personages (bv. Padmasamhava, Tsonkhapa of de Dalai Lama’s en vele andere
concreet reïncarnerende Tibetaans religieuze functionarissen)
dhyan Aandacht,
concentratie, bewustzijn, meditatie. Van deze Sanskriet term zijn het Chinese
ch’an en Japanse zen afgeleid. Het wordt ook wel ‘mindfulness’ genoemd, hoewel
daarvoor in het Sanskriet smrti een meer specifieke term is.
dhyani
boeddha Meditatie
boeddha, jina of tathagatha. Er is in het mahayana boeddhisme een reeks van
vijf van deze boeddha’s die samen in een mandala worden voorgesteld als
meditatieobject, met bijbehorende locaties, kleuren, bodhisattva’s enz.
Diamant
sutra Een zeer korte versie van de
Prajnaparamita sutra, daterend van ca.
300 A.D. en vooral bekend van Tibetaanse en Chinese vertalingen. De tekst richt
zich met name op het shunyatta begrip. De volledige naam is Vajracchedika
Prajnaparamita (diamantsnijder wijsheidsvervolmakings) sutra. (vgl. Hart sutra)
Dipankara Er wordt in de Pali canon al melding
gemaakt van 24 boeddha’s door de tijden heen. Aan ‘onze’ historische Boeddha
Shakyamuni, zouden er 21 vooraf zijn gegaan en 1 zal er volgen. De toekomstige
boeddha is Maitreya, van de voorafgaanden is de allereerste Dipankara
(lichtmaker). Ze worden wel eens als trio afgebeeld.
Dogen (1200-1253) Japanse zen leermeester,
grondlegger van de Soto school. In de De
Soto school is louter zitten, (shikantaza of zazen), de voornaamste
meditatievorm en -focus. Uitgangspunten zijn de mahayana principes dat de
boeddha-natuur al in alles en iedereen aanwezig is en de eenheid van middel en
doel.
Drigungpa Een van de overgebleven subordes van de
Tibetaanse Kargyudpa orde. (Zie ook: Karmapa en Drukpa.) De Drigungpa suborde is ontstaan vanuit het Drigung klooster, dat in 1179
ten noordoosten van Lhasa is gesticht nabij meditatieplaatsen van twee
belangrijke discipelen van Phagmogrupa. Als initiële leermeester wordt Jigten
Gompo (1143-1212) beschouwd. Deze orde
was sinds de oprichting in conflict met de Sakyapa, niet zozeer over religieuze
zaken als wel omdat ze beide houtleveranties uit dezelfde zuidelijke grensgebieden
wilden zeker stellen. Dit leidde tot de totale vernietiging van het klooster
door Mongoolse troepen in 1290.
Drigungtil werd echter al snel herbouwd en ook nadat aan de
Mongolendynastie een eind was gekomen, bleef de Drigungpa orde langdurig de
belangrijkste politieke concurrent van de Sakya.
Drukpa Een van de overgebleven subordes van de
Tibetaanse Kargyudpa orde. (Zie ook Drigungpa en Karmapa.) In de tijd van de
Vijfde Dalai Lama (17e eeuw) werd deze orde vervolgd, zodat de
Drukpa monniken naar uithoeken van de Tibetaanse regio vluchtten, naar gebieden
net buiten de politieke greep van de Dalai Lama. In Ladakh wist de geleerde
asceet Tagtsang repa de Drukpa orde te verbinden met de locale Namgyal
koningen. In Bhutan stond de charismatische
Drugpa leider Nawang Namgyal aan de wieg van de huidige staat, door een reeks
van gebieden te verenigen en er een theocratie te stichten onder leiding van
een drietal Drugpa functionarissen, waaronder hijzelf en zijn reincarnaties. Het
land heet sindsdien Drukyul. In 1907 werd Bhutan een monarchie met recentelijk
een democratische constitutie. Nog altijd is het boeddhisme staatsreligie en is
er een vertegenwoordiging van de sangha in de regering.
duhkha Lijden (Zie Pali:
dukkha), eerste van de 4 edele waarheden (arya-satya). De andere drie zijn 2. de
oorzaak van het lijden: verlangen (trshna), haat (dvesha), en onwetendheid,
avidya), 3. de opheffing: verlichting (bodhi) en vervolgens nirvana, en tenslotte 4. het 8-voudige pad om dit te
bereiken. Duhkha is ook een van de drie basiscondities van het leven. De ander
twee zijn: anitya (impermanentie, verandering) en anatman (niets bestaat op
zichzelf, onafhankelijk of alles hangt met andere dingen samen).
dukkha Pali (Zie Skt. duhkha)
Dun-huang (ook: Tun-huang). Zijderoute
vestiging in Noord-west China, ten noorden van het Koko-Nor meer. Beroemd om
rotstempels, daterend van de 6e tot de 12e eeuw. De
oudste grotten tonen vroeg Chinees mahayana kunst met veel oude Indiase
kenmerken. Vanaf de 8e eeuw kwamen hier ook talrijke Tibetanen en
zien we Tibetaanse invloed,en ook de vroeg Tibetaanse kunst toont nog duidelijk
zijn Indiase afkomst. Van groot belang is dat er grote en unieke verzamelingen
Chinese, Tibetaanse en Uighur-mongoolse geschriften zijn gevonden door Paul
Pelliot en Sir Aurel Stein.
dvesha Haat. Een van de
oorzaken van het lijden. De andere zijn verlangen (trshna) en onwetendheid
(avidya). In diverse geschriften is deze lijst telkens iets anders. (Zie:
klesha)
dyani-boeddha’s Meditatie-boeddha’s
(of jina’s of tatagatha’s). In tantrisch of esoterisch boeddhisme wordt dit
vijftal boeddha’s verdeeld over de vier windstreken en het centrum geplaatst.
Het gaat om Vairocana, Amitabha, Ratnasambhava, Akshobya en Amogasiddhi., elk
met een eigen plek, kleur, handhouding, bijbehorende bodhisattva enz. met name
Vairocana en Amtabha figureren als de centrale figuren en worden in andre
vormen van het Mahayana boeddhisme ook afzonderlijk vereerd.
E
edicten
van Ashoka In totaal 33 inscripties op rotsen
in grotten en op pilaren (7x), die aan keizer Ashoka (272-231 v.Chr worden
toegeschreven, over het bestuur volgens boeddhistische deugden. De edicten
bevinden zich in Noord-India, Pakistan en Afghanistan en zijn opgesteld in het
Prakrit in vier verschillende schriften.
Eisai (1141-1215). Japanse zen
leermeester, grondlegger van de Rinzai school. In de Rinzai school wordt de
zazen zitmeditatie ondersteund door de koan-methode. Door het oplossen van koan (absurdistische raadsels) wordt de
leerling gedwongen het denken te controleren, dualisme te overstijgen en
spontaan en eenvoudig hier en nu te zijn. Het begrip satori staat voor
verlichting, waarvan de beleving van verschillende duur en intensiteit kan
zijn. Je zou kunnen zeggen dat de Rinzai school meer practisch gericht is en de
upaya kaushalya, de bij elke individuele leerling passende methode probeert te vinden.
emanatielichaam Nirmanakaya (Tib. tulku). De meest
concrete van de trikaya, de verschijningsvormen in de mahayana iconografie. Het
laat zich het makkelijkst interpreteren als drie abstractieniveaus van de
afbeeldingen van boedhistische personages. Het dharmakaya is het meest
abstracte en duidt op het totaal absolute boeddhaschap. Het sambhogakaya of
genietingslichaam is de verschijningsvorm van symbolische figuren zoals
bodhisattva’s met hun mooie gewaden, sjawls en sierraden. Het nirmanakaya, stralings of emanatielichaam is waarin
historische “verlichte” personages zich aan ons vertonen, zoals Padmasambhava,
Songtsen gampo, Milarepa, Tsongkhapa, de Kargyudpa Gyalwa Karmapa etc.
esoterie Traditie van geheimhouding en
geheimzinnigheid die rond sommige magische en meditatieve rituelen en gebruiken
wordt gehandhaafd ter wille van psychische veiligheid en ‘empowerment’.
exorcisme Uitbanningsritueel om boze goden,
geesten en demonen of krachten te verdrijven, waarvan men meent dat deze van
locaties of personen bezit kunnen nemen.
F
G
Gandhara Boeddhistisch koninkrijk ten noordwesten
van het Indiase subcontinent, in het huidige Pakistan en Afghanistan, van de
Indusvallei tot de Kabulvallei. Het heeft bestaan van de 1e tot de 7e
eeuw, eerst onder heerschappij van Bactrische Grieken en vervolgens onder de
Scytische Kushana dynastie. Een zekere koning Malinda is bekend geworden
vanwege zijn vragen over de leer, die zijn opgetekend in het Pali geschrift
Malindapanha. Ten tijde van de vorsten Kanishka I en II heeft hier het 4e
boeddhistische concilie plaatsgevonden. Talrijke archeologische vondsten tonen
dat Gandhara een belangrijk cultureel centrum is geweest. Het strijdt met het
Indiase Mathura om de eer van de eerste afbeelding van de boeddha als persoon.
De Gandhara kunstuitingen tonen een Persisch-Hellenistische en Centraal-Aziatische
invloed, terwijl die van Mathura meer autentiek Indiaas zijn en gemengd
boeddhistisch en hindoe.
gate gate
paragate parasamgate bodhi svaha ”Gegaan, gegaan,
voorbijgegaan, voorbij alles gegaan, verlichting gezegend” (“Gone,
gone, gone beyond, gone completely beyond, enlightenment, hail”) Mantra
behorende bij de prajna paramita (perfect inzicht, wijsheidsvervolmaking)
kernbegrip van de Prajnaparamita sutra (en de samenvattende Diamant en Hart
sutra’s)
Gautama Clannaam van de
Boeddha
gebed Ritueel
communiceren of in gesprek gaan met de als persoon (god, geest, demon, duivel)
voorgestelde niet-empirische realiteit, waardoor er verzoening plaatsvindt, een
gunstige(r) situatie ontstaat of om een gunst wordt gevraagd. Het gebruik om
mantra recitatie als gebed te interpreteren of gebed te noemen, kan als een
vorm van Christelijk etnocentrisme gezien worden en doet eigenlijk geen recht
aan de feitelijke vorm noch de intentie
van het boeddhistisch of hindoe ritueel.
geestesvlucht Zie: spirit flight
Gelugpa ‘Deugdzame’ Tibetaanse kloosterorde,
gesticht doorTsongkhapa (1357-1419, als ‘hervormde voortzetting van de Kadampa
traditie. De door Chinezen “geelkappen” genoemde orde is vooral door toedoen
van de Grote Vijfde Dalai Lama in de 17e eeuw een dominante rol gaan
spelen in Tibet, waarna de Dalai Lama incarnanten althans in principe geestelijk
en wereldlijk leider zijn geweest, tot de de Chinese annexatie in 1950 en de
vlucht van de huidige 14e Dalai Lama naar India een einde maakten
aan de theocratie. In praktijk is er na de Vijfde pas met de 13 Dalai Lama van stabiel leiderschap sprake,
terwijl de 14e en huidige Dalai Lama al snel na zijn installatie
naar India is moeten vluchten.
Grote Vijfde De vijfde Dalai Lama, Nawang Lobsang Gyatso
(1617-1682), in zijn machtspositie gesterkt door de Mongoolse Gusri Khan, heeft
in feite de Tibetaanse theocratie op de kaart gezet door de Tibetaanse
politieke invloedsfeer uit te breiden tot de gerenzen van het rijk van de oude
koningen. Naar analogie van Songtsen Gampo voerde hij de Dalai Lama incarnatie
lijn terug op de bodhisattva Avalokiteshvara. In Lhasa liet hij het Potala
kloosterpaleis bouwen, genoemd naar de zuid-indiase mythische residentie van de
bodhisattva. Tevens installeerde hij zijn leermeester, Chokyi Gyaltsen, als abt
in het Tashilhunpo klooster in Shigatse als en voerde deze incarnatielijn van
deze Panchen Lama terug op de boeddha Amitabha (die als dharmakaya
representatie als geestelijke vader van Avalokiteshvara wordt gezien). De dood
van de Grote Vijfde is door zijn regent, Sangye Gyatso, die werd aangesteld
toen de Nawang Lobsang aan het eind van zijn leven in retraite ging, vijf jaar
lang geheim gegouden.
Guanyin Chin. (Jap. Kannon) voor Avalokiteshvara, bodhisattva van het mededogen (karuna).
In de loop der tijd krijgt deze bodhisattva in de Chinese en Japanse
mahayana kunst dikwijls een nogal vrouwelijk uiterlijk.
Gupta
dynastie Indiase
koningsdynastie die over Noord- en Centraal-India heerste tussen 350 en 650
A.D. De Gupta periode was een culturele bloeitijd van alle karakteristieke
aspecten van de Indiase cultuur, inclusief het boeddhisme. Met name de Nalanda
universiteit trok veel mahayana leermeesters en pelgrimsmonniken uit o.a.
China.
Guru
Rimpoche Zie:
Padmasambhava
guru yoga Meditatie of yoga techniek waarbij men
zich oefent in devotie en overgave aan de guru en de meester-leerling lijn
terugvoert tot de wortel-lama en zich de kernfiguren levensecht voor de geest
haalt en met hen identificeert. Het is vooral in het Tibetaans boeddhisme dat
de guru yoga wordt beoefend.
guru Leermeester (Tib.
lama)
H
Hart sutra Een ultrakorte samenvattende mahayana sutra
over de kernleer, het hart, van de prajnaparamita.
Deze zou door de bodhisattva Avalokiteshvara in meditatie zijn gerealiseert en
komt erop neer dat vorm leegte is en leegte vorm, met andere woorden: de aardse
relatieve wereld (samsara) is de manifestatie van het absolute, en het absolute
(nirvana) bestaat alleen in de vorm van zijn manifestatie in de aardse wereld
(samsara). De Hart sutra is populair in Ch’an, Tiantai en diverse andere
Oost-Aziatische scholen. Vermoedelijk is de sutra oorspronkelijk in het Chinees
opgesteld en later in het Sanskrit terugvertaald. In het Sankrit luidt de
mantra waarmee de prajnaparamita wordt verbonden: gate gate paragate parasamgate bodhi svaha (“gone, gone, gone
beyond, gone completely beyond, enlightenment, hail”)
(vgl. Diamant
sutra)
Hayagriva Tantrische woeste beschermgod met een
groene paardenkop, een boze manifestatie van Avalokiteshvara, van Indiase oorsprong en wellicht in verband
te brengen met een secundaire Vishnu avatar als half mens-half paard. In de
Tibetaanse tempels vinden we Hayagriva en Vajrapani binnen afgebeeld aan weerszijden
van de ingang.
heelmeester Een van de rollen die men aan de Boeddha toebedeeld.
In de mahayana ikonografie verschijnt een afzonderlijke medicijnboeddha (Bhaishajya-guru, Tib. Manla) met name in
Tibet, China en Japan.
hemel(s
paradijs) Vanaf het begin
worden in het boeddhisme hemelen als behorend tot de vijf of 6 regio’s binnen
het samsara, de tijdelijke wereld van
het lijden en wedergeboren worden, geplaatst. Het zijn regio’s van goden en
halfgoden, waar heilzaam (kushala) en
deugdzaam of verdienstelijk (punya)
leven toegang toe geven, en fysieke en geestelijke pijn afwezig zijn. In het
mahayana boeddhisme en met name in de pure
land scholen worden de hemelse paradijzen waar boeddha’s, bodhisattva’s en
sommige verlichte leermeesters resideren positiever, als boeddha-”velden”
(buddha-kshetra) gezien, waar boeddha’s nog in menselijke vorm resideren, een
soort uiteindelijk voor iedereen toegankelijk soort voorportaal naar nirvana gezien. Onder pure land scholen is vooral Amitabha’s paradijs,
Sukhavati populair. Maitreya
volgelingen richten zich op de Tushita
hemel, terwijl de Tibetaanse oudste school van de Ningmapa een hemelse wereld (Zangtok Pelri) rond hun grote tantrische
leermeester Guru Rimpoche (Padmasambhava) visualiseren.
hinayana Klein voertuig. Neerbuigende aanduiding van het oudere theravada
boeddhisme door mahayana volgelingen. In het oude boeddhisme en de vroege
boeddhistische scholen, van voor het ontstaan van de mahayana richting, zoals
we die nu nog in Sri Lanka en in zuidoost-aziatische landen vinden, is het
ideaal primair de arhat die verlichting voor zichzelf bereikt en na zijn dood
het nirvana ingaat. De leek kan via extra geloftes upashaka worden, maar alleen
voor de monnik is het arhatschap binnen bereik.
hindoe Volgeling/aanhanger/lid
van het hindoeisme, de hindoe gemeenschap of religie. Strikt gesproken wordt
men als hindoe geboren, maar er zijn ook kasteloze hindoes, sadhu’s en yogi’s
die zich buiten het kastesysteem plaatsen en ook bijvoorbeeld talrijke westerlingen
die zich tot het hindoeïsme hebben bekeerd of als hindoe beschouwd kunnen
worden.
Hindoeïsme en boeddhisme zijn in zoverre
met elkaar verbonden, dat het boeddhisme als een van de nieuwe individueel
meditatieve stromingen, in feite is voortgekomen uit het hindoeïsme. Het heeft
dan ook veel elementen van de hindoe wereldbeschouwing en godenwereld
overgenomen.
hindoeïsme Religie van India (Hindusthan), ook al vinden we
inmiddels ook vele hindoes buiten India. Getalsmatig gezien is het hindoeïsme
een van de vier wereldreligies en de oudste. Het heeft niet echt een stichter
of grondlegger, maar de oorsprong van het hindoeïsme kan gevonden worden in de
Veda en Upanishad geschriften als doorgegeven door de brahmanen priesterkaste.
Later heeft het zich meer divers ontwikkeld en een veelvoud van
maatschappelijke wereldbeschouwlijke invloeden ondergaan, waardoor het zich
moeilijk kort laat omschrijven. Zo kent het
hindoeïsme vele goden en godinnen, maar wordt aan het wezenlijk
polytheïstische karakter getwijfeld. Het heeft zich ontwikkeld tot
verlichtingsreligie met tot op heden een sterke band met de kastenstructuur en
het huwelijkssysteem van India. Anderzijds zijn er individuele devotionele en
meditatieve wegen binnen het hindoeïsme mogelijk. Vanuit het hindoe standpunt
is de Boeddha een van de talrijke Indiase guru’s die voor zichzelf zijn
begonnen. Hij heeft het zelf zo ver geschopt, dat hij is uitgeroepen tot 7e
avatar (verschijningsvorm) van de grote hindoe god Vishnu, en daarmee is het
boeddhisme als het ware in het hindoeïsme geïncorporeerd.
Honen (1133-1212)
Grondlegger van de Japanse Pure land school. Hij volgde Shan-tao’s commentaar
op de Meditatie sutra, waarin het louter reciteren van de Nembutsu formule werd
gepropageerd. Verder was Amitabha’s compassie of medelijden (karuna) genoeg om
als tariki (macht van buitenaf) op te vertrouwen.
Hotei Jap. (Zie: Chin.
Pu-tai)
Hua-yen Oorspronkelijk een belangrijke Chinese
mahayana school met een zeer abstracte filosofisch perspectief dat in hoog
aanzien stond. Karakteristiek is de classificatie van de leer en de theorie van
de ongehinderde interpenetratie van alle fenomenen. Huayen. Ook van deze school
geldt de derde patriarch, Fa-tsang (643-712, ook Hsien-shou genoemd) als de
stichter. De Hua-yen leer baseert zich op de Avatamsaka sutra (Chin. Hua-yen
ching), die beschrijft hoe een boeddha (Mahavairocana) de wereld ziet. Deze sutra zou door de historische Boeddha onmiddellijk na zijn eigen verlichting zijn
uitgesproken. De theorie van de onghinderde interpenetratie van fenomenen
behelst de aanwezigheid van het absolute, de boeddha-natuur in alle fenomenen,
maar ook het feit dat delen niet zonder het geheel bestaan en omgekeerd, wat
een ongehinderde interpenetratie van alles met en door alles veronderstelt. De school is door
patronage in grote kloosters geconcentreerd en in de 9e eeuw in de Tang periode toen
het boeddhisme in China hevig vervolgd werd, nagenoeg volledig ten onder gegaan,
terwijl meer gedecentraliseerde tradities, zoals Ch’an en Pure land zijn
blijven voortbestaan.
Wel is de Hua-yen school door de Koreaanse monnik Shinjo en zijn
leerling R(y)oben (689-773) onder de verbasterde naam Kegon in Japan
geïntroduceerd. Daar mochten de Kegon monniken zich onder keizerlijke patronage
in de Todaji tempel in Nara vestigen waar al in 749 een groot beeld van
Mahavairocana is opgericht. Hoewel ook in Japan de abstracte filosofie zeer
gewaardeerd is, heeft de school zich eigenlijk nooit onafhankelijk van het
Tendai boeddhisme kunnen ontwikkelen.
Hui-k’o Leerling van
Bodhidharma en 2e ch’an patriarch.
I
India Grootste land van
het Zuid-Aziatische of Indiase subcontinent met op China na de grootste
bevolking ter wereld (3.287.263 km² en 1.2 miljard inw.) Ook gaat India er
prat op de grootste democratie ter wereld te zijn. India is het geboorteland
van het boeddhisme. (Weliswaar is de Boeddha geboren in Lumbini, net over de
Nepalese grens, maar die grens noch de staten zoals we die nu kennen bestonden
toen.) Het optreden van de Boeddha vond vnl. plaats in de Gangesvlakte, in
Koshala en Magadha. Het boeddhisme kreeg echter pas ten tijde van keizer Ashoka
(3e eeuw v. Chr.) van de Maurya dynastie zijn grootste verbreiding
in India. Invallen van Hunnen in de 5e eeuw en uiteindelijk Turkse
en Afghaanse moslims tussen de 11e tot 13e eeuw en de
vestiging van sultanaten en Moghulheerschappij, hebben het Boeddhisme doen
verdwijnen uit India. Alleen in Tibetaans culturele grensgebieden, zoals
Ladakh, Zanskar, Spiti, Sikkim en Arunachal Pradesh vinden we vanuit Tibet
gevestigde Tibetaans boeddhistische gemeenschappen. Voorts zijn er enkele
Tibetaanse vluchtelingen-gemeenschappen. In totaal zijn er nog geen 200.000 Tibetaans
boeddhisten in India. Van geheel andere orde is de ‘Dalith buddhist movement’
en de Bharatiya Bauddha Mahasabha, (Buddhist Society of India), geleid in de
jaren 50 van de 20e eeuw door Bhimrao Ramji Ambedkar (1895-1956),
met nog altijd enkele miljoenen leden. Tenslotte zijn er een groot aantal
boeddhistische monumenten en archeologische vindplaatsen en pelgrimsoorden in
India en Nepal: zoals Svayambhu en Bodhnath bij Kathmandu; Lumbini bij Bhairava,
in Nepal. Bodh Gaya; Sarnath bij
Varanasi; Kushinagara bij Lucknow; Rajgriha; Shravasti; Vaishali; Sanchi;
Ajanta; Nalanda; Ellora; Delhi: Ashoka zuilen.
Indonesië Grootste.eilandenstaat (14.5 duizen
eilanden) ter wereld, behoort tot in Zuidoost-Azië, ligt tegenover Maleisië in
de Grote oceaan. Totale oppervlakte 1.9 miljoen km², bevolking 260 miljoen,
waarvan 86 % moslims. D.w.z. dat er in geen ander land terwereld meer moslims
wonen dan in Indonesië. Voor de introductie van de Islam in Indonesië in de 13e-16e
eeuw is er veel invloed vanuit India geweest, van hindoeïsme, zowel als
boeddhisme. Alleen op het eiland Bali is van de bevolking van 3.5 miljoen de
grote meerderheid hindoe. Het aantal boeddhisten is tegenwoordig miniem en beperkt
tot slechts een deel van de Chinese immigrantenbevolking. Toch bevindt de
grootste stoepa ter wereld zich in Indonesië, het Borobudur complex op
Midden-Java.
indo-tibetisch Stijlkarakterisering van West-Tibetaanse kunst uit
de tijd van de tweede verbreidingvan het boeddhisme in Tibet (10-11e
eeuw). Vanuit West-Tibet trok de grote vertaler Rinchen Zangpo (958-1055)
tweemaal naar Noord-India om de beroemde Indiase leermeester Atisha uit India
naar Tibet te laten komen. Rinchen Zangpo leerde in India Sanskrit en kwam als
vertaler ,Lotsawa, bekend te staan, maar ook zou hij op zijn reizen in totaal
108 kloosters en tempels hebben gesticht. Beroemde plaatsen waar deze
indo-tibetische West-Tibetaanse kunst te vinden is zijn: Alchi in Ladakh, Lalung
en Tabo in Spiti, Nako en Charang in Kinnaur, en tenslotte Tholing en Tsaparang
in West-Tibet zelf.
Indra Vedische oppergod
in het hindoe pantheon. In de vroege mahayana boeddhistische kunst ook als
beschermgod afgebeeld.
initiatie Rituele
inwijding, waardoor men een nieuwe fase van het leven of van een studie ingaat,
of van een nieuwe groep of gemeenschap lid wordt.
ithyfallisch In de kunst of iconografie:
afgebeeld met een erectie.
J
Japan Eilandstaat (opp.
378.000km²) in de grote oceaan ten oosten van het Aziatisch continent. Van de
meer dan 6000 Japanse eilanden zijn er 4 veruit de grootste en op het
allergrootste eiland Honshu ligt de hoofdstad Tokyo met 40 miljoen van de in
totaal 128 miljoen inwoners. Traditionele religie in Japan is een combinatie
van shintoisme en boeddhisme, maar de grote meerderheid van de Japanners leidt
tegenwoordig een werelds leven. Boeddhisme heeft altijd een zeer bepalende rol
gespeeld in de Japanse cultuur en er is nog altijd een groot aantal
boeddhistische kloosters en tempels en pelgrimsplaatsen. Het boeddhisme is in
de 6e eeuw uit China naar Japan gebracht in de Tendai (Chinees
mahayana) en Shingon (tantra) varianten. In de 13e eeuw wierpen zich
hervormers op in de oude hoofdstad Kyoto, m.n. Shinran, Dogen en Nichiren.
Shinran stichte de Jodo Shinshu, de ‘echte zuivere land’ school die met zijn
Namo Amida Butsu mantra methode grote populariteit verwierf. Dogen begon de
Soto zen school, voortbordurend op de Chinese Ch’an leer, die vooral zazen
(louter zitten) beoefent en het doen als doel op zich. Een tweede zen traditie
werd in dezelfde tijd door de Rinzai school beoefend, waar men met
non-conformistische raadsels de leerling tot onmiddellijk inzicht wil
shockeren. Nichiren vereenvoudigde de Tendai leer door zich op enkel en alleen
de recitatie van de lotus sutra (Jap. daimoku) te richten. Uit het Nichiren
boeddhisme is in de 2e helft van de 20e eeuw een politiek
nationalistische boeddhistische beweging voortgekomen.
Jataka Legendarische
vertellingen in het Pali over het leven en de vorige levens van de Boeddha.
jien-hsing Zie: kensho
Jodo shin
shu “Echte” Pure Land school, gesticht door
Honens leerling Shinran (1173-1262). Shinran werd van wege de conflicten die
Honens nieuwe leer had uitgelokt, samen met zijn leermeester vast gezet en als
monnik ge-excommuniceerd. Als leek en huisvader ging hij echter verder de leer
van Amida’s Pure Land te verkondigen, maar zijn nadruk lag nu op “other-power”
(tariki) i.p.v. “self-power (jiriki), m.a.w. de volledige
afhankelijkheid van Amida en diens gelofte de mens zijn hemel in te geleiden.
Alles draait om absoluut geloof. De nembutsu
matra: “Namo Amida Butsu”, hoeft
dus niet oneindig vaak, maar desnoods maar één enkele keer te worden
uitgesproken, als het maar met volledig geloof en overgave is. Verder dient men
zich eenvoudigweg aan de boeddhistische voorschriften te houden en rituelen uit
te voeren. In de 15e eeuw gaf Rennyo deze school een nieuwe
uitbreiding en het werd de grootste boeddhistische mahayana stroming
Jodo shu Pure Land school, in Japan gesticht door
Honen 1133-1212. Honen was een Tendai monnik en de eerste die een nieuwe
boeddhistische school oprichtte zonder keizerlijke toestemming, waardoor hij in
conflict kwam met niet alleen zijn Tendai collega’s maar ook de Japanse
autoriteiten. De school legde minder nadruk op het monnikschap, en merkte voor
iedereen het zo veel mogelijk reciteren van de nembutsu mantra Namo Amida Butsu aan als de zekere weg
naar de hemel van Amitaba, maar Honen bleef zich zelf ook bezig houden met
andere religieuze praktijken en ook het monnikschap en de boeddhistisch ethiek
propageren. Honens leer was in feite minder radicaal dan die van de Jodo Shin
shu.
K
Kagyudpa Tibetaanse kloosterorde die teruggaat op
de Indiase mahasiddhi’s Tilopa en Naropa en vervolgens door de Tibetaanse
meestervertaler Marpa (1012-1097) en zijn leerling en beroemde asceet Milarepa
(1040-1123) in Tibet is geïntroduceerd. Milarepa’s leerling was vervolgens
Gampopa (1079-1153), ook wel Dagpo lha-rje, de geneesheer uit Dagpo, genoemd.
Zijn leerling Phagmogrupa (1110-1170) stichtte het belangrijke Kagyudpa
klooster Densathil, in Centraal-Tibet. De orde combineert sinds Gampopa, de tantrische
Mahamudra leer die hij van zijn vier voorgangers had doorgekregen met de
langzame weg van de Kadampa orde. Het laatste gaf aanleiding tot verschillende
interpretaties, die gecombineerd met politieke allianties en belangen, reden
zijn geweest waardoor de Kargyudpa orde is verdeeld in verschillende
subscholen. Daarvan resteren er drie: Drukpa, Drigungpa en Karmapa.
Kadampa Tibetaanse kloosterorde, die teruggaat
op de Indiase meester Atisha (980-1055). Atisha doceerde aan de Indiase
Vikramashila kloosteruniversiteit en was door de West-Tibetaanse vertaler
Rinchen Zangpo naar Tibet uitgenodigd. Daar stichtte hij samen met Dromton de
Kadampa orde. Deze orde legde de nadruk op het langzame pad naar de verlichting,
als uiteengezet door Atisha in zijn belangrijkste werk, de Bodhi-patha-pradipa
(lamp voor het pad naar de verlichting). De Kadampa orde bestaat zelf niet
meer, maar vormt de basis waarop de grote hervormer Tsonkhapa de deugdzame
Gelugpa orde (ook wel Geelkappen) fundeerde. De Gelugpa orde zou uiteindelijk
vanaf de Grote Vijfde Dalai Lama machtigste van Tibet worden en meer dan drie
eeuwen lang de theocratische regering vormen.
Kailash Heilige berg in
West-Tibet ten noorden van de Kanjiroba, een berg op de grens van Tibet en de
uiterste noordwest- hoek van Nepal.
Tussen de Kanjiroba en de Mt Kailash liggen het Manasarowar meer en het Raksha
tal Zoals in theorie iedere berg wordt
de Mt Kailash met de mythische berg Meru ge-associeerd. Meru is de axis mundi in
de Indiase kosmologie. De reden waarom de Kailashberg in het bijzonder deze
belangrijke plaats krijgt toegewezen is niet alleen zijn bijzondere
drievlakspiramidale vorm, maar ook omdat hij als het ware midden tussen de
stroomgebieden van de Indus, Sutlej, Karnali en Brahmaputra gelegen is. Ook al
liggen de werkelijke bronnen ver uiteen, er is alle reden waarom men zich kan
voorstellen dat ieder van deze vier belangrijke Himalayarivieren op de Mt
Kailash ontspringt. Voor Hindoes, Jains, Tibetetaans boeddhisten en
Bon-aanhangers is de Kailash een heilig pelgrimsreisdoel.
Kandy De meest recente
van de oude hoofdsteden van Sri Lanka, tot de Britten in 1815 het bestuur
overnamen. In Kandy bevindt zich de Dalada Maligawa, de tempel van de tand. In
de 4e eeuw voor Chr . zou een
hoektand van de boeddha door de zoon en dochter van de grote Mauryakeizer
Ashoka naar Sri Lanka zijn gebracht en sindsdien altijd door de diverse
koningsdynastieën van het eiland bewaard. De tempel is een belangrijk pelgrimsoord en op
de UNESCO werelderfgoedlijst geplaatst.
Kanishka Naam van de belangrijkste Kushana
koning(en). Hun rijk moet zich tussen de 1e en 3e eeuw
hebben uitgestrekt van Gandhara (Afghanistan) tot aan de Ganges en omvatte een
reeks van boeddhistische cultuurcentra.
Kapilavastu Stad of paleislocatie waar de
Boeddha in zijn jonge jaren heeft gewoond. Het was mogelijk de hoofdstad van
het Shakya stamgebied.
karma Indiase
wet van oorzaak en gevolg, waardoor men in verschillende vormen zal worden
wedergeboren. Door verdienste (punya)
te vergaren op religieus en ethisch vlak kan men gunstiger reïncarneren.
Behalve de lagere regionen van dieren, hongerende geesten en hellen van
foltering en extreme hitte en koude, zijn er ook positivere mogelijkheden zoals
de wereld van halfgoden en goddelijke paradijzen, maar allerbeste is
uiteindelijk de menselijke vorm, want alleen met die vorm is de bevrijding of verlichting
verbonden.
Karmapa Tibetaanse
kloosterorde, een van de drie nog bestaande subordes van de Kargyudpa.orde.
karuna Compassie, mededogen,
begrip voor anderen. De grootste deugd in het mahayana boeddhisme, verbonden
met het bodhisattva ideaal in het algemeen en Avalokitehvara, de meest
populaire bodhisattva, in het bijzonder.
Kasjmir Eng. Kashmir. Regio in Noordwest-India,
deel van de deelstaat Jammu & Kashmir. Sinds de Partition (1949) heeft Kasjmir
twee omstreden gebieden de facto moeten afstaan aan Pakistan, Azad Kashmir en
Baltistan. Intussen maakt een gewelddadige onafhankelijkheidsbeweging het voor
India al evenlang nodig om met een grote legermacht aanwezig te zijn in dit in
meerderheid islamietische gebied. Alleen de helft van het aan de
noordoostelijke Chinese grens gelegen district Ladakh en het daar ten zuiden
van gelegen subdistrict Zanskar, zijn sinds Tibetaanse immigratie in de 8e
eeuw Tibetaans boeddhistisch gebleven. Een deel van Ladakh is in de jaren
zestig door China ge-annexeerd voor de aanleg van een strategische weg tussen
Lhasa en Sinchiang. Dit is een tweede reden voor aanhoudende militaire
aanwezigheid van India in dit deel van Kasjmir. De
Kasjmir vallei zelf rond de zomerhoofdstad Srinagar is een van de weinige grote
vlakke vruchtbare streken in de Himalaya (vgl. Kathmandu) en vanouds een
bloeiend cultuurgebied. Het lag bovendien op een van de Zijderoute verbindingen
tussen tussen India en Centraal-Azia. Ver voor de introductie van de Islam moet
het zowel voor hindoes als boeddhisten een belangrijk cultuurcentrum zijn
geweest. Pas in de 15e eeuw is het onder islamietisch bestuur gekomen,
maar dat werd in de 19e eeuw onderbroken door de veroveringen van de
door Sikhs gesteunde Dogra’s Het feit dat de hindoe Dogra koning het
islamietische gebied weigerde af te staan ten tijde van de Partition, is
doorslaggevend geweest bij het ontstaan van de omstreden gebieden en daarmee de
“kwestie Kasjmir”.
Kathmandu Hoofdstad van Nepal. Kathmandu ligt in een grote
vlakke vallei temidden van de Himalayabergen (vgl. Shrinagar in Kasjmir). Het
is door de eeuwen heen een belangrijke plaats aan karavaanroutes tussen India
en Tibet geweest. Er heeft zich een stedelijk cultureel centrum ontwikkeld en en
vanaf de Malla periode (13e eeuw), een verzameling stadstaten . De
belangrijkste Nepalese bevolkingsgroep van de Kathmandu vallei zijn de Newari,
maar zij zijn in de loop der eeuwen altijd door diverse Indiase dynastieën
geregeerd.
Boeddhistisme moet al voor onze jaartelling in de tijd van de Licchavi
dynastie zijn geïntroduceerd. Pas in de 18e eeuw zijn het de Gurka’s
geweest die het grotere gebied dat wij tegenwoordig als Nepal kennen hebben
veroverd en tot een staat hebben verenigd. De invloed van hindoeïsme en
boeddhisme is in het verleden altijd wisselend geweest. Nepal heeft wel moslim
invasies, maar nooit islamietisch bestuur gekend. Daardoor zijn er met name in
de Kathmandu vallei unieke vormen van tantrisch hindoeïsme en boeddhisme te
vinden die ooit in India moeten hebben bestaan. Verder zijn er bij tijden
Tibetaans-boeddhistische invloeden uit het noorden geweest. Onder de Gurkha
Shah dynastie is het hindoeïsme staatsreligie geworden, maar in 2008 is na een
langdurige burgeroorlog aan de monarchie een einde gemaakt en is Nepal een
federale republiek geworden. In Kathmandu zijn talrijke boeddhistische bezienswaardigheden.
Er zijn stoepa’s op iedere straathoek, een tweetal zijn uitzonderlijk groot en
oud: Svayembhu-nath en Bod-nath. Verder is er een groot aantal oude boeddhistische
vihara’s (kloosters). Ten noorden van de stad hebben zich rond de Bodh-nath
stoepa in de 2e helft van de
20e eeuw veel Tibetaanse vluchtelingen en Sherpa’s gevestigd en is
een aanzienlijk Tibetaans boeddhistisch centrum ontstaan met talrijke kloosters
entempels tussen de stupa en het Kopan klooster. Newari boeddhistische
monumenten vinden we vooral in het nabij Kathmandu gelegen Patan.
Kegon Japanse verbastering van Huayen,
een oude Chinese mahayana school die ook in Japan is geïntroduceerd, maar in
geen van beide landen met scholen als Ch’an of Pure land vergelijkbare
populariteit heeft gekend of gehouden.
kensho Lett. je eigen ware aard d.w.z. je
boeddha-natuur zien. Een van de termen die in het zen boeddhisme worden
gebruikt voor inzicht of verlichting. Zie ook: satori
kernboeddhisme Een term die Paul van der Velde in zijn
inaugurele rede citeert voor het imaginaire basale rationele atheïstische
boeddhisme van sommige Westerse volgelingen. Volgens hen zou boeddhisme geen
religie zijn maar een levenswijze. De vorm van boeddhisme die zij hiermee
creëren is louter op selectieve studie van oorspronkelijke geschriften
gebaseerd en geheel uit zijn oorspronkelijke Aziatische maatschappelijke
context gelicht. Het is natuurlijk ieders goed recht om een eigen vorm van
boeddhisme samen te stellen, maar de term is daar dan alleen op van toepassing
wanneer we de suggestie van Robinson & Johnson dat er meerdere boeddhismen
zijn, accepteren. De meeste andere boeddhismen vallen wel degelijk binnen de (het
gros van de) definitie(s) van religie.
kin-hin Jap. Langzaam
aandachtig voetje voor (half) voetje
lopen, een meditatievorm in zen boeddhisme, waarmee zazen wordt afgewisseld om
de bloedsomloop te herstellen.
Kinnaur District
in de Indiase deelstaat Himachal Pradesh, dat samen met Spiti een ander distrikt
van deze deelstaat, aan Tibet grenst. In Kinnaur stroomt de Sutlej rivier India
binnen. Een klein deel (slechts een paar
%) van de bevolking (van in totaal 85.000 mensen) is
Tibetaans-boeddhistisch. In het oostelijk deel zijn enkele kloosters te vinden
die teruggaan op de periode waarin de grote West-Tibetaanse Lotsawa (vertaler)
Rinchen Zangpo (958-1055) langdurige India reizen maakte en onderweg het
legendarische aantal van 108 kloosters en tempels stichtte.
koan Jap.
Raadselachtige vraag, uitspraak, dialoog of ultrakort verhaal. Koans vormen leermethode
en meditatieonderwerp van de Rinzai zen school. De methode wordt al in de 10e
eeuw genoemd in geschriften van de
Chinese Linchi school, waarvan Rinzai de Japanse voortzetting en verbastering is.
Er zijn beroemde oude koan-anthologieën, zoals de “Blue Cliff Records”(11-12e
eeuw) en de “Gateless gate” (12-13e eeuw), maar in feite is het een
levende traditie en worden er nog altijd nieuwe gecreëerd. Voorbeelden van oude
koans: “Wat is het geluid van één klappende hand?”; “Wat was je gezicht voordat
je geboren werd?”; “Heeft een hond de buddha-natuur?”, antwoord: (Chin.) “Wu”
of (Jap.) “Mu”! “Als je de Boeddha
ontmoet, dood hem; als je patriarchen ontmoet, dood ze; als je een arhat
ontmoet, dood hem;als je je ouders ontmoet, dood ze! Zo bereik je de
verlichting.” De koans zijn kenmerkend voor het non-conformisme van het Rinzai zen
boeddhisme. Ze bedoelen door shockeren momentaan inzicht en onmiddellijke
verlichting(sbeleving) teweeg te
brengen. (Vgl. Soto)
kora Tib. Cirkel of
rituele ommgang. Zie: parikrama
Korea Oostelijk
schiereiland op het Aziatisch continent, tegenover Japan. 220.000 km², waarvan
120.000 van Noord-Korea (bevolking: 25 miljoen) en 100.000 van Zuid-Korea
(bevolking 51 miljoen) inclusief 3000 eilanden. Vanaf de 1e eeuw v.
Chr.tot het begin van de 20e eeuw is er sterke Chinese invloed
geweest in dit gebied. Van 57 v Chr. tot 668 weten we dat er een drietal
koninkrijken in Korea hebben bestaan. In 372 werd het boeddhisme er geïntroduceerd.
Na 668 is de regio door de Silla dynastie in samenwerking met de Chinese Tang
vorsten verenigd en heeft het boeddhisme een bloeiperiode gekend tot de 10e
eeuw. Daarna pas werd Korea onder de Goryo dynastie een zelfstandige staat. De
Goryo vorsten (naar wie Korea in het Westen is genoemd) moesten in 1392 de macht laten aan de Joseon
dynastie die hulp kregen van de Chinese Ming keizer. In 1394 werd Seoul
hoofdstad. Korea heeft dikwijls een isolationistische houding aangenomen ten
aanzien wat van zee kwam, mede wellicht door talrijke Japanse aanvallen. In
1910 heeft Japan Korea zelfs geannexeerd tot de 2e Wereloorlog aan
toe. Daarna werd het tijdelijk gesplitst langs de 38e breedtegraad
en opgedeeld tussen de invloedsferen van de VS en de Sovjet Unie, waardoor er
een communistisch en een open democratisch deel ontstonden en die tweedeling is
onder invloed van communistisch China van Mao blijven bestaan toen er formeel
twee onafhankelijke staten werden gecreëerd. Pyongyang is de hoofdstad van
Noord-Korea. Van 1950 tot 1953 zijn Noord- en Zuid Korea verwikkeld geweest in
de Koreaanse oorlog waarin enkele miljoenen het leven hebben verloren en die strikt
gesproken nog niet is afgelopen. In Noord-Korea is sprake van totale
onderdrukking van het boeddhisme. In Zuid-Korea is ca. 29 % van de bevolking
Christen 23 % boeddhist. Het boeddhisme heeft in Korea erg te lijden gehad na
de Japanse bezetting. Een aanzienlijk deel van de bevolking heeft zich uit
verzet tegen communisme enerzijds en Japan anderzijds tot het Christendom
bekeerd. Bovendien is er een interne strijd ontstaan tussen Japanse stijl
monnikschap, waarmee huwelijk en drankgebruik gecombineerd konden worden, en
een hervormingsbeweging, de Chogye orde. De laatste koos voor een louter volgens
vinaya regels geordineerde sangha en is de dominante stroming geworden.
Noord-Korea heeft zich als communistische dictatuur in sterke mate geïsoleerd
en door het ontwikkelen van karnwapens veel vijanden, waaronder de VS, gemaakt.
In verband met de Olympische winterspelen 2018, is er sprake van enige
verzoening tussen Noord-en Zuid-Korea.
Koshala Zelfstandig
koninkrijk in de tijd van de Boeddha, gelegen in de Gangesvlakte ten
noordwesten van Magadha, het andere grote koninkrijk van die dagen. Hoofdstad
van Koshala was Shravasti, waar de Boeddha graag verbleef. Niet veel later werd Koshala vanuit Magadha
binnengevallen en geannexeerd. Nu zijn er in Saheth and Maheth op de grens van
de Gonda en Bahreich districten van U.P. nog ruineuze archeologische
vindplaatsen, waarvan Maheth met de stad Shravasti en Saheth met het
nabjgelegen Jetavana klooster verbonden worden.
Kumbum Tib. “100.000 lichamen”. 1. Een bepaald
type stupa, zoals die van Gyantse in Centraal-Tibet en in feite ook de
Borobudur op Java, waar men linksom in een spiraalvorm een rituele ommegang
omhoog kan maken en dan langs talrijke (“100.000”) boeddha afbeeldingen
(lichamen) komt en achtereenvolgens langs steeds hogere niveaus van de trikaya
indeling. Men kan zo tijdens de ommegang het bereiken van de absolute
verlichting visualiseren. Wanneer de boeddha’s in speciale nissen zijn gebouwd
spreken de Tibetanen ook van een “Tashi go mang” (veel gelukzalige ingangen) stoepa. 2. Naam van een belangrijk Gelugpa klooster
in Shining in Noordoost Tibet. Het klooster bevindt zich op de plaats waar de grote leermeester-hervormer en
stichter van de Gelugpa orde is geboren, op meer precies de plaats waar een
druppel bloed van zijn doorgesneden navelstreng zou zijn gevallen, of waar zijn
moeder de nageboorte heeft begraven. Daar is een wonderbaarlijke bodhi-boom
gegroeid met op ieder blaadje de afbeelding van een boeddha, een stupa of een
Aum teken (wat weet men niet precies, maar ze symboliseren allemaal het lichaam
van de verlichte). Een andere legende luidt dat Tsonkapa’s moeder hier in zijn
opdracht een kleine stupa van het kumbum type heeft gebouwd en uit de centrale
houten as van die stoepa de wonderboom isgegroeid.) Hoe dan ook, er bevindt
zich nog altijd een bo-boom in het klooster waarvan de blaadjes jaarlijks
worden verzameld en aan pelgrims uitgedeeld.
kushala Positief denken en handelen, wat goed
karma of verdienste (punya) bezorgt.
Kushana
dynastie Dynastie van Turkse of Scytische
origine, die in de 1e tot 3e eeuw van Gandhara tot
Magadha (van Afghanistan tot de Ganges) heeft geheerst. De beroemdste
koning(en) staat (of staan) te boek als Kanishka.
Kyoto Van de 8e
eeuw tot 1868 hoofdstad
van het Japanse keizerrijk, met talrijke tempels en kloosters.
L
Lankavatara
sutra In 3 versies (5e tot 8e
eeuw) in het Chinees vertaalde mahayana sutra. Het is een nogal onsystematische
verzameling leringen van een breed scala van mahayana ideeën, over zowel de tathagata garbha (embryonale boeddha
natuur in alles), als de alaya-vijnana
(opslagplaats van bewustzijn: alles is denkbeeld). Madhyamaka en Yogacarya
worden als het ware op een hoop gegooid. Toch is de sutra van grote invloed
geweest op het Oost-Aziatisch boeddhisme, inclusief Ch’an.
Laos Zuidoost
Aziatisch land zonder zeekust, tussen Cambodja, Thailand, Myanmar, China en
Vietnam. Laos is het land van de Mekong rivier. De grootste bevolkingsgroep
zijn de Lao. Oppervl: 237.000 km², Inwoners: 7 miljoen, Hoofdstad Vientiane. In
de veertiende eeuw werd al een koninkrijk gevormd met de omvang van het huidige
Laos, maar door voortdurende invasies uit buurlanden viel het in 1707 uiteen in een drietal vorstendommen. Pas in
1895 werden deze door de Frans koloniale heersters over de Unie van Indo-China
opnieuw verenigd. In de 2e WO werd het gebied door Japan bezet.
Nadat de Fransen in 1954 de eerste Indochinese oorlog hadden verloren werd Laos
een onfhankelijk koninkrijk, maar raakte het intern verdeeld tussen links
communistisch, midden democratische en
rechts kapitalistische partijen. In 1960, toen de Verenigde Staten hierbij de
rechtse partij actief militair ging steunen, startte de 2e
Indochinese oorlog, die als de Vietnamoorlog berucht zou worden. Na de aftocht
van de Amerikanen werd in 1975 door links en midden een gezamenlijke regering
gevormd, waarin de communisten langdurig een isolationistische politiek hebben
weten te handhaven. Pas in 1995 is de planeconomie vervangen door een gemengde
en is er meer openheid gekomen naar het buitenland. Laos is toen lid van de
ASEAN geworden. Economisch is Laos door de gebrekkige infrastuctuur nogal
achtergebleven bij de omringende landen. Ten tijde van de mocratie, tot in de
jaren zestig, was het theravada boeddhisme staatsreligie. Daarna is het aantal
boeddhisten door communistische invloed sterk afgenomen. De laatste decennia is
er weer godsdienstvrijheid en momenteel wordt het aantal boeddhisten op zo’n
60% van de bevolking geschat, m.n. de Lao. Net als in Thailand, Cambodja en
Myanmar gaat het in Laos hoofdzakelijk om theravada boeddhisme. Ook al zijn er
talrijke tempels en kloosters, de invloed van het communistisch verleden is zo
groot dat openlijk religieuze verkondiging en manifestaties niet plaatsvinden
in Laos..
leermeester Guru, Tib. lama. Geheel in de oude Indiase
brahmanentraditie is in alle Indiase religies de meester-leerling verhouding
van groot belang. Het boeddhisme is hierop geen uitzondering. In het tantrisch
boeddhisme wordt het op deze manier doorgeven van de leer gecultiveerd in de
guru-yoga en de incarnatielijnen.
levende
Boeddha Aanduiding voor de incarnerende
leermeester of religieuze functionaris zoals deze in de Tibetaans
boeddhistische traditie als concreet reïncarnerend persoon wordt gezocht en
aangesteld. Deze mensen krijgen de titel rimpoche (grote kostbaarheid) en het
fenomeen wordt Tib.“tulku”(nirmanakaya, stralingslichaam) genoemd. (Zie:
trikaya). De traditie is begonnen in de Kargyudpa orde met de Gyalwa Karmapa
lijn die is gestart in de 12e eeuw bij Dusum Kyenpa. Vermoedelijk baseert zij zich op “Zes Yoga’s
“ van de Indiase leermeester Naropa, waarin o.a. wordt aangegeven hoe men het
vermogen het bewustzijn door te geven aan een volgende incarnatie, kan
ontwikkelen.
lha Tib. Zie: Skt.
deva. In de Tibetaanse volksreligie deelt men de wereld in drie regionen: een
bovenwereld waar de goden (lha) en belangrijkste (clan)voorouders huizen, een
middenrijk waar tsan en sadag e.d. geesten rondwaren, en tenslotte de
onderwereld van de lhu of watergeesten. Het zijn allemaal wezens, die zowel
boosaardige als vriendelijk gedrag kunnen vertonen. Probleem is dat ze
gemakkelijk uit balans en verstoord raken. Om dat te voorkomen is dikwijls
uitvoeren van offer- en verzoeningsritueel nodig. Sommigen kunnen zelfs overwonnen
worden en door een eed gebonden om de boeddhistisch dharma te ondersteunen. Hoe
dan ook zijn er voor de rituelen religieuze specialisten nodig. Het boeddhisme
heeft op deze manier oudere animistische religieuze denkbeelden en praktijken
geïncorporeerd en de monniken kunnen door zich in de speciale rituelen te
bekwamen ook letterlijk wat extra verdiensten verwerven.
Lhasa Hoofdstad van
Tibet, aan de Kyi rivier op ca. 3600m hoogte. De 1e religieuze, i.e.
boeddhistische koning, Songtsen Gampo heeft hier twee tempels gebouwd, de
Ramoche tempel en de Tsuglhakang, voor de boeddha beelden van respectievelijk
zijn Chinese en Nepalese echtgenotes, de Tang prinses Wengcheng en de Nepalese
Brikuti. Na het overlijden van de koning zou de Chinese de beelden van tempel
hebben laten wisselen. Het beeld van Jobo Rimpoche (Boeddha als jongeling) was
vanuit India naar China gebracht en is het allerheiligste beeld van Tibet
geworden en bevindt zich nu in de Tsug
Lhakhang, waarheen al eeuwenlang dagelijks vele pelgrims komen. Ze maken dan
tevens ommegangen rond de centrale Barkhor wijk, die ooit het leeuwendeel van
Lhasa moet hebben uitgemaakt. In de 15e-16e eeuw heeft de
grote hervormer en stichter van de Gelugpa orde, Tsongkhapa drie grote
kloosters laten bouwen, waarvan twee vlakbij Lhasa. De stad is echter pas echt
de hoofdstad van Tibet geworden in de 17e eeuw door toedoen van de
Grote Vijfde Dalai Lama. Deze liet er het Potala paleis bouwen als religieus en
politiek machtcentrum. Later werd het nabijgelegen Norbu Lingka de zomerresidentie
van de Dalai Lama’s. In de beginjaren van de Chinese bezetting, vanaf 1950 had
Lhasa nog slechts zo’n 25.000 inwoners. Dat aantal is sindsdien vertienvoudigd
en het is een moderne stad geworden met flatgebouwen en veel auto- en fietsverkeer.
Er is een vliegveld ca. 45 km ten westen
van Lhasa en er gaan dagelijks treinen van Beijing naar Lhasa via Gansu en
Qinghai (Amdo) over de Tibetaanse hoogvlakte. Er is ook een weg over die
hoogvlakte aangelegd en een andere weg leidt van Chengdu via zuidoost-Tibet
(Kham) naar Lhasa. Ook is het mogelijk via jeeptracks naar West-Tibet en zelfs naar
het uiterste westen van de provincie Shinjiang te geraken . Jarenlang was het
ook mogelijk over de Arniko “highway” van Kathmandu naar Lhasa te rijden, maar
deze verbinding is door de aardbevingen van 2015 geblokkeerd. Vanuit Nepal is
er nu een veel moeilijker begaanbare wegverbinding door het Trisuli rivierdal.
Longmen
grotten 12 km ten
zuiden van Luoyang in de provincie Henan, China. De grotten liggen langs de Yí-rivier en passen in een traditie van grottentempelbouw, waartoe ook de grotten
van Yungang bij Datong, die van Bingling si en van DunHuang behoren. In Longmen
bevinden zich 2345 grotten en nissen met 43 pagodes, 2800 inscripties en meer
dan 100.000 boeddhistische beelden en beeldjes. Ze vormen de grootste
verzameling van Chinese kunst uit de late Noordelijke Wei-dynastie en de Tang-dynastie die de periode van 494 tot 907 A.D. beslaan.
Lotus
sutra Officiëel: Saddharmapundarika sutra met
ook versies in het Chinees, Japans en Tibetaans. Een van de eerste (1ste
eeuw v. Chr.) Mahayana geschriften. 1. Doel is boeddhaschap, maar 2. een
boeddha verdwijnt niet voor eeuwig in het nirvana maar blijft als het ware
beschikbaar in een soort hemelse tussenwereld om zo nu en dat een teken te
geven, zoals het laten neerdalen van een stoepa met een boeddha uit het
verledenPrabhutaratna. 3. Als zeer effectieve praktijk wordt het aanroepen van
de bodhisattva Avalokiteshvara (Chin. Guan-yin, Jap.Kannon, Tib.Chenrezig) aangeprezen.
Vooral in het Tibetaans boeddhisme en het Japanse Nichiren boeddhisme is dat
laatste erg invloedrijk en populair geworden.
lungta Windpaard. Een
van de voor-boeddhistische mythische dieren. Met name het windpaard wordt
centraal afgebeeld op gebedsvlaggetjes (tarchok),
die daarom ook wel lungta genoemd worden.
M
madhyamaka “Midden(weg) school”. Belangrijkste mahayana
filosofie verbonden met de 2e eeuwse Nagarjuna. Zoals de oude
boeddhistische leer al een middenweg propageert tussen extremen van ascetisme
en hedonisme, zo stelt de madhyamaka een filosofisch dialectische middenweg
voor: tussen de theorieën van het subtantieel onafhankelijk en onveranderlijk
bestaan van de essentie (dharma) der dingen en het vanwege de afhankelijke
oorsprong van der dingen niet-bestaan van die essentie (anatman). Het
onderscheid tussen relatieve en absolute waarheid, het gezichtspunt van gewone
mensen en dat van de verlichte geest, wordt overstegen door het begrip shunyatta, de identiteit van samsara en nirvana, vorm en leegte. Daarin ligt de betekenis van de opmerking
dat alles en iedereen in principe de boeddha-natuur heeft. Het gaat erom de
zich de essentiele leegte blijvend bewust te worden, te realiseren. De madhyamaka is na Nagarjuna voortgezet
door Aryadeva en in de 6e-7e eeuw bekritiseerd door de Yogacarya school, terwijl latere
mahayana filosofen beide richtingen weer bijeen hebben gebracht.
Magadha Belangrijkste koninkrijk aan de Ganges
ten tijden van de historische Boeddha. Hoofdsteden waren eerst Rajagriha
(Rajgir) en later Pataliputra (Patna) in het huidige Bihar. Bimbisara was de
Magadha vorst die een groot volgeling was van de Boeddha. Zijn zoon en opvolger
breidde het rijk uit door omliggende gebieden, waaronder het naburige Koshala
koninkrijk te veroveren. Hij bouwde in Pataliputra als nieuwe hoofdstad. Bij
het moderne Patna zijn archeologische resten te vinden die met Pataliputra
worden geïdentificeerd te Kumhrar en Bulandi Bagh. Bij het moderne Rajgir
bevindt zich de beroemde Vulture Peak (Gridrakuta), waar de Boeddha onderricht
heeft gegeven.
magie Handelingen die
men verricht met het idee de werkelijkheid op bovennatuurlijke weg doelgericht
te (kunnen) manipuleren ;of waarmee men
de bovennatuurlijke niet-empirische (religieuze) werkelijkheid meent te kunnen
manipuleren met een bepaald doel.
mahasiddha Grote wijze asceet of yogi, die zich een of meer
siddhi (buitengewone vermogens of magische krachten) heeft eigen gemaakt.
mahayana “Grote wiel” of “grote voertuig”,
2e
hoofdrichting in het boeddhisme, na en naast het oudere theravada boeddhisme.
Rond het begin van onze jaartelling is men in Noord- en Noordwest India, tot in
Afghanistan niet alleen begonnen de Boeddha als persoon af te beelden, maar er
ontwikkelde zich een nieuwe richting die mahayana wordt genoemd en naast het
oude theravada boeddhisme naar Centraal- en Oostazië werd verbreid en daar is
blijven voortbestaan. Het theravada boeddhisme was al eerder via Sri Lanka naar
Zuidoost-Azië verbreid. In het mahayana bestaat een sterkere ethische
gerichtheid op karuna of compassie en het ideaal van de bodhisattva als
bijna-boeddha en de bodhisattva-gelofte het nirvana uit te stellen en
wedergeboren te worden om alle levende wezens te onderrichten en de weg naar
verlichting te wijzen. Het mahayana boeddhisme onderkent de boeddhanatuur in
alle levende wezens. De verlichting is niet voorbehouden aan monniken en het
nirvana wordt niet als een totaal afzonderlijke toestand na de dood gezien. In
feite is het nirvana er al, zijn samsara en nirvana één, omdat het absolute
(verlichting of nirvana) zich alleen in de vorm van het relatieve kan
manifesteren. Als het enige wat we over het absolute kunnen zeggen is dat het
“leeg” of “leegte” is, dan geldt dat vorm leegte is en leegte vorm. Ook al is
de verlichting er al, blijft het zaak zich deze bewust te zijn en het waar te
maken. Voor dit laatste is het zaak de voor de betreffende individu geschikte
methode te vinden. Deze filosofische vernieuwing is in diverse nieuwe mahayana
sutra’s op schrift gesteld in het Sanskrit. Terwijl in het theravada
boeddhisme, dat zich heeft vastgehouden aan alleen de Pali sutra’s, eigenlijk
alleen de historische Boeddha en zijn leerlingen als arhats figureren, worden
in het mahayana talrijke boeddha’s en bodhisattva’s als hemelse wezens toegevoegd. Het mahayana (groot voertuig) zou
groter genoemd kunnen worden in de zin van ruimhartig, meer omvattend sociaal
en toegankelijk.
Mahavairocana Zie: Vairocana
Maitreya Toekomstige boeddha. (Tib. Jamba),
geassocieerd met Skt. mitra of maitri (Pali:
metta, “loving kindness”, liefdevolle vriendelijkheid, welwillendheid). Men
stelt zich voor dat voorafgaande aan ‘onze’ historische Boeddha Shakyamuni er
meerdere tijdsperiodes (kalpa) zijn geweest met elk hun eigen boeddha, allemaal
boeddha’s van het veleden. Dipankara, de boeddha van de allereerste, wordt ook
wel als dé boeddha van het verleden, samen met Shakyamuni en Maitreya op een
rijtje afgebeeld. Maitreya is strikt
genomen nu nog bodhisattva, residerend in een hemel(se of paradijselijke
omgeving), Tushita genaamd. Hij wordt
vaak afgebeeld met een stupa als
attribuut en soms een vaatje levenswater.
maitri Ook Skt.: mitra, Pali: metta. “Loving kindness”, liefdevolle vriendelijkheid,
welwillendheid. In het Pali is er een metta
sutta, een sutra waarin men met deze deugd uiteindelijk alle levende wezens
insluit.
malla Gebedssnoer (vgl.
rozenkrans) waarop gereciteerde mantra’s worden geteld. De Indiase malla (Tib.
tangga) heeft 108 kralen.
mandala Cirkelvormige afbeelding van een te
visualiseren ideaaltypische wereld. Zo’n wereld wordt binnen de heilige cirkel
of diagram voorgesteld als een symmetrisch vierkant soort paleis of paradijs met poorten naar de vier
windstreken en een centrum. Hierin bevinden zich boeddha’s (bv. de dhyani
buddha’s), bodhisattva’s of leermeesters, mantra’s of symbolen. In principe is
de mandala een hulpmiddel bij visualiseringsmeditatie (sadhana) en komt het
meest in het tantrisch boeddhisme voor. We vinden mandala’s als muurschildering
of thangkha of voor festivals en grote ceremonieën van gekleurd zand
vervaardigd. De stoepa heeft zich ontwikkeld van grafheuvel en relikwieënbewaarplaats tot
driedimensionale mandala en stelt dan tevens de mythische berg Meru voor. (Vgl:
yantra)
mani
lagskor Tib. Handgebedsmolen. De gebedsmolen is in de
Tibetaanse cultuur een zeer populaire manier om mechanisch mantra’s te
“reciteren”. Het gaat met name om de Avalokiteshvara mantra “om mani padma hum”.
Ook gebruikt worden met de duim aangedraaide gebedsmolens (manithebskor)
en door water (manichuskor) en wind en
hete lucht (boven een kaars) aangedreven gebedmolens. Tegenwoordig komen zelfs
electrische gebedsmolens voor, met dien
verstande dat zo’n molentje dan op een oude platenspeler wordt gemonteerd.
Verder is op gebedsvlaggetjes “om mani padma hum” afgedrukt en vaak wordt hij
in steen uitgebeiteld en zulke stenen treffen we dan o.a. aan opgebedsmuren. De
wandelaar die dan (links) langs zo’n muur loopt wordt verondersteld zich voor
te stelllen al deze matra’s te reciteren.
mani Juweel,
edelsteen. Het woord mani vormt samen met padma het betenisvolle deel van de
Avalokiteshvara mantra “om mani padma hum” en wordt in de Tibetaans culturele
wereld ook wel gebruikt om de hele mantra mee aan te duiden.
Manjusri Bodhisattva van de wijsheid. Er moet al
vroeg in het Mahayana boeddhisme een vereringscultus rond deze bodhisattva
figuur hebben bestaan. Deze is gevolgd door de cultus rond Avalokiteshvara en
Amitabha, waartoe de lotussutra aanzet. In het Tibetaanse boeddhisme vormt Manjusri
samen met Avalokiteshvara, die het mededogen en Vajrapani, die de kracht
symboliseert, de ‘familie’ van drie beschermers Tib. rig-sum-gompo. Manjusri wordt afgebeeld met een boek en een zwaard.
Het boek is de wijsheid en het zwaard snijdt de illusoire voorstellingen weg
die het inzicht belemmeren. Beroemde als Manjusri verschijningsvorm
voorgestelde Tibetaanse personages zijn de eerste concreet reïncarnerende
Tibetaans religieuze hiërarch, de Gyalwa Karmapa en de grote hervormer en
stichter van de Gelugpa orde, Tsonkhapa.
mantra Rituele woorden- en/of klankenreeks om
te reciteren. De term “gebed” voor de mantra komt voort uit een christelijk
ethnocentristische interpretatie. Je zou wel kunnen zeggen dat men in de mantra
de bijbehorende godheid of diens eigenschappen aan- of oproept, maar van
verdere min of meer uitgesproken communicatie, zoals in het christelijke of
islamitische gebed is nauwelijks sprake. De mantra is meer een hulpmiddel bij (visualiserings)meditatie
en concentratie. Er zijn talrijke mantra’s.
“Gate gate paragate parasamgate bodhi svaha” is de mantra van de Prajna
Paramita. De nembutsu matra van de buddha Amitabha, “namo Amida butsu”, is van
belang voor de Japanse Pure land boeddhisten. “Namo myoho renge kyo”, is de
mantra die hoort bij de lotus sutra en het Nichiren boeddhisme. “Om mani padma
hum” is de mantra van Avalokiteshvara, de beschermer van Tibet en de Tibetanen.
“Om Tare tu tare ture soha” is de mantra van Tara. Padmasambhava’s mantra is: “Om Ah Hung Vajra Guru
Peme Siddhi Hung”.
Mao tse
Tung (ook: Mao zedong) (1893-1976) Leider van
de Chinese communisten tijdens de Grote Mars 1935, die de Chinese burgeroorlog
tegen de nationalistische Kwo Min Tang partij in het voordeel van de
communistische partij deed uitvallen en na de 2e WO in 1949 de
Volksrepubliek China uitriep, die onder leiding van de door hemzelf geleide
Communistische partij kwam te staan. Daarna initieerde Mao de Grote Sprong
Voorwaarts die totaal mislukte en uitliep op hongersnood en de Culturele Revolutie
van 1966 tot 1969 (maar in feite tot Mao’s dood in 1976), die grootschalige
destructie van cultuurgoed ten gevolge had. In totaal is Mao verantwoordelijk
voor zeker 50 miljoen doden.
Mara God van de dood
(vgl.Skt. marana sterven), eigenlijk van leven en sterven, samsara. Hij is de
grote opponent van de Boeddha, die immers de weg naar het nirvana wijst. 2x
vertoont Mara zich daadwerkelijk aan de Boeddha. De 1e maal vlak voor Boeddha de
verlichting bereikt in Bodh Gaya, waar hij de Boeddha bedreigt en probeert af
te leiden door zijn beeldschone verleidelijke dochters op hem af te sturen; het
moment waarop de Boeddha de aarde (Bhudevi) aanroept te getuigen van zijn
standvastigheid. De 2e maal later tijdens het leven van de Boeddha,
waar hij Boeddha probeert over te halen voortijdig het parinirvana in te gaan,
maar door de Boeddha wordt genegeerd. (Zie ook: Yama)
Maurya
dynastie Indiase dynastie die in ieder geval
gedurende de hele 3e eeuw v.Chr. vanuit Magadha over het grootste
Indiase rijk tot de Moghuls en de Britten heeft geregeerd. Grote namen zijn:
Chandragupta, Bindusara en vooral Ashoka die na zijn bloedige verovering van
Kalinga (het huidige Orissa), zich bekeerde tot het boeddhisme en heeft gezorgd
voor de grote verbreiding van het boeddhisme op het Zuid-Aziatisch subcontinent.
Maya Moeder van de
Boeddha. Zij werd zwanger na een droom over een witte olifant en baarde de
Boeddha uit haar zij. Dit vond plaats te Lumbini. Maya was gehuwd met koning
Suddhodhana, maar stierf kort na de Buddha’s geboorte, waarna haar zuster
Mahaprajapati haar plaats innam. Maya is wedergeboren in de Tushita
hemel. In de Jataka verhalen over de Boeddha wordt verteld hoe hij haar daar
later opzoekt om haar over de dharma te vertellen.
medicijnboeddha Bhaishyaguru. (Tib. Manla), de Boeddha
als heelmeester, beschermer van de medische wetenschap. De medicijnboeddha
wordt afgebeeld met een vat levenswater en een mirabulaanvrucht
medicijnman Religieuze specialist in diverse animistische en
shamanistische religies, b.v. die van de
Amerikaanse Indianen. In diverse boeddhistische samenlevingen zijn het vaak de
monniken die ook medische taken op zich nemen. In de Tibetaanse cultuur is een
eigen medisch systeem ontwikkeld en bestaan daarin specialisten (manla of larje), die deze taak al dan niet
met het monnikschap kunnen combineren. Medische studie vormt wel integraal
onderdeel van de religieuze opleiding in de grote kloosters. De Boeddha wordt
overigens ook als universele heelmeester voorgesteld en in het mahayana krijgt
hij hiervoor een speciale verschijningsvorm toebedeeld, Bhaishyaguru (Tib
Manla), die dan tevens beschermer van de meer concrete medische wetenschap is.
meditatie Hoofdonderdeel van het acht-voudige pad,
samen met concentratie. Het andere aspect betreft vooral ethiek: ethisch en
moreel correct leven. Vipasyana (inzichtsmeditatie), samatha (kalmerende meditatie),
samadhi (concentratie, rust, meditatieve trance), dhyan (aandacht), smrti
(mindfulness) zijn begrippen die niet altijd duidelijk onderscheiden zijn, omdat
ze in verschillende methodische en filosofische perspectieven een net iets
andere interpretatie of toepassing krijgen.
mendong Tib. Mani- of “gebeds”muur. Muur waarop mani-
of “gebeds”stenen worden gelegd. Zo’n muur markeert in de Tibetaanse wereld
bijna elke belangrijke toegang tot een nederzetting of een klooster. De mendong
biedt de mogelijkheid om mechanisch mantra’s of andere teksten te reciteren.
Erlangs lopend, altijd linksom, stelt de voorbijganger zich voor dat hij of zij
de betreffende tekst reciteert. De meest afgebeelde tekst is de mantra van
Avalokiteshvara: “om mani padma hum”.
Meru Mythische berg. In
de Indiase kosmologie het centrum of de as van onze wereld, de axus mundi.
Eigenlijk kan iedere berg met de Mt. Meru worden ge-associeerd en geïdentificeerd.
Voor de Tibetanen is de Mt Kailash in West-Tibet, maar ook de bij de oorsprong
van de Gele rivier gelegen berg Amnye Machen, heilig. In Japan geldt dat voor
de Mt Fuji. In Sri Lanka is het de Adam’s peak.
metafysica Wat het empirisch
waarneembare of wat waarneembaar te maken is, te boven gaat.
mindfulness Doelgerichte
aandacht, focus, concentratie. (Skt. dhyan
of smrti). Kernbegrip in
boeddhistische meditatie.
Mongolië -Binnen-Mongolië. Het door China ca. 1950
geannexeerde deel, de huidige Chinees autonome provincie Mongolië, opp.
1.183.000 km², bevolking: 5 miljoen. Hoofdstad Hohhot. Hoewel de Mongolen een
erkende minderheids groep zijn en er
zich nog een aantal Tibetoboeddhistische kloosters bevinden, is er door
langdurige Chinese onderdrukking en immigratie nog maar weinig actief
boeddhisme in deze Chinese provincie. -De volksrepubliek Mongolië, opp.
1.564.000 km², Bevolking: ca. 3 miljoen (80% Kalkha Mongolen), waarvan een
derde in de hoofdstad Ulan Bator. Na een periode van Tibeto-boeddhistsiche
theocratie is Mongolië sinds de jaren 30 van de 20e eeuw steeds meer
onder Sovjet invoed gekomen. Vooral onder het presidentschap van de
stalinistische dictator Tsjoibalsan heeft tussen 1939 en 1959 grote
onderdrukking plaatsgevonden. Pas in de jaren zestig is er wat ontspanning
gekomen en konden velen de oude nomadische levensstijl weer hervatten. Na het
uiteenvallen van de Sovjet Unie is Mongolië een democratische volksrepubliek
geworden met ook vrijheid van religie. Nu is 50% van de Mongoolse bevolking
boeddhist. Het gaat vanouds met name om het Tibetaans boeddhisme dat veel
ruimte laat aan oude inheemse shamanistische gebruiken.
De
Mongolen zijn bekend van de beroemde Djenghis Khan 1206-1227, die aanvankelijk
slechts een bevolkingsgroep van een paar 100.000 mensen leidde maar mede door
buurvolkeren aan zich te binden, een sterker leger van ruiters dan ooit bestaan
had op de been wist te brengen. Daarmee werd zijn rijk groter in oppervlakte
dan ooit bestaan heeft, tot ver in Europa (het tegenwoordige Hongarije) aan
toe. Djenghis Khans poging de dichterbij gelegen stedelijke cultuurcentra in
China te veroveren, was uiteindelijk niet succesvol. Na zijn dood maakte opvolgingsperikelen overal de aftocht
noodzakelijk en viel het rijk uiteen. Daarna wist echter zijn kleinzoon Kubilai
Khan (1260-1294) China met meer succes binnen te vallen en stichtte er de Yuan
dynastie, die in 1368 werd gevolgd door de Ming dynastie. Aan het eind van de
17e eeuw wist een andere Mongoolse groepering, de Manchu’s, opnieuw
de heerschappij over China in handen te krijgen. Zij zouden als Qing dynastie
de laatste keizers van China leveren. Ook met Tibet, hebben de Mongoolse ruitervolkeren altijd
bijzondere relaties gehad. Hun legers hebben diverse keren religieuze
machthebbers gesteund in ruil voor religieus onderricht. Vooral de tijdelijke
politieke dominantie van de Sakya orde in Tibet in de 12e-13e
eeuw en uiteindelijk ook die van de Gelukpa’s vanaf de 16e-17e
eeuw, is aan Mongoolse interventie te danken. Omgekeerd zijn diverse Mongoolse
volkeren onder het geestelijk leiderschap van de Tibetaans-boeddhistische
kloosterorden gekomen. Er heeft zelfs langdurig (tot 1924) een theocratische
staat Mongolië bestaan onder reïncarnerende Gelugpa hiërarchen, de zg. hutuktu.
Onder de Qing dynastie is Tibet eigenlijk als een soort Mongoolse en dus
Chinese kolonie beschouwd. Zo werden er in 1728 twee Chinese ambans
(controleurs of gouverneurs) in Lhasa gestationeerd. Zodra Mao tse tung de kans
kreeg verklaarde hij Tibet zowel als Binnen-Mongolië om deze historische reden
tot deel van China.
monnik Boeddhistische: bhikshu (Pali bhikku). (Zie: bhishuni
en sangha)
mudra Rituele
handhouding in de oosterse kunst en iconografie. Bijvoorbeeld de handhoudingen
van het mediteren (dhyana mudra), groeten (namaskara mudra), afweren van vrees
(abaya mudra), geven (dana mudra), de aarde aanraken (bhumisparsa mudra), de leer
verkondigen (dharmacakra mudra), en het foutloze argument (vitarka mudra), enz.
(Vgl. asana)
Myanmar Land in Zuidoost-Azië aan de Golf van Bengalen,
ten westen van Thailand en Laos. Oppervlakte: 676.577 km², Bevolking: 55
miljoen. Hoofdstad: tot 2005 Yanggon (Rangoon). Sindsdien Naypyidaw. Myanmar
werd naar aanleiding van Britse en Portugese verbasteringen van Bamar (de
grootste bevolkingsgroep 68%) heel lang Birma genoemd tot het militaire bestuur
in 1989 de authentiekere uitspraak Myanmar officieel maakte. Na de Brits
koloniale tijd en Japanse bezetting gedurende de 2e WO, is Birma
lange tijd instabiel geweest tot al in de jaren zestig militairen de macht
grepen. Conflicten met minderheidsgroepen zijn nooit van de lucht geweest en er
is langdurig een isolationistische politiek gevoerd. Pas in 2011 is Birma een
constitutionele democratie geworden en in 2015 zijn er opnieuw verkiezingen
gehouden. Boegbeeld van de democratische oppositie is Nobelprijswinnares Mw.
Aung San Suu Kyi die in 2010 na 20 jaar
huisarrest werd vrijgelaten. In Birma is het theravada boeddhisme al eeuwenlang
de dominante religie (nu ca. 90 %) Omdat in het verleden elkaar opvolgende
koningsdynastieën telkens nieuwe hoofdsteden vestigden en wedijverden in het
bouwen van heiligdommen zijn er talrijke boeddhistische monumenten, waarvan de
enorme historische stad Bagan met zijn duizenden chedi (stupa’s) het meest
spectaculair, gevolgd door Mrauk U en Bago. De Shwedagon pagode in Yanngon, Mt
Kyaiktyo’s rotspagode, de heuvel en de
Mahamuni Paya te Mandalay zijn belangrijke boeddhistische bezienswaardigheden
en pelgrimsoorden van Myanmar.
Monniken hebben altijd het
verzet geleid tegen de militaire machthebbers, zodat de sangha van
regeringswege langdurig weinig steun heeft gekregen tot 2011. Sinds 2012 is er een
heel nieuw religieus confict ontstaan doordat protesten van de Rohinga moslims
veel geweld van de boeddhistische bevolking en leger hebben opgeroepen, waarin
de laatsten door de sangha zijn gesteund. Het heeft tot vervolging en een
exodus van inmiddels bijna een miljoen vluchtelingen naar Bangladesh en grote
verontwaardiging in de internationale gemeenschap geleid, terwijl Mw Aung San
Suu Kyi stilzwijgende de boeddhistische partij kiest.
mystiek Geheimzinnig,
raadselachtig, boven dagelijks begrip verheven. Bijvoorbeeld de unio mystico in
het Christendom, het één en hetzelfde zijn van de vader, de zoon en de heilige
geest; of in het hindoeïsme van brahman en atman; of in het boeddhisme van
samsara en nirvana, de boeddha-natuur in alles.
N
Nagarjuna (2e eeuw A.D.) Belangrijke
mahayana filosoof, afkomstig uit Zuid-India. Hij geldt als de stichter van de
Madhyamaka school met als hoofdthema de identiteit van vorm en leegte, samsara
en nirvana, samengevat in het begrip leegte (shunyata). Hij zou ook de auteur
van de Prajnaparamita sutra’s, zij het dat deze hem door de koning der
watergeesten (naga, ook: “slang”) zouden zijn ingefluisterd. Sutra’s zijn
immers in principe het woord van de Boeddha
namo myoho
renge kyo “Heil (of
Gezegend zij) het Lotus geschrift van de prachtige leer”, de daimoku formule
waarmee in het Japanse Nichiren Boeddhisme de Lotus sutra wordt geëerd. Het
reciteren van deze formule is de belangrijkste religieuse praktijk van deze
school.
namo Amida
butsu De zg. “nembutsu”, mantra van de Pure
land school: “heil aan (gezegend zij) Amitabha (Jap. Amida) buddha
nembutsu Korte aanduiding van namo Amida butsu.
Nepal Himalaya staat.
Oppervl.: 147.200 km², inwoners: 30 miljoen. Nepal is gelegen tussen India en
China (Tibet) en in het middelste deel van de Grote Himalaya bergketen. Het
heeft niet minder dan 8 bergen van meer dan 8000m hoogte binnen en op zijn
grenzen. Alleen de meest zuidelijke grensstrook van het land is vlak en in
feite uitloper van de Gangesvlakte. In het midden van dat zuidelijke
grensgebied ligt Lumbini, de geboorteplaats van de Boeddha. De Nepalese staat
in zijn huidige omvang isin 1768-69 gevormd door Priti Narayan Shah (1723-1775)
uit Gurkha. Hij verenigde de talrijke volkeren in een nationale staat, een monarchie
onder zijn Shah dynastie met Kathmandu als
hoofdstad en het Gurkhali als nationale taal, het tegenwoordige Nepali.
Het hindoeïsme werd staatsreligie en de koning werd gezien als incarnatie van
de hindoe god Vishnu. Voordien was Nepal niet meer dan een verzameling
stadstaatjes in de Kathmandu regio, een van de weinige grote vlaktes middenin
het Himalayagebied (vgl de regio van Shrinagar in Kasjmir). In 1996 raakte
Nepal verwikkeld in een burgeroorlog tussen regeringsleger en Maoisten, die
rond 2006 eindigde in bestanden en de opname van de Maoisten in een
democratische regering. In 2009 werd vervolgens na een staatsgreep van de
koning de monarchie beindigd en Nepal een federale republiek. 81% van de
Nepalese bevolking is hindoe, ca. 10% is boeddhist. Een deel van de boeddhisten
zijn de Tibetaanse volkeren aan de grens met Tibet of afkomstig uit die
gebieden. Een ander deel zijn Tibetaanse vluchtelingen. Dan is er nog er nog
een veel groter aantal boeddhisten onder
de Tamang, die we ook nog tot het Tibetaans culturele contingent kunnen
rekenen. En tenslotte zijn er nog enige 100.000en Newari in de Kathmandu vallei
die een vorm van tantrisch boeddhisme aanhangen die direct te herleiden is naar
India voordat het boeddhisme daar ophield te bestaan.
New Delhi Hoofdstad van India, ook wel Delhi
genoemd. (12 miljoen inw.) New Delhi is in feite het door de Britten aan
Oud-Delhi toegevoegde, bestuurlijke deel van de stad. Volgens de legende is Delhi de hoofdstad van
de Pandava’s uit het Mahabharat. In ieder geval bestond er al een nederzetting
in de tijd van de Maurya’s, hoewel de Ashoka (edict) zuilen die er nu te zien
zijn, mogelijk van elders komen. In ieder geval maakte Moghul keizer Sjahjahan
Delhi tot zijn hoofdstad en hebben de Britten die traditie voortgezet door hun
bestuur van Calcutta naar New Delhi over te brengen.
Newar Nepalese
bevolkingsgroep in de Kathmanduvallei met een eigen taal, schrift en
literatuur. De Newari edelsmeden, bronsgieters, houtsnijders en kunstschilders
zijn befaamd tot in Tibet, maar ook in de koningsteden van de Kathmanduvallei
is de Newari kunst overal te bewonderen. Een deel van de Newar is door de
eeuwen heen boeddhistisch gebleven. De tantrische vorm van boeddhisme die zij
aanhangen is uniek en direct te herleiden naar India van voor de 12-13e
eeuw. Er is geen full-time monnikschap in het Newari boeddhisme, maar er zijn
twee priester”kasten”, de Shakya en de Vajracharya waarvan de leden naast hun
dagelijks familieleven rituele funkties vervullen. Vooral in de aan Kathmandu vastgegroeide
koningsstad Patan zijn veel Newari boeddhistische monumenten.
Nichiren (1222-1282),
grondlegger van de Japanse Nichiren school (Nichiren-shu) in de Kamakura tijd.
Zijn oogmerk was een rigide reformatie van het Tendai (Chin. T’ien-t’ai)
boeddhisme met als enige bron de Lotus sutra. Hij wees andere boeddhistische
richtingen als Zen en Pure Land resoluut af en beschuldigde ze zelfs van het
veroorzaken van natuurrampen. Deze ‘shakubuku’praktijk van harde confrontatie
en verkettering wordt wel in verband gebracht met de frustraties die Nichirens
uitzonderlijk nederige komaf hem heeft opgeleverd. Zo werd hij uitgelachen om
zijn eenvoudige, platte en foutieve taalgebruik. Toch heeft zijn leer grote
massa’s aangesproken. Temeer daar hij de gewone man en vrouw voorhield dat
alleen al ‘daimoku’ (grote titel) recitatie van de Lotus sutra voldoende was: ‘namo
myoho renge kyo’ (ik neem mijn toevlucht tot of gezegend zij de lotus van de
prachtige boeddhistische leer). Onder de naam Nichiren shoshu, nieuwe voortzetting van de Nichiren
school, wordt sinds ca. 1900 het Nichiren boeddhisme als ideologische
achtergrond gebruikt door de Soka Gakkai beweging, een van Japans ‘nieuwe
religies’. Dit is een in grote mate ethisch (pacifistisch) en politiek
nationalistische organisatie, die in de 2e helft van de 20e
eeuw ook internationaal grote aanhang heeft gekregen.
niet-empirisch
Niet berustend op concrete ervaring, niet
wetenschappelijk vast te stellen. Karakteristiek van de ideologische kern van religie,
in de godsdienswetenschap ook wel bovennatuurlijk of transcendent genoemd.
niet-verifieerbaar Niet als
feitelijk waar vast te stellen.
Ningmapa Tib. “Oude”. Naam van de oudste
Tibetaans boeddhistische school. Deze dateert uit de tijd van de eerste
introductie van het boeddhisme in Tibet onder de ‘religieuze koningen’(7e-9e eeuw).
Grondlegger en “kostbare leermeester” (Tib. Guru Rinpoche) van deze school is
Padmasambhava. Deze magiër heeft locale demonen tot door een eed gebonden
beschermers van de tantrisch boeddhistische traditie gemaakt. Hij heeft op vele
heilige paradijselijke plekken (Tib. beyul) gemediteerd in Tibet en de nabij
gelegen Himalaya. Bovendien heeft hij in geheimschrift opgestelde teksten als
schatten Tib. terma) verstopt, die latere leermeesters (zg. schatvinders Tib.
terton) door hem geinspireerd hebben gevonden en vertaald. De Ningmapa school
heeft meer dan andere Tibetaans boeddhistische scholen elementen van oude
locale religieuze tradities geïncorporeerd. Op dorpsniveau kent de Ningmapa
orde geen kloostertraditie zijn de Ningmapa “monniken” niet celibatair. Ze
combineren familieleven met het tempel bewaren en uitvoeren van rituelen. Op
meer overkoepelend niveau zijn er naar voorbeeld van de andere scholen wel
enige grotere Ningmapa kloosters.
nirmanakaya “Stralingslichaam” (Tib. tulku). Het meest concrete
van de trikaya (“drie-lichamen” leer), de verschijningsvorm van echte
historische “verlichte” personen. In de
Tibetaanse wereld zijn dit de grote religieuze cultuurhelden, zoals
Padmasambhava, Milarepa, Tsongkhapa enz., maar ook de reincarnanten in lijnen
van wedergeboorten, zoals de Dalai Lama, de Panchen Lama, de Gyalwa Karmapa, de
Shabdrung van Bhutan etc., de zg. ‘living buddha’s’.
Nirvana
sutra Korte aanduiding van de Mahaparinirvana
sutra. Het gaat om teksten die op een
oorspronkelijk in het Pali opgesteld geschrift zijn gebaseerd, maar in het
mahayana aanzienlijk zijn veranderd en aangevuld. Er zijn twee Tibetaanse en
drie Chinese versies die allemaal de madhyamaka filosofie incorporeren, en het
voortbestaan van buddha’s terwille van de mensheid. Bovendien wordt vegetarisme
gepropageerd. Hoewel minder dan de Lotus sutra is de Nirvana sutra zeer
invloedrijk geweest voor het T’ien-t’ai en Ch’an boeddhisme.
nirvana Toestand van
volledige uitblussing, waarin de verlichte na zijn dood kan intreden en niet
meer wedergeboren wordt. Het nirvana is het absolute ideaal van het boeddhisme
en het is ook in filosofische zin absoluut, er kan niets overgezegd worden. Het
staat in principe in tegenstelling tot of buiten het samsara, de wereld van het
relatieve, veranderlijke, steeds maar weer wedergeboren worden, hoewel deze
principiële tegenstelling wordt ‘overstegen’ in het mahayana boeddhisme en met
name de madhyamaka filosofie.
non Bhikshuni (Pali:
bhikkuni) (Zie: sangha)
Noord-Korea Zie: Korea .
O
om mani
padma um Mantra van Avalokiteshvara,
bodhisattva van het mededogen, beschermer van Tibet. De mantra bevat twee
betekenisvolle woorden, mani (juweel) en padma (lotus), waarin men de symbolen
van middel (meditatie en ethisch correct handelen) en doel (inzicht,
verlichting, wijsheid) zou kunnen herkennen, die in het mahayana boeddhisme tot
een eenheid gesmeed worden. Hoe dan ook, in het Tibetaanse cultuurgebied wordt
deze mantra eindeloos gereciteerd, mondeling, geteld met behulp van een malla
(gebedssnoer, vgl. rozenkrans), maar ook op vele mechanische wijzen 1000-en
malen afgedrukt op opgerold papier in gebedsmolens, op gebedsvlaggen, op
gebedsstenen, op gebedsmuren etc. Het woord gebed is hier natuurlijk een uiting
van Christelijk ethnocentrisme. Het gaat hier om een meer meditatieve dan
communicatieve rituele handeling, waarmee men karmische verdienste verwerft. De
gewone man of vrouw zal zeggen dat het eenvoudigweg goed is en geluk brengt.
om tare
tutare tureshvaha Mantra van Tara,
de vrouwlijke wederhelft van Avalokiteshvara. Tara (Skt. ster) is in het
Tibetaanse boeddhisme de belangrijkse vrouwlijke bodhisattva. Ze wordt wel
gezien als een vrouwelijke emanatie van Avalokiteshvara. Toen Avalokiteshvara
op het punt stond het paranirvana in te gaan, keek hij om en zag het lijden van
de wereld. Uit zijn oog viel een medelijdende traan en daaruit ontstond Tara.
Avalokiteshvara besloot te blijven worden wedergeboren en alle levende wezen
van zijn compassie en verlichting deelgenoot te laten worden. Er worden ook wel
een 24-tal Tara’s afgebeeld, waarvan twee, de witte en de groene, de
belangrijksten. Tara heeft de lotus als attribuut en de witte verschijningsvorm
heeft niet alleen een derde oog op haar voorhoofd, maar ook ogen in haar
handpalmen en voetzolen.
orakel Religieus specialist, (zie ook:
sjamaan) die in speciale geestestoestand (trance, droom, visioen, roes)
bijzonder contact met de bovennatuurlijke wereld (goden, geesten, demonen,
machten en krachten) kan leggen en daaraan bijzondere capaciteiten ontleent:
advies, genezing, toekomst voorspellen, zegening. Het contact met de goden kan
worden voorgesteld als geestesvlucht (spirit flight), waarbij het orakel zijn
geest naar de godenwereld laat wegvliegen en retour en/of bezetenheid, waarbij
een godheid bezit neemt van (de geest van) het orakel.
P
Padmasambhava “Uit een lotus geborene” (Tib. Guru
Rimpoche, “kostbare leermeester”). Padmasambhava is de grote Indiase magiër,
die in de 8e eeuw ten tijde van de 2e religieuze koning,
Trisongdetsen, het tantrisch boeddhisme in Tibet heeft heeft geïntroduceerd.
Hij heeft de weerbarstige locale goden onderworpen en door middel van een eed
als beschermers aan het boeddhisme gebonden. Alleen dankzij de interventie van Padmasambhava hebben de
Tibetanen hun eerste boeddhistische klooster te Samye kunnen bouwen. Hij geldt
als stichter van de oude, Ningmapa richting in het Tibetaans boeddhisme. Alle
overige nog bestaande scholen of ordes dateren van de 2e introductie
van het boeddhisme in Tibet, minimaal 200 jaar later.
In Tibet geldt Padmasambhava als een 2e
Boeddha, een zo heilige persoon, dat hij ook niet langs gewone weg, maar uit
een Lotus is geboren. Dit is gebeurd in het mysterieuze rijk Uddhyana dat wel
met de Swat vallei in het tegenwoordige Pakistan wordt geidentificeerd. Voor en
na zijn komst naar Tibet heeft hij talrijke terma (religieuze schatten, m.n. in
geheimtaal geschreven teksten) verborgen (om door latere leermeesters te worden
gevonden) en vele paradijselijke locaties (beyul) aangewezen en op zoveel
plaatsen in de Himalaya gemediteerd, dat hij zo oud moet zijn geworden als
Methusalem. Hij wordt ook zelf als zetelend in een Puur land, een mandala
paleis op een berg, Zangdokpelri, voorgesteld. De mantra van Padmasambhava is: “Om ah hung Vajra Guru Peme
Siddhi hung”.
Pala
dynastie Laatste belangrijke Indiase
koningsdynastie die in wat nu Bihar en West-Bengalen is heerste van de 8e
tot de 12e eeuw. Het was een bloeiperiode van mahayana en tantrisch
boeddhisme. Chinese en Tibetaanse pelgrims kwamen naar India en aan het eind
van deze tijd trokken Indiase leermeesters ook naar Tibet voor dharma
onderricht en om aan vervolging te ontkomen.
Pali ‘Samengestelde’ Noord-Indiase taal, waarin de oudste boeddhistische leer op
schrift is gesteld. Het is gebaseerd op een van oudste gesproken talen van
Noord-India. Het Sanskrit woord ‘pali’ betekent eigenlijk niet meer dan: geschrift
of tekst, maar paradoxaal genoeg is het Pali dus wel van oorsprong een
gesproken taal (prakrit), terwijl het Sanskrit vermoedelijk alleen een
samengestelde geschreven taal is. Sanskrit is de taal van de meeste mahayana
teksten.
Pali canon Oudste
boeddhistische teksten, met name de Tripitaka en Jataka vertellingen.
panca sila “Vijf zegels. Kernpunten van de
boeddhistische moraal, waaraan iedere boeddhist zich minimaal moet houden. 1.
Geen levende wezens doden of verwonden. 2. Niet nemen wat niet gegeven is
(vooral niet stelen). 3. Geen seksueel wangedrag. 4.Niet-foutief spreken (
liegen, schelden, kwaad spreken). 4. Geen verdovende middelen.
paranirvana Ultiem nirvana. Paradoxale term om het nirvana na de
dood (van de Boeddha of een boeddha) aan te duiden, als onderscheiden van een
nirvana dat al bij leven bereikt zou kunnen worden. Meer “technisch” gesproken
wordt er een nirupadhishesha-nirvana , na de dood als er niets overblijft,
onderscheiden van sopadhisheshanirvana, waarin de belichaamde mens blijft
bestaan.
paribhogika Relikwieën die met heilige personen in aanraking
zijn geweest (voorwerpen, kleding enz, en ook voet- of andere lichaamsafdrukken.)
(Vgl. shariraka: Lichaamsrelikwieën. Het lichaam of lichaamsdelen van overleden
heilige personen
parikrama Rituele ommegang. Het kloksgewijs rondom
heiligdommen gaan, het object van
verering aan de rechter kant (reine rechter hand) houdend (pradakshina). In Tibet doet
een tegendraadse religieuze school (Bon) het in omgekeerde richting, maar in
het algemeen is de parikrama in de pradakshina richting een van de vaste
rituelen in de oude Indase religies, inclusief het boeddhisme.
patriarch Familievader, stamvader in een
verwantschapslijn of lineage. De term wordt met name gebruikt in Oost-Aziatisch
boeddhistische tradities zoals T’ien-t’ai, ch’an en Shingon tantrisch
boeddhisme.
Polonnaruwa Oude hoofdstad van Sri Lanka (9e -14e eeuw). Nu een uitgestrekt
gebied, net als Anuradhapura aan een groot irrigatie meer, met tarijke tempels,
vihara’s en stupa’s. Polunnaruwa heeft altijd veel te lijden gehad van Tamil
aanvallen
Potala Kloosterpaleis
in Lhasa, voormalige winterresidentie en regeringszetel van de Dalai Lama.
Gebouwd in de 17e eeuw op last van de Grote Vijfde Dalai Lama. De
zomerresidentie van de Dalai Lama’s was in het nabij gelegen Norbu Linka. De
naam Potala verwijst naar het mythische verblijf in Zuid-India van de
bodhisattva Avalokiteshvara, de beschermer van Tibet, van wie net als de 7e
eeuwse regieuze koning Songtsen Gampo, de Dalai Lama’s verschijningsvormen
zijn.
pradakshina Kloksgewijze rondomwandeling van heiligdommen en
heilige plaatsen, een van de belangrijkste boeddhistische rituele handelingen.
prajna
paramita “Wijsheidsvervolmaking”
of beter: “perfectionering van inzicht”. Het gaat om de laatste van zes
perfecties die een bodhisattva moet realiseren. In het Sankriet luidt de mantra
waarmee de prajnaparamita wordt verbonden: gate
gate paragate parasamgate bodhi svaha (“gone, gone, gone beyond, gone
completely beyond, enlightenment, hail”).
De prajna
paramita wordt ook als een godin Prajnaparamita voorgesteld, die als de moeder
van alle boeddha’s vereerd wordt. De associatie (het doel) van de opperste
wijsheid met het vrouwelijke, de lotus of de bel, tegenover het middel of de
methode van de meditatie en ethiek als het mannelijke, de vajra, is
karakteristiek voor het mahayana en meer in het bijzonder het tantrisch
boeddhisme.
Prajna
paramita sutra “Wijsheidsvervolmakingssutra”. Eigenlijk een verzameling sutra’s die over
een langere periode rond en na het begin van onze jaartelling zijn opgesteld. Ze
vormen de kern van de mahayana literatuur. De Diamand sutra en de nog kortere Hart
sutra zijn bondige samenvattingen van de Prajna-paramita sutra’s . Het komt op
het volgende neer: 1. men moet een bodhisattva of toekomstige boeddha worden,
d.w.z. alwetend door de perfectie van het inzicht te realiseren van en voor
alle levende wezens, 2. er is niet zoiets als een bodhisattva of alwetendheid
of inzichtsvervolmaking, of realisering. Het accepteren van deze contradictoire
feiten is het perfect zijn. Verder gaat het erom “skillful means” (upaya
kaushalya) te ontwikkelen om verward dolende wezens tot inzicht te brengen en
leren de eigen karmische verdienste aan de verlichting van anderen te wijden.
pranama Begroeting(sritueel). Dit omvat
bijvoorbeeld de geheven hand met duim naar de borst en pink er vanaf gericht
houden, of beide handen samengedrukt (namaskara mudra) idem voor borst of
voorhoofd of nog hoger houden, een buiging maken, knielen, met het voorhoofd de
grond aanraken, of geheel prosterneren.
pratimoksha Boeddhistische monniksregels. Het gaat in het
theravada boeddhisme om 227 voorschriften. Het aantal is afhankelijk van de
scholen en ligt tussen de 218 en 263 regels voor monniken en voor nonnen tussen
279 en 380. De regels zijn in principe vast gelegd in de Pratimoksha sutra of
sutra Vibhanga, die deel uitmaakt van de Vinaya pitaka. Strikt genomen horen monniken
en nonnen dit geschrift viermaal per maand te reciteren.
priester Religieus
specialist, (gewijd) dienaar in de eredienst, die de rituelen uitvoert en
verzorgt.
prosternatie Het zich voorover ter aarde werpen of liggend
uitstrekken. De prosternatie is een van de boeddhistische pranama’s. De rituele
ommegang of zelfs de pelgrimage wordt soms al prosternerend gemaakt.
puja offerritueel.
punya karmische
verdienste. Het geloof in reïncarnatie gaat gepaard met geloof in karma, de wet
van oorzaak en gevolg. Verdienstelijk dwz ethisch en religieus goed of fout handelen wordt als het ware
geturft en maakt dat men gunstiger of minder gunstig wordt wedergeboren.
pure land boeddhisme (Ook: zuiver land.) Belangrijke stroming in het
boeddhisme in Oost-Azië. Door mantra recitatie en visualiseringsmeditatie stelt
men zich voor toegang kunnen verwerven tot een van de boeddha-‘velden’ (buddha-
kshetra), hemels of paradijzen, zoals Sukhavati van Amitabha of Tushita van
Maitreya, Abhirati van Akshobhya. Met name de Jodo shu en Jodo shin shu Pure
land boeddhistische scholen in Japan zijn nog altijd populair. (Zie ook: Namo Amida butsu en Nembutsu)
pure land school Zie: pure land
boeddhisme.
pure land
sutra’s Verzameling
mahayana sutra literatuur waarop diverse stromingen van het pure land
boeddhisme zich baseren, zoals: Pratyutpanna sutra, Sukhavati vyuha sutra,
Meditatie sutra.
pure land Zie: pure (of
zuiver) land boeddhisme.
Pu-tai Chin. (Jap.
Hotei). “Lachende Boeddha”. Ook wel geïdentificeerd met Maitreya.
Oorspronkelijk was Pu-tai een in China rondreizende bedelmonnik die in de 10e
eeuw leefde. Zijn naam betekent “ransel” of klerenzak, die hij altijd aan een
stok over zijn schouder droeg. Hij zou een dikbuikige grappenmaker geweest zijn
en een kindervriend die koek en snoep
uitdeelde. Hij was symbool van maitri,
de ultieme vriendelijkheid of “loving kindness”, een in het boeddhisme
belangrijke deugd, geassocieerd met de toekomstige boeddha, Maitreya. Ja, en dan ben je
in de oude Indiase religies al gauw een avatar, verschijningsvorm, manifestatie
of zelfs incarnatie van zo’n boeddha.
Q
R
Ratnasambhava Een van de vijf dhyaniboeddha’s. Zie
ook: Vairocana, Amitabha, Akshobya en Amogasiddhi.
reïncarnatie Wedergeboorte. Een idee dat in het boeddhisme is
overgenomen van oudere Indiase religies (waarvoor we nu de termen hindoeïsme
of misschien juister brahmanisme zouden
gebruiken). Het blijft nogal paradoxaal, omdat het eigenlijk onverenigbaar is
met het boeddhistische anatman principe. Als er niets blijvend is en niets
overblijft, wat reincarneert er dan? Toch heeft reïncarnatie en de wet van het
karma, verdienste en verdienstelijk handelen een belangrijke plaatsin het
boeddhistische gedachtengoed. Ook kent men de voorstelling van de bhavachakra
waarin zes regio’s of rijken worden getoond waarin we kunnen worden
wedergeboren: goden, halfgoden, mensen, dieren, hongerende geesten, en hellen.
Voor de meeste mensen is het echter een veel te vergaande abstractie om voorbij
de dood te denken, terwijl de meest intellectualistische m.n. mahayana
filosofen zich in bochten lijken te willen wringen om de bovengenoemde paradox
op te lossen.
religie Een
cultureel systeem (d.w.z. een in een gemeenschap of groep gedeeld systeem van
ideeën, symbolen en handelingen) betreffende een niet-empirische werkelijkheid.
Het systeem wordt door speciale personen onderhouden en toegankelijk
gemaakt en er worden levens- en wereldbeschouwlijke inzichten, sociale waarden
en normen, en politieke machtsposities in gefundeerd.
religieuze
specialisten Personen die een speciale rol of
functie vervullen die betrekking heeft op het onderhouden of toegankelijk maken
van een religie, zoals kerkvaders, hiërarchen, priesters, monniken,
leermeesters, medicijnmannen, sjamanen, orakels.
relikwie Lett.
overblijfsel. Iets wat resteert van het lichaam van (shariraka) of wat in
contact (prabhogika) is geweest met een heilige, vereerde, of vergoddelijkte
persoon. In het boeddhisme heeft de stoepa zich ontwikkeld van grafheuvel tot
relikwieënbewaarplaats en tenslotte tot symbool van de leer.
Rennio (1415-1499) afstammeling van Shinran
(1173-1262), de grondlegger van de Japanse Pure land school (Jodo Shinshu).
Rennio werd abt van de Hoganji
hoofdtempel, die ernstig werd bedreigd vanuit het nabijgelegen Tendai
bolwerk op Mt. Hiei. Hij heeft de tempel verplaatst en vervolgens gedurende de
rest van zijn leven de Pure land school gerevitaliseerd, waardoor hij als 2e
stichter wordt geëeerd.
retributie Vergelding. Het idee dat uiteindelijk
wie goed doet goed en wie kwaad doet kwaad ontmoet, speelt in religie een
belangrijke rol vanwege de ethisch socialiserende functie en bovennatuurlijke
sanctionering in de vorm straffende goden en geesten, van hemel en hel of
gunstige of ongunstige wedergeboorte.
rimpoche Tib. “Grote Kostbare”, titel van een
heilige en met name concreet als levende boeddha reïncarnerend persoon of
functionaris. Zo heet de Dalai Lama in het Tibetaans: Gyalwa Rimpoche. Padmasambhava
de grote magiër uit het Noordwest-Indiase Uddhyana, die in de 8e
eeuw het tantrisch boeddhisme in Tibet introduceerde en grondlegger is van de
Tibetaanse Ningmapa orde, heet in het Tibetaans Guru Rimpoche. En Tsongkhapa,
de hervormer en stichter van de Geelkap orde wordt ook wel Je Rimpoche (Groot
kostbaar juweel) genoemd. Het allerheiligste beeld van Tibet is de Jowo
Rimpoche (Groot heilig en kostbaar juweel), de Boeddha als jongeling voor zijn
verlichting, d.w.z. als bodhisattva en niet als monnik.
Rinzai
school Een van de twee scholen van het Japanse
Zen boeddhisme. Rinzai gaat terug op Eisai of Yosai (1141-1215). Eisai
studeerde in China in de Lin-chi ch’an boeddhistische
traditie van de Lin-chi I-hsuan (9e
eeuw), een van de vijf “huizen” van het Chinese Ch’an. (Rinzai is een Japanse
verbastering van Lin-chi.) Eisai heeft waarschijnlijk nooit voorgehad een speciale
school te stichten. dat is pas later door Enni Ben’en (1202-1280) gebeurd. In Japan vormen Rinzai en Soto de twee zen
scholen. Soto gaat uit van de inherente boeddha-natuur en benadrukt het louter
zazen zitten, als middel dat tevens doel is. Verlichting is voor Soto zen een
graduele lange termijn zaak waarover niet gesproken wordt. Rinzai is meer
doelgericht en probeert met non-conformistische raadsels de student als het
ware schoksgewijs momenten van verlichting (satori) te laten realiseren. De practische
doelgerichte methodiek van Rizai zen heeft deze school onder samoerai grote
populariteit bezorgd.
rite Overgeleverde plechtige
ceremonieel religieuze handeling of samenstel van zulke voorgeschreven
handelingen.
ritualistiek Bijzonder uitgebreid en complex systeem
van rituelen. Het tantrisch boeddhisme kenmerkt zich door ritualistiek.
ritueel Als
bijv.nw. volgens de rite, maar ook als zelfst.nw. synoniem met rite.
Bijvoorbeeld: begroetingsritueel, offerritueel, uitdrijvingsritueel ,
meditatieritueel, visualiseringsritueel, enz.
S
sadhana Visualiseringsritueel,
visualiseringsmeditatie. In het tantrisch boeddhisme stelt men zich
bijvoorbeeld woeste beschermgoden voor, bij exorcistisch ritueel om kwade invloed af
te weren, om zich vervolgens een totaal zuivere paradijselijke wereld naar
voorbeeld van een mandala voor de geest te halen, en daarin worden dan
boeddha’s en boedhisattva’s geplaatst om zich mee te identificeren en door te
laten inspireren.
sadhu Indiase asceet, yogi en wijsheidszoeker,
buiten het kastensysteem en de brahmanenreligie.
Sakyapa Tib.
kloosterorde van de 2e verbreiding. Gesticht in de 11e
eeuw door de Khon familie, genoemd naar het klooster Sakya in Tsang,
Centraal-Tibet. De Sakyapa wisten met hulp van Mongolen, (de Chinese
Yuandynastie) als eersten de theocratische leiding over Tibet in handen te
krijgen. Het was Kundga Gyaltsen, getiteld Sakya Pandita (1182-1251), die met de Mongoolse Godan Khan een pact
sloot. Het geestelijk leiderschap van de Sakya’s stond tegenover de nominale
politieke ondergeschikking van Tibet aan de Mongoolse khan.
Sakya Clan of stamnaam van de historische
Boeddha. Sakya is nog altijd een familie- of kaste naam onder de Newari
bevolking van Nepal. (Zie ook: Shakya)
Sakyamuni Zie: Shakyamuni
Samanthabhadra Adi(oer)-boeddha van de Ningmapa orde,
de oudste richting in het Tibetaans boeddhisme, teruggaand op Padmasambhava.
Zo’n adi-boeddha is het meest abstracte, waarvan men zich eigenlijk geen
voorstelling kan maken en die aan het absolute begin van de geestelijke lijn of
lineage geplaatst wordt. Samathabhadra wordt meestal in het blauw voorgesteld,
ontdaan van kleding en iedere vorm van opsmuk, en in lotus en tegelijk yab-yum
(seksuele vereniging) met een op zijn schoot zittende vrouwelijke wederhelft.
sambhogakaya Een
van de trikaya (drie lichamen, eigenlijk abstractieniveaus) in de mahayana
voorstellingswereld. Tussen het totaal abstracte dharmakaya van boeddha’s en
het nirmanakaya (stralende lichaam) van heilige verlichte historische personen
wordt het sambhogakaya (genotslichaam) van symbolische boeddha’s en
bodhisattva’s voorgesteld, zoals bijvoorbeeld in de reeks:
Amitabha-Avalokiteshvara-Padmasambhava.
samsara Het lijdend bestaan in onze wereld,
waarin alles steeds verandert en eigenlijk niets op zichzelf bestaat, en levende
wezens zich laten leiden door illusies, verlangens en haat, en steeds maar
sterven en opnieuw in een andere vorm worden wedergeboren. Het wordt in het
boeddhisme voorgesteld als een cirkel die wordt vastgehouden door Yama, de
woeste god van de dood. De boeddhistische leer bedoelt de verlichting te
realiseren, inzicht in de absolute waarheid om zich te verheffen uit het
relatieve illusoire bestaan en nirvana te bereiken.In het mahayana boeddhisme
wordt vervolgens het perspectief ontwikkeld dat het absolute zich alleen in het
relatieve kan manifesteren, dat vorm en leegte, samsara en nirvana identiek
zijn, dat de buddha-natuur in alles en iedereen aanwezig is. Het gaat slechts
om zich deze bewust te worden en waar te maken.
sangha Monniksorde of monnikschap.
Een van de triratna (3 kostbaarheden), noodzakelijke peilers van het boeddhisme:
Boeddha, dharma en sangha. Ook wel: de geest, het woord en het lichaam.
Sanskriet Skt. Sanskrit. Oude geschreven taal van
India. Terwijl het Pali de taal is van de geschriften van het oude theravada
boeddhisme, is het Sanskriet de taal van het Mahayana. Daaraan zijn later talrijke
geschriften in het Chinees en Tibetaans toegevoegd.
satori Jap.
verlichting(s moment of -ervaring); Zie ook: kensho. Term die in het zen
boeddhisme gebruikt wordt, waar wordt gestreefd naar vermenigvuldiging en
verdieping van deze ervaring.
Shakyamuni Wijze van de Shakya clan of stam. Titel van de
historische Boeddha. Na Boeddha, de meest gebruikte aanduiding Siddhartha
Gautama Shakyamuni. Shakya of Sakya is nog altijd een familie- of kastenaam
onder de Newari bevolking van Nepal. Siddhartha is zijn persoonlijke naam en
Gautama is ook een familienaam. Zie: Sakya en Sakyamuni.
shariraka Lichaamsrelikwieën: het lichaam of
lichaamsdelen van overleden heilige personen (as, mummie, bot, haar, tand, enz.). (Vgl.paribhogika
relikwieën: voorwerpen die met de overleden heilige in aanraking zijn geweest.)
shikan taza Jap. zazen, (de
methode van) “enkel en alleen zitten”. (Zie:
Soto zen en Dogen)
Shingon Japans tantrisch of esoterisch
boeddhisme. Een school gestart door Kukai (774-834) die een direkte
verlichtingsweg onderwees, gebruik makend van visualiserings-meditatie en
mandala’s.
Shinran (1173-1262)
Grondlegger van de Japanse Ware Pure Land school, de Jodo shinshu.
Na langdurig de Pure Land leer van Honen
gevolgd te hebben, waar alleen recitatie van de Nembutsu formule volstond,
begon Shinran de ware Amida devotionele beweging van niet alleen mechanische
overgave maar waar geloof. De beweging kenmerkte zich bovendien door een
egalitair karakter. Shinran weigerde de leerling-leermeester devotie te
accepteren. Zijn werk is later vooral voortgezet door Rennio (1415-1499) die de
school, na een periode van vernietigende vervolging door Tendai aanhangers,
nieuw leven heeft ingeblazen.
Shinto Jap. Zie: Shintoisme
Shintoïsme Inheemse religie van Japan. Eigenlijk
een samenstel van religies waarin animisme en voorouderverering worden
gecombineerd. Vele godheden zg. kami,
verbonden met natuurverschijnselen en plaatsen in de natuur moeten
tevreden gehouden worden, daarnaast zijn er de vooroudergeesten en Amatarasu de
zonnegod. Met de laatste is een cultus verbonden rond de Yamato-keizersfamilie.
Men heeft nadat het boeddhisme in Japan werd geïntroduceerd beide religies
geprobeerd te combineren met wederzijdse tolerantie als resultaat. Ook in de
zg. “nieuwe religies” van Japan vinden we elementen van beide.
shivaïetisch Betrekking
hebbend op de hindoe god Shiva.
shradda Oprecht geloof, volle overtuiging.
shramana Wijsheidszoeker,
buiten de brahmanentraditie. (Vgl. sadhu.)
shunyata Leegte. Een belangrijk concept in de
madhyamaka filosofische school van het mahayana boeddhisme. De buddha-natuur is
inherent aanwezig in alle levende wezens. Samsara en nirvana zijn eigenlijk
identiek, niet dit en niet dat. Het enige dat we over de essentie van het/hun
bestaan kunnen zeggen, is dat het leeg is. Het nirvana is er al en de essentie
van de boeddhistische praktijk is het ons te realiseren en te realiseren, met
andere woorden, waar te maken.
siddha Lett.
“Volmaakte”, Wijze
yogi. Verlichte guru, met name in de tantrische traditie. De Tibetaans
boeddhistische scholen baseren zich op de methoden van de Indiase grote
(maha)siddha’s, zoals Saraha, Virupa,
Tilopa, Naropa.
Siddhartha Lett. “Wiens doel is bereikt”.
Siddhartha is de persoonlijke naam van de historische Boeddha. Gautama is zijn
familienaam en Shakyamuni, “wijze” van de Shakya, zijn clan- of stamnaam.
siddhi Magische kracht
van de siddha. Deze omvat aardse elementen, helderziendheid en helderhorendheid,
het vermogen om te vliegen, onzichtbaarheid, eeuwige jeugd etc.; en een
bovenwereldlijk element, nl. verlichting.
sino-tibetisch Aanduiding van een stijl in de Tibetaanse kunst, die
Chinese en Tibetaanse elementen combineert en met name vanaf de 15e-16e
eeuw de Tibetaanse kunst kenmerkt.
sjamaan Uit Mongolië afkomstige term voor een
bepaalde religieuze specialist. Zie:
sjamanisme.
sjamanisme Specialisme of element van religies, waarin men door
in bijzondere geestestoestand te verkeren direct contact met de
bovennatuurlijke wereld der goden of geesten kan maken. Dit kan men zich
voorstellen als bezetenheid of ‘geestesvlucht’. De bijzondere geestestoestand
kan trance of droom of visioen zijn en min of meer worden gecontroleerd door
gebruik van drugs of meditatieve trance of afzondering. Culturen of religies
waar sjamanisme voorkomt, hebben elk eigen termen voor de sjamaan, medicijnman,
orakel enz. Bv.in Tibet: lhaba of lhamo, in Nepal: jankri. De term sjamaan is
afkomstig uit Mongolië, waar sjamanisme een belangrijk religieus element is.
skanda 5 ‘componenten’ waaruit in de
boeddhistsiche analyse een individu is opgebouwd: 1. vorm (rupa); 2. gevoelens
(vedana); 3. waarneming (samjna); 4. wil (samskara); 5. bewustzijn. Let wel, de
skanda’s zijn allemaal verbonden met lijden, impermanentie en afhankelijk
bestaan, d.w.z. er blijft na de dood niets van over.
smrti ‘Mindfulness’,
bewust zijn, focus of concentratie. Zie ook: dhyan en shamatha. Het is een
open- en alertheid die de meditant ontwikkeld in samenhang met prajna of
vipashana (inzicht).
Soto
school Een van de twee Japanse Zen scholen.
Soto gaat terug op Dogen (1200-1253). Anders dan de andere Japanse zen school,
Rinzai, gaat Soto uit van de inherente boeddha-natuur en de eenheid van doel en
middel. De aandachtsmeditatie, waarin vooral zazen centraal staat, is in de
praktijk van deze school doel op zichzelf. Verlichting is een lange termijn
zaak waar men zich in principe niet mee bezig houdt.
spirit
flight Geestesvlucht. In het shamanisme
bestaat naast het idee van bezetenheid, waarbij de godheid bezit neemt van de
sjamaan, het idee van geestesvlucht, waarbij de sjamaan zijn geest laat
wegvliegen naar het rijk van de goden of geesten. In beide gevallen wordt in
een speciale geestestoestand contact met de godenwereld gemaakt.
spirit possession Zie: bezetenheid.
Sri Lanka Groot eiland ten oosten van de Zuidpunt
van India. Opperv. 65.610. Bevolking: 22,5 miljoen. De bevolking bestaat in
meerderheid uit boeddhistische Sinhalezen (75%, maar er is een grote hindoe Tamil
minderheid (18%) waarvan een deel al voor Chr. uit Zuid-India geïmmigreerd is,
terwijl een ander deel door de Britten is binnegebracht. Sri Lanka was het
eerste land buiten India waar het boeddhisme is geïntroduceerd in de 3e
eeuw v. Chr door de legendarische monnik Mahinda, die een zoon van Ashoka zou
zijn geweest. Mahinda stichtte een klooster bij Anuradhapura. Zijn zuster
Sanghamitta stichtte een nonnenorde op het eiland en bracht er een stekje van
de Bo-boom uit Bodh Gaya. In de 1e eeuw v. Chr. is op Sri Lanka de
Pali canon op schrift gesteld. In later jaren is het mahayana ook op het eiland
verbreid, maar uiteindelijk is de boeddhistische invloed verschillende keren
geminimaliseerd en hebben er herintroducties vanuit Birma en Thailand
plaatsgevonden, waardoor we er nu alleen theravada boeddhisme tegenkomen.
De
huidige hoofdstad Colombo is voorafgegaan door Anuradhapura, Pollonnaruwa en
Kandy, waar talrijke boeddhistische bezienswaardigheden en pelgrimsplaatsen
zijn.
In
de 11e eeuw hebben de Tamils een afzonderlijk koninkrijk in Jaffna
gevestigd.
Na het eind van de Brits-koloniale
periode (1815-1948) heeft er in Sri Lanka langdurig instabiliteit geheerst
met name door het oude ethnische
conflict tussen de boeddhistische (69%) Sinhalese en Tamil (oorspronkelijk
hindoe (7-15%) met ook talrijke Christelijke bekeerlingen) bevolkingsgroepen.
De boeddhistische Sangha heeft zich hierbij niet onbetuigd gelaten. In 1959
werd zelfs de premier Bandaranaike door een boeddhistische monnik vermoord. In
de jaren 80 van de 20e eeuw is het conflict uitgelopen op een ruim
20-jarige burgeroorlog tussen het leger en de Tamil Tiger
onafhankelijkheidsbeweging, resulterend in vele 10.000en slachtoffers. Daarna heeft
de tsunami van eind 2004 nog eens eenzelfde aantal doden geeist. Uiteindelijk
zijn er staakt het vurens afgesproken en is het Tamil Tiger leger ontwapend en
is er een leefbare situatie ontstaan. Sri Lanka is een democratisch
socialistische republiek waar in de noordelijke provincie Jaffna Tamils enige
mate van (door het leger gecontroleerde) autonomie hebben.
stoepa In het boeddhisme
heeft de stoepa zich ontwikkeld van grafheuvel tot relikwieënbewaarplaats en
symbool van de dharma. De stoepa bestaat uit 1. een vierkant platform met
daarop 2. een ronde halve bol, half ei of conische gevormd deel. Daar weer
bovenop 3. een opnieuw vierkant kastje, en daar weer bovenop 4. een uit ronde
schijven bestaande spits, met op de top een kwart maan, een zon en tenslotte 5.
een vlam. Het ronde deel was ooit de grafheuvel, in het kastje wordt de
relikwie bewaard, en de schijven symboliseren de stadia van de verlichtingsweg
en tenslotte de vereniging van tegenstellingen in de vlam van de verlichting
zelf. Tegelijk heeft de stoepa kosmologische betekenis. De genoemde onderdelen
vertegenwoordigen de basisonderdelen van de kosmos: aarde, water, vuur, lucht
en ether; als geheel is de stoepa te zien als drie-dimensionale mandala die de
mythische werelberg Meru voorstelt, centrum en as van het heelal die we
letterlijk terugvinden als houten as middenin de constructie van beneden tot
bovenin de spits.
stupa Zie: stoepa
Suddhodhana Shakya koning te
Kapilavastu, vader van de Boeddha.
Sukhavati Het hemelse westelijke paradijs van de
boeddha Amitabha, boeddha van het oneindige licht. Een van de regio’s waar men
zich in het Pure Land boeddhisme op richt. Wie met waar geloof (shradda) de
Nembutsu mantra uitspreekt, maakt goede kans daar te worden wedergeboren.
Sukhothai Oude hoofdstad van Thailand van
1238-1365. Nu een boeddhistische sight met tempel- en kloosterruïnes en
boeddhabeelden.
sutra Letterlijk: het
woord of een uiteenzetting van de Boeddha zelf. Belangrijkste van de tripitaka,
de drie voornaamste Pali geschriften. In het mahayana boeddhisme zijn talrijke
nieuwe sutra’s verschenen, die natuurlijk nooit van de historische Boeddha zelf
afkomstig kunnen zijn, maar onder zijn ‘inspiratie’ opschrift zijn gesteld,
waarmee bedoeld is ze gelijkwaardige autoriteit te geven als de oude sutra’s.
Sommige zijn dan ook fundamenteel voor het mahayana boeddhisme als geheel,
zoals de Prajnaparamita sutra, of voor belangrijke scholen daarin (Lotus sutra
en Lankavatara sutra).
symbolische
communicatie Hoe men door
middel van rituelen als begroeten, offeren, bidden, mantra recitatie in
verbinding treedt of meent te treden met de of een niet-empirische religieuze
werkelijkheid. (Zie: symbolische interactie)
symbolische
interactie Het zich door middel van symbolen
voorgesteld verhouden tot de niet-empirische religieuze werkelijkheid. (Zie:
symbolische communicatie)
T
Taiwan Voorheen Formosa.
Groot eiland ten oosten van de Volksrepubliek China, tussen de Filippijnen en
Japan. Taiwan is nu het hoofdeiland van
de “republiek China” die nog enkele kleinere naburige eilanden omvat. Als de
“republiek China”is het een de facto onafhankelijke staat, ook al wordt het
door de Volksrepubliek en haar bondgenoten niet als zodanig erkend. Het is de
plaats waarheen de nationalisten van Tsjang kai Tsjek ca 1949 een veilig
heenkomen konden vinden. Hoofdstad: Taipé; Oppervl.: 36.000km²; Inw: 23.5
miljoen. Voornaamste religies zijn confucianisme, taoisme, boeddhisme en christendom. Vooral taoistische
en boeddhistische tempels zijn er in Taiwan in
grote getale.
tand Zie: Dalada
Maligawa.
tantra Van
meester op leerling overgedragen tantrisch ritueel systeem, later: geschrift
waarin zo’n systeem is vastgelegd. Tib. gyűd. Zie ook: tantrisme.
tantrayana Zie: tantrisch
boeddhisme
tantrisch
boeddhisme Vormen van mahayana boeddhisme die zich baseren op de
(esoterische) rituele systemen van de tantra’s. Het Tibetaanse boeddhisme is de
meest bekende en levende tantrisch boeddhistische stroming. Behalve
visualisering speelt hierin ook excorcisme een belangrijke rol. De
voorstellingswereld kent een bijzonder uitgebreid pantheon van boeddha’s, bodhisattva’s
en al dan niet beschermende goden, geesten en demonen. De andere stroming waar
tantrische technieken zijn geïncorporeerd, is het Japanse Shingon boeddhisme.
tantrisme Stroming in de religies van Noord-India (hindoeïsme ,
boeddhisme, zowel als jaïnisme) vanaf de 6e eeuw, waarin religieuze
specialisten non-conventionele (esoterische) methoden ontwikkelden om zich
spiritueel te ontwikkelen. Het geldt als snelle, directe weg naar de
verlichting. Visualiseringstechnieken (sadhana), mandala’s en mantra’s spelen
hierbij een centrale rol., evenals de directe overdracht van meester op
leerling. Symboliek van seksualiteit, geweld en dood zijn kenmerkend in de
tantrische voorstellingswereld. Zie ook: tantra.
Tendai Jap. voor Chin.
T’ien-t’ai. Het Tendai boeddhisme maakte in Japan een eigen ontwikkeling door.
Het werd geïntroduceerd door de monnik Saicho (767-822), die diverse mahayana
stromingen zoals die in de Chinese traditie aanwezig waren, combineerde met
esoterische of tantrische rituelen, waarin hij zelf was opgeleid. Hij vestigde
het hoofdklooster op Mt Hiei bij Kyoto (toenmalig Heian). In later jaren
verwierf de school aanzienlijke patronage van de keizerlijke en andere adellijke families en werd in plaats van een
boeddhistisch scholingsinstituut, meer een opstap naar politieke machtsposities dan
een dharma centrum. Hierdoor scheidden de balangrijke leermeesters zich de een
na de ander af en startten de andere meer succesvoll Japanse vormen van
boeddhisme. Dit werd hun niet in dank afgenomen. Er was zelfs een leger van vecht-”monniken” met het Mt Hiei klooster
verbonden waardoor andere religieuze scholen werden bestreden. Tenslotte werd
het een zodanig militair machtsblok dat het in 1571 door de legerleider Oda Nobunaga met de grond gelijk werd gemaakt. Weliswaar herstelde de school zich, maar
werd later toch overschaduwtd door met name de populariteit van Zen, Pure land en
Nichiren.
Thailand Tot 1939: Siam. Thailand is een
monarchie en in principe een parlementaire democratie. Oppervl: 513.120 km²;
Inw: 68.5 miljoen; hoofdstad Bangkok. De Thaise bevolking bestaat voor 90 % uit
Thai. De rest zijn minderheden, waaronder diverse bergvolkeren in het noorden. Voor
de Thai immigratie uit China leefden er Mon en Khmer volkeren in Thailand onder
wie theravada boeddhisme populair was. Er zijn in die tijd delegaties naar Sri
Lanka gezonden om daar de verbreiding van de dharma nieuw teven in te blazen. In
1238 wisten de Thai in Sukothai na het omver werpen van de Khmer overheersing
een hoofdstad te vestigen. De Thai vermengden zich met de vroegere bevolking. Dit
rijk werd vervolgens ingelijfd door een nieuw Thai vorstendom dat in Zuid- en
Midden-Thailand aan de macht was gekomen en in Ayutthaya een nieuwe hoofdstad vestigde. Het
theravada boeddhisme werd overgenomen. In het noorden waren nog enkele
koninkrijken, o.a. Lanna dat dikwijls tussen Birmese en Thai overheersing heen
en weer ging, maar uiteindelijk in 1775 bij het Thaise rijk werd gevoegd. Kort
daarvoor was Ayutthaya door Birmese invasies verwoest. Vanuit Thonburi bij
Bangkok wist vervolgens generaal Takshin het rijk te heroveren, waarna de
Chakri dynastie werd geïnstalleerd en Bangkok de hoofdstad werd.. In de koloniale tijd is Thailand het enige
land dat zich altijd aan koloniale overheerschappij weten te onttrekken. In
1932 veranderde een staatsgreep Thailand van een absolute monarchie in een
constitutionele, waarin echter de militairen de macht behielden tot 1973.
Daarna is mede met hulp van de recent overleden koning Bhumibol een
parlementaire democratie gestart. Deze is echter niet geheel stabiel omdat
populisten en democraten moeite hebben tot compromissen te komen, waardoor het
leger opnieuw enkele staatsgrepen heeft gepleegd om het land bestuurbaar te
maken. Het theravada
boeddhisme is staatsreligie in Thailand en 95% van de bevolking hangt deze
stroming aan. Thaise jongemannen besteden meestal een periode van 3 maanden aan
kloosterretraite. De koning benoemt een religieuze leider, de sangha raja.
theocratie Door religieuze functionarissen
geregeerde staat. Zoals nu Vaticaanstad en Iran, zo waren Tibet, Bhutan en
Mongolië ooit theocratieën, geregeerd door “reïncarnanten”, resp. de Dalai
Lama, Shabdrung en Hutuktu.
theravada Oudere vorm van boeddhisme, die zich
alleen op de Pali canon baseert. Tegenwoordig nog met name in Zuid en
Zuid-oost-Azië: Sri Lanka, Thailand, Myanmar, Laos en Cambodja. Karakateristiek
in het theravada boeddhisme is de betrekkelijk strikte opvolging van de Vinaya
monniksregels en in de kunst de
afbeelding van vooral de historische Boeddha Shakyamuni.
Thich nhat hanh Vietnamese zen
monnik, vredesactivist, leraar en schrijver (1926-), verbannen uit Vietnam
reisde in de VS en Europa.en werd in het
westen zeer populair. Hij stichtte een boeddhistische gemeenschap “Plum
village” in de Franse Dordogne, waar hij woont.
Thimpu Hoofdstad (ca.
50.000 inw.) van Bhutan (800.000 inw.) sinds 1955. Voordien was het alleen
zomerhoofdstad, en verhuisde de regering ’s winters naar Punakha. Regeringscentrum
en tevens belangrijkste klooster in Thimphu is de Tashicho Dzong. Het
koninklijk paleis Dechencholing bevindt zich iets ten noorden van de stad.
Tibet Provincie van de
volksrepubliek China, onder de naam: Xizang Zizhiqu. Tibet was tot de Chinese
invasie en annexatie in 1950 een de facto zelfstandige staat, hoewel het ten
tijde van de 1e Mongoolse, Yuan dynastie en enkele malen daarna een
politiek afhankelijke status heeft gekend onder Mongoolse heersers. Vanaf 1728 (i.e.ten
tijde van de 2e Mongoolse, Ching of Manchu dynastie werden er pro
forma twee keizerlijke vertegenwoordigers (amban) in Lhasa gevestigd, ook al
werden zij in 1750 door Tibetanen vermoord. Wat betreft bestaanswijze, taal, en
religie hebben de Tibetanen zich echter altijd van China onderscheiden. Het is
pas onder Mao dat de bezetting heeft plaatsgevonden en vooral door de Culturele
revolutie 1966-1976 systematische vernietiging. Nadien is er sprake van herstel
van de Tibetaanse cultuur voorzover dat mogelijk is in omstandigheden van
politieke repressie en modernisering. Het herstel en de vitaliteit en
populariteit van het Tibetaans boeddhisme is even paradoxaal als ongetwijfeld
juist voor een deel te danken aan deze dramatische situatie, waarin het voor de
bedreigde Tibetanen een mogelijkheid is om hun bedreigde culturele identiteit
te handhaven en zich tegen de bezetting te verzetten. Daarbij komt dat zich
talrijke en aanzienlijke Tibetaans culturele gemeenschappen buiten China
bevinden, in de Mongoolse volksrepubliek, Bhutan en delen van de Indiase en
Nepalese Himalaya regio’s. Bovendien heeft de Tibetaans culturele en religieuze
invloedsfeer zich ook binnen China over een groter gebied dan de huidige
provincie Tibet uitgestrekt, nl. over Binnen-Mongolië en Qinghai, en gedeelten
van Gansu en Sechuan. In totaal zal het binnen China om zo’n 6 miljoen mense
gaan en erbuiten nog 1 miljoen (ca. 10 miljoen Mongolen niet meegerekend).
Tibet is als staat
van aanziennlijke omvang al in de 7e eeuw onder de eerste
‘religieuze’koning Saontsen Gampo gevormd. Daarna is het langdurig verbrokkeld,
in verschillende vorstendommen en stamgebieden, waar het boeddhisme de bindende
factor was, maar de invloedsferen van verschillende kloosterordes juist voor
onderlinge strijd zorgden. Pas onder de Grote Vijfde Dalai Lama is de eenheid
hersteld en heeft de theocratie de omvang gekregen, die tot de jaren vijftig
van de 20e eeuw min of meer
behouden zou blijven. Daarna is de regio door China ge-annexeerd, heeft het
communistisch bewind van Mao geprobeerd de bevolking uit te moorden en de
cultuurschatten te vernietigen, maar is juist het boeddhistische erfgoed de
focus van de Tibetaanse identiteit gebleven.
Tibetaans
boeddhisme De
religie van Tibet is te karakteriseren als een combinatie van shamanisme met de
tantrische en de pure land varianten van het mahayana boeddhisme, waarbij het
monnikschap en de kloostercultuur vanzelfsprekend een belangrijke rol spelen.
Het boeddhisme is in de 7e-9e eeuw onder de drie
“religieuze” koningen voor het eerst in Tibet geïntroduceerd en na een periode
van teloorgang, opnieuw in de 10-11e eeuw, precies toen het in India
door vervolging tot verwijnen gedoemd was. Uit de eerste introductieperiode
dateerd de Ningmapa school, vooral verbonden met Padmasamhava. de overige 3
kloosterorden, Sakya, Kagyudpa en Gelukpa zijn van latere oorsprong. Tenslotte
is er nog een ‘aberrante’stroming, de Bonpo, die zich niet boeddhistisch wil
noemen, maar in veel opzichten op de Ningmapa school lijkt. Het zijn met name
de nieuwere orden en bovenal de Gelukpa of Geelkappen orde, die de grootste
kloosters hebben gesticht. De Gelukpa orde heeft vanaf de 17e eeuw
de theocratische macht over Tibet in de persoon van de Dalai Lama in handen
gehad. In 1959 is de Dalai Lama naar India gevlucht en is Tibet door China
ge-annexeerd. In Tibet zelf heeft de Culturele Revolutie die in 1966 is gestart
100.000en slachtoffers geëist, waaronder vele monniken en is ongehoord veel
religieus cultuurgoed vernield en vernietigd. Niettemin heeft het Tibetaans
boeddhisme als focus van hun culturele identiteit voor de Tibetanen niet aan
populariteit ingeboet. Daaraan heeft het beleid van geweldloos compromissen
zoeken van de Tibetaanse regering in ballingschap, tot 2011 onder leiding van
de 14e Dalai Lama, ongetwijfeld aanzienlijk bijgedragen.
T’ien-t’ai School van Chinees boeddhisme uit de 6e-7e
eeuw, genoemd naar de locatie van z’n hoofdtempel, Mt. Tíen-t’ai aan de Chinese
oostkust in de provincie Chekiang. De feitelijke stichter is de monnik Chih-i
(538-597), de derde patriarch van de school.
De school introduceerde belangrijke vernieuwingen op het vlak van
classificatie van geschriften, meditatie en ‘de drie waarheden’. Ideeën van de
Madyamaka werden met die van de Yogacharya gecombineerd. De als te negatief
beschouwdefilosofie van de
Prajnaparamita werd overstegen door die van de lotus sutra over de
boeddha-natuur. Het eclectische T’ient’ai
boeddhisme zou als basis dienen voor andere scholen zoals Ch’an en Pure Land boeddhisme,
maar zelf als school geen grote rol meer spelen. In Japan is de school als
Tendai geïntroduceerd in de 9e eeuw door Saicho (767-822). Tendai maakte
daar een eigen ontwikkeling door omdat ook tantrisch esoterische methoden
werden omvat die concurreerden met Shingon boeddhisme.
tirth
yatra Bedevaart(s-) of pelgrimstocht,
pelgrimage, een vande traditionele rituele handelingen in het boeddhisme, en
eigenlijk in alle wereldreligies, behalve de protestants christelijke. Tirth
betekent letterlijk “doorwaadbare plaats”. In het oude India, was dat waar je
het thuisgebied dat meestal door rivieren was begrensd kon verlaten. Het
Latijnse woord voor pelgrimage, ‘peregrinatio’, betekent ook het ‘per ager’,
verder dan het thuisgebied gaan.
Tissa(maharama) Plaats in Zuidoost-Sri Lanka, waar
in de 2e eeuw v. Chr. koning Duttagamenu tijdelijk zijn residentie
vestigde, omdat hij door de Indiase vorst Kalinga uit Anuradhapura was
verdreven.
toevlucht Toevluchtsritueel. Lekenvolgelingen
zowel als monniken en nonnen nemen in het boeddhisme toevlucht tot de Boeddha,
dharma en sangha door de “toevluchtsformule” uit te spreken: “Namo buddhaya,
namo dharmaya, namo sangaya” In het
tantrisch boeddhisme wordt deze voorafgegaan door : “namo gurubya”, en soms wordt
een “toevluchtsboom” gevisualiseerd van de hele dharma lineage door de tijd en
alle trikaya niveaus heen incl. beschermgoden.
transcendent (Ook: bovennatuurlijk, niet-empirisch.) Eigenschap
en aanduiding van de religieuze werkelijkheid. (Zie: religie)
trikaya “Drie lichamen”.
Een mahayana indeling van personen in gradaties van abstractie: 1. dharmakaya, het
“absolute” lichaam van een boeddha, dwz. iemand die van het nirvana deel uitmaakt,
eigenlijk boven ons begrip en voorstellingsvermogen verheven; 2. sambhogakaya ,
het genietingslichaam van een symbolisch personage, bv. Avalokiteshvara; en 3.
nirmanakaya, het stralingslichaam van een historische verlichte persoon, bv. Padmasambhava,
Bodhidharma etc. (vgl. avatar)
tripitaka De drie (lett. “manden”)
basisgeschriften van de Pali canon: sutra’s (oorspronkelijke lessen van de
Boeddha zelf, abhidharma (commentaren) en vinaya (monniksregels).
triratna De
drie “kostbaarheden” of “juwelen”, onmisbare peilers van het boeddhisme: de
Boeddha, dharma en sangha. Upasaka (lekenvolgeling van het boeddhisme) zowel
als bhikshu (monnik) neemt ritueel “toevlucht” tot de triratna. (Zie ook:
Trisharana)
trisharana Zie: triratna
trishna Verlangen,
dorsten, een van de boeddhistische ondeugden (klesha), oorzaken van het lijden.
De andere zijn o.a. haat (dvesha of pratiga), hebzucht (raga), onwetendheid
(avidya), arrogantie (mana), twijfel (vicikitsa), foute denkbeelden (drshti)
e.d. Er zijn verschillende lijstjes in diverse geschriften. Het gaat om
oorzaken van negatief (akushala) handelen, d.w.z. wat negatief karma bezorgd.
Tsongkapa (1357-1419) Grote hervormer van het oudere
Tibetaans boeddhisme en grondlegger van
de Gelugpa monniksorde. Tsonkapa (lett. “uienman”) werd geboren nabij Chining
aan de rand van de Tibetaanse hoogvlakte. Hij studeerde in Centraal-Tibet en
werd vooral aangesproken door Atisha’s werk en de Kadampa orde. Naar zijn idee
was voor de meesten van ons de langzame weg naar de verlichting te prefereren. Het tantrische pad is hoogstens na lange
studie voor een minderheid geschikt. Tsongkhapa’s belangrijkste geschrift was
dan ook getiteld Tib. Lamrim Chenpo (het grote langzame pad). Ca 35km ten
oosten van Lhasa stichtte Tsongkhapa het
klooster Ganden en vervolgens dichterbij de hoofdstad Drepung en Sera. Zijn
neef Gedungrub, die later met terugwerkende kracht de 1e Dalai lama
zou worden, voegde daar nog het Tashilhunpo klooster in Shigatse aan toe. Het
zouden allemaal kloosteruniversiteiten worden met elk duizenden
monnikenstudenten.
tulku Tib.stralingslichaam
(nirmanakaya). Hiermee worden in de Tibetaans culturele wereld niet alleen
historische “verlichte” (en dus “heilige”) personen of cultuurhelden aangeduid,
maar ook de concreet reïncarnerende leermeesters en religieuze functionarissen,
“zg. living buddha’s”, van wie de Dalai Lama de beroemdste is, maar er
eigenlijk honderden zijn.
Tushita Het hemelse paradijs
of Pure Land van Maitreya, de toekomstige boeddha.
U
upasaka boeddhistische leek of lekenvolgeling
(manl.). In het boeddhisme neemt de upasaka ritueel toevlucht tot de triratna,
de Boeddha, dharma en sangha, en gedraagt zich volgens de morele regels van de
panca sila: niet doden, niet stelen, niet liegen of kwaadspreken, geen
ongeoorloofde seks, en geen drugs. verder dient men de sangha materieel te onderhouden door offergaven en
voedselvoorziening. Daarnaast is er een reeks rituele handelingen waarmee men verdienste
(punya) kan vergaren, wat positief aan het karma en dus een gunstiger
wedergeboorte bijdraagt
upasika boeddhistische
vrouwelijke lekevolgeling.
upaya kaushalya Het “vaardige” middel, de gepaste
methode (“skillful means”) is een belangrijk mahayana concept, dat de
inhoudelijke waarheid van de leer relativeert. Het gaat er nu eenmaal primair
om de verwarde en ontspoorde menselijke geest op het juiste pad naar de
verlichting te helpen en omdat mensen verschillen van aard en achtergrond, is
het belangrijker de bij de persoon passende praktische methode te volgen dan
over de inhoudelijke juistheid van de theorie te blijven debatteren.
V
Vairocana Een van de dhyani boeddha’s of jina’s
(overwinnaars). In de Avatamsaka sutra is Mahavairocana de boeddha wiens kijk
op de wereld als uitgangspunt geldt. Ook in de Mahavairocana sutra is aan hem
gewijd.In diverse tantrische tradities is hij de centrale figuur in een
mandala, omringd door de overige vier dhyani boeddha’s: Akshobya, Amitabha,
Amogasiddhi en Ratnasambhava.
Vajrapani Slingeraar van de vajra, de
diamantscepter die de bliksem, maar ook de ethisch en meditatieve praktijk van
de dharma symboliseert. Vajrapani werd al vroeg in het mahayana boeddhisme als
beschermer van de leer voorgesteld. In
het Tibetaans boeddhisme vormt Vajrapani tesamen met Avalokiteshvara en
Manjushri de groep van drie beschermers (rig-sum-gompo) van de dharma.
Vasubandhu 4e eeuwse filosoof uit Noorwest-India,
halfbroer van Asanga. Beiden hebben bijgedragen tot de formulering van de
populaire Yogacarya filosofische stroming van het mahayana boeddhisme.
Vasubandhu schreef de Vimshatika en de Trimshika en commentaren op het werk van
Asanga en Maitreyanatha.
Veda Oudste geschriften
van brahmanisme en hindoeïsme, daterend van 1200-1500 v. Chr. Het gaat vooral
om hymnen die de goden beschrijven en aanroepen en rituelen om de goden
tevreden te stellen. De bijbehorende religieuze ideeën en de herkomst van de Indo-Europese
talen (waarvan het Sanskrit de vroege geschreven vorm is) en de volkeren die
deze talen spreken, wordt teruggevoerd naar Centraal-Azië (Kaukasusgebeid).
vedisch
hindoeïsme Brahmanisme, hindoeïsme van de
Veda’s, van vóór de Vedanta filosofische wending van persoonlijke bevrijding.
Het ritueel
om de Vedische goden tevreden te houden stond hierin voorop.
verlichting
Bodhi “lett. “ontwaken”. Doel van het
boeddhisme, gerepresenteerd door de persoon van de historische Boeddha. Het is
waar het 8-voudige pad heen leidt, de
realisering van de perfecte levenspraktijk en ultiem, alles overstijgend
inzicht in de ware aard van het bestaan, de relatieve en absolute
werkelijkheid. Hiermee wordt het lijden opgeheven, c.q. getranscendeerd. De
relatie tussen verlichting en nirvana, wat nu precies binnen het aardse,
hemelse of zelfs na de dood geplaatst moet worden, is niet helemaal éénduidig.
verlichtingsreligie Zie: bevrijdingsreligie. aanduiding om
diverse “oosterse” religies te onderscheiden van de (mono)theïstische godsdiensten
van het westen en Midden-oosten.
verzoeningsritueel Ritueel om kwade krachten en boze goden
tevreden te houden en te beteugelen.
vier edele
waarheden (arya satya) Kern van de boeddhistische
leer. 1. het lijden (zie: duhkha en samsara); 2. de oorzaak (zie: klesha’s,
trishna, avidya; 3. de opheffing (zie: bodhi, nirvana); en 4. het edele
achtvoudige pad (arya ashtanga marga): 1. het juiste inzicht, 2. het juiste
(morele) besluit (afzien van wellust, haat, wreedheid), 3. het juiste spreken
(niet liegen, schelden, kwaadspreken), 4. het juiste handelen (volgens de panca
shila), 5. de juiste manier om je (qua beroep) in leven te houden, 6. de juiste
inspanning (gericht op de dharma), 7. de juiste “mindfulness” (bewust zijn,
concentratie), en 8. de juiste meditatie (mentale rust training). De Boeddha
zou dit hebben uiteengezet inzijn eerste lering, de Dharma-cakra-pravartana
sutra. Het is in feite opgesteld volgens het toen al gebruikt medisch schema:
kwaal vaststellen, oorzaak vaststellen, mogelijkheid van oplossing bezien,
geneeswijze bieden.
Vietnam Sinds de hereniging van Noord- en
Zuid-Vietnam is Vietnam een socialistische volksrepubliek met als hoofdstad
Hanoi. Oppervl. 331.000km²; Inw. 96 miljoen. Vietnam omvat een lange smalle
kuststrook aan de Zuid-Chinese zee. Tot de 10e eeuw heeft het in
feite tot het Chinese keizerrijk behoord, waardoor de invloed van de Chinese
religies in het noorden groot is geweest.In het zuiden hebben vervolgens
binnenvallende Zuid-Aziatische volkeren het Theravada boeddhisme
geintroduceerd. In de 19e eeuw werd Vietnam samen met Laos en
Cambodja de Frans koloniale Unie van Indo-China. Na 1e Indo-Chinese
oorlog (1946-1954) werd Vietnam onafhankelijk, maar ook opgedeeld in een
communistisch Noord- en een pro-westers en pro-democratisch Zuid-Vietnam. De
tweede Indo-Chinese oorlog is beter bekend als de Vietnam-oorlog (1955-1975).
In deze oorlog poogden de Amerikanen vergeefs de communistische invloed in de
regio te stuiten, maar konden de guerilla van de Noord-Vietnamese Vietcong
uiteindelijk niet de baas. In 1976 viel na terugtrekking van de VS, de regering
van Zuid-Vietnam en werden Noord- en Zuid-Vietnam
verenigd onder een communistisch bewind.
In 1978 brak opnieuw oorlog uit, ditmaal omdat Vietnam met Sovjet hulp Cambodja
binnenviel om een eind te maken aan de heerschappij van de Rode Khmer die
overal grote slachtpartijen aanrichtten en de grenzen onveilig maakten. Er volgde een bloedige guerilla-oorlog die pas
ten einde kwam , nadat Chinese troepen Vietnam waren binnengemarcheerd. Nadat
alle legers waren teruggetrokken en alle buitenlandse hulp was ingetrokkenn en
communistische collectivisering van de landbouw was mislukt, braken er in 1985
hongersnoden uit. Economische hervormingen en politieke veranderingen in alle
betrokken landen hebben vrede gebracht en uiteindelijk de economie volledig ten
positieve doen veranderen. Onder de
socialistische regering zijn al te uitbundige uitingen van religiositeit
not-done in het land. Het resterend aantal boeddhisten is ca. 16 % van de
bevolking. Daarnaast zijn er 6 % christenen in Vietnam. Ten tijde van
Vietnamoorlog en ook in de tijd van repressief communisme erna hebben
boeddhistische monniken zich altijd voor vrede ingezet, tot diverse gevallen
van zelfverbrandig aan toe. Momenteel is de Rinzai school van het Ch’an
boeddhisme het meest verbreid. De in het westen populaire Vietnamese monnik
Thich nhat hanh is destijds verbannen uit Vietnam en heeft zich in Frankrijk
gevestigd.
vijna(na) Bewustzijn,
openheid van alle zintuigen en de geest naar de wereld. Het is de laatste van
de vijf skandha’s (componenten), waaruit in de boeddhistische analyse van de
menselijke natuur een individu is opgebouwd.
vinaya Monniksregels,
vormen samen met de sutra (lessen van de Boeddha) en de abhidharma
(commentaren) de tripitaka, die drie hoofddelen van de oudste boeddhistische
Pali-geschriften.
W
wedergeboorte Ook:
reïncarnatie. Een concept of geloof van vóór-boeddhistische oorsprong in
Indiase volksreligies en brahmanisme en Vedisch hindoeïsme. Het is echter
geïncorporeerd in het boeddhisme als identiek aan de opeenvolging van leven en
dood en lijdend bestaan (samsara) altijd in een proces van wording en
verandering. De wedergeboorte wordt
in het boeddhisme weergegeven in de vorm van een wiel van wording (bhavacakra)
of levensrad. Dit wordt door Yama, de dodengod in de kaken gehouden en heeft
vijf of 6 regio’s, nl.: 1. mensen, 2. half-goden of titanen, 3. goden, 4. dieren,
5. hongerende geesten en 6. helwezens. Deze regio’s worden bijeengehouden door
een smalle band met afbeeldingen van de 12 verbindende ontwikkelingsstadia die het
“afhankelijke ontstaan” vormen en in het
midden van het rad bijten een slang, een haan en een varken elkaar, als
symbolen van de kwade zonden (klesha): resp. haat, verlangen en onwetendheid,
die het lijdend en vergankelijk bestaan veroorzaken. (Zie ook: samsara, bhavacakra en afhankelijk ontstaan.).
Het geloof in wedergeboorte neemt weliswaar een zeer belangrijke plaats in
binnen het boeddhistische gedachtengoed, maar zorgt ook voor een belangrijke
paradox. Als er namelijk niets bestaat dat onafhankelijk is een veranderende
condities, vergankelijke oorzaken, als het bestaan van atman wordt ontkend en
er niets resteert na de dood, wat reïncarneert er dan?
X
Y
yab-yum Tib. vader-moeder. Asana van seksuele
omarming van manlijke en vrouwlijke partner, in zittende lotus- of staande dans-houding.
Deze voorstelling is verbonden met de symboliek en yoga van het tantrisme en
tantrisch boeddhisme, waarvan het Tibetaans boeddhisme het meest bekend.
Yama Vedische hindoe god van de dood en de
onderwereld. In het boeddhisme is de rol van Yama min of meer overgenomen door
Mara. De bhavachakra, het levensrad, echter wordt voorgesteld in de klauwen van
Yama. Bovendien is er de tantrische beschermgod Yamantaka, een manifestatie van
Manjushri, een mensstier die symboliseert hoe de wijsheid Yama overwint.
Yanggon (Voorheen Rangoon) vanaf de 18e
eeuw tot 2005 hoofdstad en nu nog belangrijkste stad van Myanmar (voorheen Birma)
(De nieuw gebouwde hoofdstad is Naypyidaw). Inw: 5 miljoen. In Yanggon is de
Shwedagon paya de meest beroemde pagode, maar ook de Sule Paya middenin de
drukke stad en het tempel- en pagode complex van de Botataung Paya, waar een
haar van de Boeddha bewaard wordt, zijn belangrijk.
yantra Samenstel van
geometrische figuren, als vierkanten en driehoeken. Hulpmiddel bij
meditatie.(vgl. mandala) Ook: mechanisch middel, gereedschap.
yatra (Pelgrims)reis. Zie:
tirth yatra
yoga In de meest abstracte zin betekent yoga: “verbinding” en zoekt de yogi
of yogabeoefenaar verbinding met de god(heid) of God, het al of het opperste
geluk en de hoogste wijsheid. In die zin zijn er vele yoga wegen, zoals: karma-yoga,
gericht op onzelfzuchtig handelen, bhakti-yoga
op devotie, hatha-yoga op
lichaamsbeheersing, jnana-yoga op
wijsheid en tantrische yoga, bijvoorbeeld kundalini-yoga.
Begrijpelijker wordt het misschien als we iets concreter de betekenis beperken
tot het zoeken naar de verbinding tussen lichaam en geest door ascese en
meditatieve oefeningen.
Yogacara Lett.
‘yogabeoefening’, mahayana school van o.a. Asangha, Vasubandhu en
Maitreyanatha. Hierin wordt de menselijke geest als schepper van de realiteit
centraal gesteld, (citta matra: “louter en alleen geest”) wat de belangrijkste
filosofische achtergrond vormt van de sadhana yoga technieken van het tantrisch
boeddhisme. Het gaat niet zozeer om ontologisch idealisme als om
epistemologische nadruk op ervaring en de practische mogelijkheid van
beheersing van de geest middels yoga beoefening. De basistekst van de yogacara
school is de Sandhi-nirmocana sutra en daaraan voorafgaand de Dashabhumika
sutra en de Avatamsaka sutra.
Yosai Zie: Eisai
Yungang Zie: Datong
Z
Zangtok
Pelri De berg die het hemelse paradijs of Pure
land van Padmasambhava vormt. Een voorstelling van de Tibetaanse Ningmapa
(oude) traditie.
zazen Jap. lett.
“zitten in zen”. Zit-meditatie.
zen Jap.
voor Chin. ch’an, wat weer een vertaling is van Skt. dhyan: lett. “aandacht”,
mindfulness, meditatie. In het Japanse boeddhisme zijn de twee voornaamste zen
scholen Soto en Rinzai. Als derde zen school wordt soms Obaku genoemd, maar
deze is kleiner en meer Chinees georienteerd en met het Pure land boeddhisme
verbonden. Het zen boeddhisme gaat terug op de Indiase meester, Bodhidharma (6e
eeuw). Hij was de 28e patriarch van het boeddhisme, maar geldt als 1e
Ch’an patriarch, omdat hij heeft het Ch’an boeddhisme naar China gebracht. In
het zen boeddhisme is zit meditatie de centrale praktijk. Vooral in de Soto
school is zazen in principe middel zowel als doel. In Rinzai wordt naast
zitmeditatie ook van enigmatische raadsel (koan) gebruik gemaakt om de leerling
schoks- en stapsgewijs een ervaring van
inzicht of verlichting (satori) te laten krijgen. Behalve met afgezonderde
zitmeditatie benadrukt het zenboeddhisme ook het aandachtig handelen in het
dagelijks leven, in bijzondere rituelen, zoals de theeceremonie, en in
kunstvormen. Met name schilderkunst, calligrafie, bloemschikken, tuinaanleg,
bonzai en diverse gevechtskunsten worden als zenbeoefening gezien.
zen
boeddhisme Zie: zen. Hoewel
zen onontkenbaar boeddhistisch is, wordt de term vaak op zichzelf gebruikt,
omdat men zich met nadruk van geschriften en filosofieën, van denken,
debatteren en redeneren afwendt. Het gaat allereerst om de aandachtige beleving
van het hier en nu, het spontaan zijn in de omgeving van dit moment. In dit
opzicht zijn er in zen niet alleen invloeden van het boeddhisme, maar ook van
taoïsme te vinden.
zintuigenoffer Offerritueel
dat offers aan alle zintuigen combineert: licht voor het oog in de vorm van
boterlampen (tegenwoordig ook kaarsen of waxinelichtjes); geluid voor het oor,
in de vorm van muziek van diverse instrumenten, zoals cymbalen en de grote
rechtssdraaiende zeeschelp; etenswaren en drank (m.n. water) voor de mond;
wierrook voor de neus; zijden stof voor de tast; en tenslotte lotusbloemen als
wijsheidsymbool voor de geest.
Zuid-Korea Zie: Korea
zuivere land Zie: pure land
No comments:
Post a Comment